Operation Manual

35
Tips voor het bakken
Braden en grillen
Tabellen: de opgegeven tijden gelden voor producten
die in de onverwarmde oven worden geplaatst.
Temperatuur en braadduur zijn afhankelijk van de
kwantiteit en de kwaliteit van de gerechten. In de
tabellen zijn bereiken aangegeven. Begin met de
laagste waarde en stel zo nodig de volgende keer
hoger in.
Bijkomende informatie vindt u onder “
Tips voor het
braden en grillen
“ na de tabellen.
Vormen: u kunt elke vorm gebruiken die
hittebestendig en geschikt voor de magnetron is.
Braad- en bakvormen van metaal zijn alleen geschikt
voor gebruik zonder de magnetronfunctie.
De vorm kan heel heet worden. Gebruik pannenlappen
wanneer u hem uit de oven haalt.
Zet hete vormen van glas op een droge keukendoek.
Wanneer u deze op een natte of koude ondergrond
zet, kan het glas knappen.
Bitterkoekjes glazen bak 2 H 110 35-45
Bladerdeeg glazen bak 2 H 180-200 35-45
Broodjes, bijv. roggebroodjes glazen bak 2 H 180-200 25-45
Klein gebak Vormen Hoogte Verwar-
mings-
methode
Temperatuur °C Tijdsduur in minuten
U wilt bakken volgens uw eigen recept. Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
Zo stelt u vast of de cake goed doorbakken is. Steek ongeveer 10 minuten voor het einde van de opgegeven baktijd
een houten prikker in op de plek waar het gebak het hoogst is. Wan-
neer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het gebak klaar.
Het gebak zakt in. Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventempera-
tuur 10 graden lager in. Houd rekening met de omroertijden in het
recept.
Het gebak is in het midden hoog gerezen en lager bij
de randen.
Vet nu de bodem van de springvorm in. Na het bakken maakt u het
gebak voorzichtig los met een mes.
Het gebak wordt te donker. Kies een lagere temperatuur en een wat langere baktijd.
Het gebak is te droog. Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in.
Vervolgens bedruppelt u het met vruchtensap of alcohol. Stel de tem-
peratuur de volgende keer 10 graden hoger in en houd een kortere
baktijd aan.
Het brood of het gebak (bijv.kwarktaart) ziet er goed
uit, maar is van binnen klef (zacht, doortrokken met
waterstrepen).
Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij
een wat lagere temperatuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant
bakt u eerst de bodem voor, deze bestrooit u met amandelen of
paneermeel en vervolgens brengt u de bovenste laag erop aan. Let
op recepten en baktijden.
Het gebak laat niet los wanneer u het uit de vorm wilt
stoten.
Laat het gebak na het bakken nog 5 tot 10 minuten afkoelen, dan
komt het gemakkelijker los uit de vorm. Als het er nog steeds niet uit
komt, maakt u de rand voorzichtig los met een mes. Stort het gebak
opnieuw en bedek de vorm meerdere keren met een natte, koude
doek. Vet de vorm de volgende keer goed in en strooi er ook paneer-
meel in.
U heeft met uw eigen thermometer de oventempera-
tuur gemeten en daarbij een afwijking vastgesteld.
De oventemperatuur wordt door de fabrikant met een testrooster na
een bepaalde tijd in het middelpunt van de oven gemeten. Alle vor-
men en toebehoren hebben invloed op de gemeten waarde, zodat u
altijd een verschil zult vaststellen wanneer u zelf meet.
Tussen vorm en rooster ontstaan vonken. Controleer of de vorm van buiten schoon is. Verander de positie van
de vorm in de oven. Als dat niet helpt, bakt u zonder magnetron ver-
der of gebruikt u de glazen bak als plaats om iets op te zetten. De
bakduur wordt dan langer.