Operation Manual

44
NL
45
NL
gevaren die u door het geluid van de machine
niet kunt horen.
Let erop, dat er geen andere personen (in het
bijzonder kinderen) of dieren in de buurt van uw
werkgebied aanwezig zijn.
Wanneer u een vreemd voorwerp heeft geraakt,
zet u de motor uit en trekt u de bougiekabel uit.
Controleer vervolgens of alle bewegende delen
stilstaan en als er een sleutel op zit, trekt u de
sleutel uit. Kijk de grasmaaier na op bescha-
digingen en herstel eventuele schade voordat
u de grasmaaier opnieuw start en gebruikt.
Gebruik de grasmaaier nooit bij regen of in een
vochtige of natte omgeving.
Houd rekening met de tijden waarop het stil
moet zijn in de gemeente waar u woont!
Opmerkingen benzinemotor:
Let op! Brandstof is licht ontvlambaar.
Brandstof alleen in daarvoor bestemde ruimtes
bewaren. Brandstoftank alleen in de open
lucht vullen. Tijdens het vullen niet roken.
Brandstof alleen voor het starten tanken.
Als de motor loopt of als de motor nog heet is,
mag de tankdop er niet afgedraaid en brandstof
bij gevuld worden. Als er bij het tanken brandstof
over de motor gelopen is, mag de motor niet
gestart worden voordat de overgelopen brandstof
weg geveegd is en de grasmaaier van de plaats
waar de brandstof gemorst is, weg gehaald is.
Er mag geen enkele startpoging worden gedaan
tot de benzinedamp vervluchtigd is.
Om brandgevaar te voorkomen moet u de
motor en de uitlaat vrij van gras, bladeren, vet
resp. olie en buiten het bereik van brand bare
materialen houden.
Gevaar voor koolmonoxide-vergiftiging!
Motor niet in gesloten ruimtes laten lopen.
Let er bij het bijvullen van benzine en olie op
dat er geen vreemde voorwerpen (bijv. gras)
in de motor terechtkomen.
Het oliepeil altijd controleren voordat u gaat
maaien.
Uit veiligheidsoverwegingen moet de tankdop
bij beschadiging vervangen worden.
Plaats de grasmaaier nooit met brandstof in de
tank in een vertrek waarin de benzinedamp met
open vuur in aanraking zou kunnen komen.
Als de benzinetank moet worden leeggemaakt,
doet u dat alleen buiten.
Verminder de gas wanneer u de motor afzet en,
indien de motor voorzien is van een afsluitklep,
sluit u na het maaien de brandstof af.
Verander de regelinstellingen van de motor niet en
laat de motor niet op te hoog toerental draaien.
v Neem de meegeleverde gebruiksaanwijzing
van de motor in acht.
3. Functie
Maaitips: Als grasresten in de uitwerpopening blijven hangen de maaier
ca. 1 m terugtrekken zodat de grasresten er naar beneden
uitvallen kunnen.
Om een verzorgd gazon te houden raden wij aan het gazon zo
mogelijk elke week te maaien. Als het gazon vaak wordt gemaaid,
wordt het gras dichter.
Na een langere maaipauze (vakantiegazon) eerst in één richting
met de hoogste maaihoogte en dan dwars op de gewenste
maaihoogte maaien.
Het liefst alleen droge gazons maaien, bij vochtige gazons wordt
het maaibeeld niet netjes.
Mulch-tips: U verkrijgt de beste mulch-resultaten met regelmatig gras maaien,
1 – 2 keer per week, afhankelijk van de groei van het gazon.
Bij het mulchen mag het gazon maximaal tot 1/3 van de
hoogte worden gemaaid. De snijhoogte moet op ten
minste 4 cm ingesteld zijn (bij een erg dicht gazon moet
de snijhoogte indien nodig hoger worden ingesteld).
Om de grasmulch ideaal te laten vergaan moet er bij een zo
4droog mogelijk gazon gemulchd worden. Bij gazon met sterke
mosgroei resp. een vervilt gazon is mulchen niet aan te raden.
De verwijdering van mos en vilt door verticuteren is noodzakelijk.
Bij het maaien met mulchinzetstuk wordt het gemaaide gras
weer als eigen mest aan het gazon teruggegeven en er ontstaat
geen grasafval.
4. Montage
Boom monteren: 1. Schroef
1
met de hoekige
onderlegschijf
2
door de boom-
opname
3
schuiven.
2. Boomborging
4
met veer
5
,
boom
6
en ronde onderleg-
schijf
7
op de schroef
1
steken en met de vleugel -
schroef
8
vastdraaien.
De ogen
9
moeten zich
hierbij aan de kant van de
startkabel
0
bevinden.
3. Startkabel
0
door de twee
ogen
9
aan de boom
6
leiden.
0
9
6
1239
6
8
4
55
4
7
Grasvangzak monteren
(44 V / 46 VD / 46 VDA):
1. Beugel
q
zodanig in de opvangzak schuiven dat de
handgreep
w
zich bovenaan bevindt.
2. Borglussen
e
rondom de beugel
q
vouwen.
ww
e
q
e
Grasvangzak monteren
(51 VDA):
1. Plaats het deksel van de vangzak
r
zodanig van boven op
de grasvangzak
t
dat ALLE ogen
a
boven de haken
b
gepositioneerd zijn.
2. Druk het deksel van de vangzak
r
op de grasvangzak
t
tot
alle haken
b
veilig vastklikken.
3. Borglussen
e
rondom de beugel vouwen.
ß
a
ß
b
t
e
r