Operation Manual

32
9. ALARMFUNCTIE
LET OP DAT DE ALARMFUNCTIE ALLEEN KAN
FUNCTIONEREN ALS DE VOEDINGSADAPTER
IS AANGESLOTEN EN/OF VOLLE BATTERIJEN
GEPLAATST ZIJN!
9.1 Voorbereiding:
Alarmfunctie aan of uit:
Als de alarmfunctie in zijn geheel niet gebruikt
gaat worden, dan kan deze via de instelling
‘ALARM FUNC’ (zie hoofdstuk 5) volledig worden
uitgeschakeld. Is deze functie wel gewenst, con-
troleer dan via deze instelling of de alarmfunctie
op ‘AAN’ staat.
SOS nummers:
De nummers die u onder M1, M2 en M3 heeft
opgeslagen worden in geval van nood gekozen.
Controleer of deze nummers correct zijn en over-
leg alvast met deze contacten wat te doen als ze
bij nood opgebeld worden. In paragraaf 8.2 staat
beschreven hoe u de nummers in M1, M2 en M3
programmeert.