Operation Manual

Table Of Contents
27
Wat te doen bij storingen?
Etensresten op het serviesgoed. Serviesgoed te dicht op elkaar
ingeruimd, servieskorf te vol.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat er
voldoende vrije ruimte aanwezig is en de
sproeistralen het oppervlak van het
serviesgoed kunnen bereiken. Aanraakpunten
vermijden.
Sproeiarmen konden niet ongehinderd
ronddraaien.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat de
draaibeweging van de sproeiarm niet wordt
gehinderd.
Sproeiers van sproeiarmen verstopt. Sproeiers van de sproeiarm reinigen,
(zie Reinigen en onderhouden).
Zeven 1j vuil. Zeven schoonmaken, (zie Reinigen en
onderhouden).
Zeef 1j onjuist aangebracht en/of
niet vastgezet.
Zeef goed aanbrengen en vastzetten.
Te zwak afwasprogramma gekozen. Krachtiger spoelprogramma kiezen.
Serviesgoed te sterk voorgereinigd,
daarom kiest de sensortechniek voor
een zwak spoelprogramma.
Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet
worden verwijderd.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50° of Intensief.
Hoge, smalle serviesdelen worden in
de hoeken onvoldoende uitgespoeld.
Hoge, smalle serviesdelen niet te schuin en
niet in de hoeken inruimen.
Bovenste servieskorf 1* rechts
en links niet op dezelfde hoogte
erin gezet.
Bovenkorf met hendels aan de zijkant op
dezelfde hoogte instellen.
Reinigingsmiddelresten Deksel van het reinigingsmiddelbakje
geblokkeerd door serviesgoed, daarom
gaat het deksel niet volledig open.
Deksel van het reinigingsmiddelbakje mag niet
worden gehinderd door serviesgoed.
Geen serviesgoed of geurdispenser in het
tablettenbakje doen.
Deksel van het reinigingsmiddelbakje
wordt geblokkeerd door het tablet.
Het tablet moet dwars en niet op de korte kant
worden gelegd.
Tabletten gebruikt in het
snelprogramma of korte programma.
Oplostijd van het reinigingsmiddel
wordt niet bereikt binnen het gekozen
korte programma.
Oplostijd van tabletten van een
snelprogramma of een kort programma is te
lang
Reinigingspoeder of een krachtiger
programma gebruiken.
Reinigende werking en oplosgedrag
nemen af bij langere opslagtijd, of het
reinigingsmiddel klontert sterk.
Ander reinigingsmiddel gebruiken.
Watervlekken op kunststofdelen. Druppelvorming op kunststof
oppervlakken is onvermijdelijk. Na het
afdrogen zijn watervlekken zichtbaar.
Krachtiger programma gebruiken (hoger
waterverbruik).
Schuin zetten bij het inruimen.
Glansspoelmiddel gebruiken.
Onthardingsinstelling eventueel verhogen.
Afwisbare of in water oplosbare
afzettingen in het reservoir of op
de deur.
Inhoudstoffen van het reinigingsmiddel
zetten zich af. Deze aanslag laat zich
meestal niet chemisch verwijderen
(apparaatreinigingsmiddel, ...).
Ander merk reinigingmiddel nemen.
Apparaat mechanisch reinigen.
Bij "witte afzetting" op de
reservoirbodem is de
onthardingsvoorziening ingesteld op
een grenswaarde.
Onthardingsinstelling verhogen en eventueel
een ander reinigingsmiddel gebruiken.
Deksel van het zoutreservoir 1b niet
dichtgedraaid.
Zoutreservoirdeksel goed dichtdraaien.
Alleen bij glazen: Witte, moeilijk
verwijderbare aanslag op serviesgoed,
reservoir of deur.
Zie „Schade aan glas en serviesgoed”.
Storing Oorzaak Oplossing