Operation Manual

6
Wateronthardingsinstallatie
Voor een goed afwasresultaat heeft de afwasautomaat
zacht water, d.w.z. water met weinig kalk nodig. Anders
zetten zich witte kalkresten op het serviesgoed en de
binnenkant van de spoelruimte af.
Leidingwater met een te hoge hardheidsgraad moet
voor gebruik in de afwasautomaat onthard, d.w.z.
ontkalkt worden.
Dit gebeurt met behulp van speciaal zout in de
wateronthardingsinstallatie van de afwasautomaat.
De instelling en daarmee de benodigde hoeveelheid
zout zijn afhankelijk van de hardheidsgraad van het
leidingwater.
Instellen van de
wateronthardingsinstallatie
Vraag de hardheidsgraad van het water bij het
waterleidingbedrijf of bij de Servicedienst op.
De juiste instelling vindt u in de tabel voor de
waterhardheid.
Tabel voor de waterhardheid
Programmatoets B ingedrukt houden en
hoofdschakelaar
1
inschakelen. Hierna de toetsen
loslaten.
De indicatie van toets
B knippert en op de
cijferindicatie brandt de door de fabriek ingestelde
waarde
.
Om de instelling te wijzigen:
programmatoets
B indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde met
één stand verhoogd; als stand
is bereikt, dan
springt de indicatie weer op
.
Hoofdschakelaar
1
uitschakelen. De ingestelde
waarde is in het geheugen opgeslagen.
Om de onthardingsinstallatie te regeneren is ca. 4 liter
water nodig. Hierdoor wordt het waterverbruik per
afwasprogramma – afhankelijk van de instelling voor
de waterhardheid – met 0 tot 4 liter verhoogd.
Vul onthardingszout
Onmiddellijk vóór het inschakelen van het apparaat
zout bijvullen. Hiermee bereikt u dat de overgelopen
zoutoplossing onmiddellijk wordt uitgespoeld en
corrosie aan het spoelreservoir wordt voorkomen.
De schroefdop van het voorraadreservoir 24 eraf
draaien.
Vóór het eerste gebruik ca. 1 liter water in het
zoutreservoir gieten.
Hierna zoveel zou bijvullen (geen tafelzout) tot het
zoutreservoir vol is (max. 1,5 kg). Als u het reservoir
met zout vult, dan wordt het water verdrongen en
loopt weg.
De indicatie zout bijvullen
5
op het bedieningspaneel
brandt eerst en gaat na enige tijd uit als zich een
voldoende zoutconcentratie heeft gevormd.
Bij het instellen op
mag u geen regenereerzout
gebruiken omdat er tijdens het afwassen geen zout
verbruikt wordt. De indicatie voor zout is uitgeschakeld.
Bij het instellen op
tot moet het zoutreservoir
met zout worden gevuld.
Waarschuwig
Het zoutreservoir nooit met afwasmiddel vullen.
Hierdoor gaat de onthardingsinstallatie kapot.
Indicatie zout bijvullen
Zodra in het bedieningspaneel de indicatie zout
bijvullen
5
brandt, moet u onmiddellijk vóór de
volgende afwasbeurt zout bijvullen.
Afhankelijk van het aantal afwasbeurten en de instelling
van de wateronthardingsinstallatie kan het meerdere
maanden duren voordat het zout bijgevuld dient te
worden.