Operation Manual
6
3 INSTALLATIE
3.1 BASIS:
Telefoonaansluiting:
1. het kleine stekkertje aan het telefoonsnoer achter in de basis steken (het
stekkertje aandrukken tot u een klik hoort)
2. de telefoonstekker in de telefoonwandcontactdoos steken
Voeding:
1. verbind de meegeleverde voedingsadapter met de aansluiting achter op de
basis
2. doe de adapter in een 230V stopcontact
GEBRUIK ALLEEN DE MEEGELEVERDE ADAPTER. HET AANSLUITEN
VAN EEN ANDERE ADAPTER ZAL GEVAARLIJKE SITUATIES TOT
GEVOLG HEBBEN OF ZAL SCHADE AAN DE ELEKTRONICA VAN DE
TELEFOON TOEBRENGEN.
3.2 HANDSET:
1. open het batterijcompartiment van de hand-
set door de batterijdeksel naar onder weg
te schuiven
2. plaats de batterijen in het batterijcomparti-
ment; let hierbij op de polariteit (+ en -)
3. schuif de batterijdeksel terug op de handset
en plaats de handset in de basis of houder
/ oplader
4. de handset gedurende 15 uur onafgebroken
in de basis of houder / oplader laten staan om de batterijen goed op te laden
PLAATS ALLEEN OPLAADBARE NiMH (NIKKEL-METAAL-HYDRIDE)
BATTERIJEN. HET GEBRUIK VAN NIET OPLAADBARE BATTERIJEN
LEIDT TOT GEVAARLIJKE SITUATIES OF ONTPLOFFINGSGEVAAR.
3.3 HEADSET AANSLUITING:
Aan de rechterzijde van de handset zit een aansluiting voor een headset met
2.5mm plugje. Zodra u hier een headset in plugt, wordt de handset-microfoon en
handset-luidspreker uitgeschakeld. Om gehoorbeschadiging te voorkomen is bij
een aangesloten headset de BOOST functie (zie paragraaf 12.3) uitgeschakeld.