GEBRUIKSAANWIJZING GARDENA RobotMAAIER R38Li, R40Li, R45Li, R50Li, R70Li, R80Li OMSLAG QG, BRUX, 1155943-.indd 2 2014-10-17 10.
R40Li_NL2.fm Page 3 Friday, November 14, 2014 9:20 AM INHOUDSOPGAVE Introductie en veiligheid ................................................. 5 Inleiding ............................................................................. 5 Symbolen op het product .................................................. 6 Symbolen in de gebruiksaanwijzing .................................. 7 Veiligheidsinstructies ......................................................... 8 Presentatie ................................
1157069-36,R40Li_NL.book Page 4 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM AANTEKENINGEN Serienummer: PIN-code: Productregistratiecode: De productregistratiecode is een waardevol document en moet op een veilige plaats worden bewaard. Deze code hebt u bijvoorbeeld nodig om het product te registreren op de website van GARDENA of om de robotmaaier te ontgrendelen in het geval u uw pincode niet meer weet. De productregistratiecode staat op een apart document in de productverpakking.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 5 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID 1. Introductie en veiligheid 1.1 Inleiding Gefeliciteerd met uw keuze van een uitstekend kwaliteitsproduct. Om uw GARDENA robotmaaier optimaal te kunnen benutten is kennis nodig over de werking. Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie over de robotmaaier, de installatie en het gebruik ervan. Naast deze gebruiksaanwijzing is er aanvullende informatie te vinden op de website van GARDENA, op www.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 6 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID 1.2 Symbolen op het product Deze symbolen staan op de robotmaaier. Bestudeer ze zorgvuldig. • Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik uw robotmaaier niet voor u de inhoud begrijpt. De waarschuwingen en veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing moeten zorgvuldig worden opgevolgd om de maaier veilig en efficiënt te kunnen gebruiken.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 7 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID • De laagspanningskabel mag niet worden ingekort, verlengd of gesplitst. • Gebruik geen trimmer in de buurt van de laagspanningskabel. Wees voorzichtig bij het knippen van randen waar de kabels liggen. 1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing 3012-1351 Deze symbolen staan in de gebruiksaanwijzing. Bestudeer ze zorgvuldig. • Zet de hoofdschakelaar op 0 voordat u inspecties en/of onderhoud uitvoert.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 8 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID 1.4 Veiligheidsinstructies Gebruik • De robotmaaier is bedoeld voor het maaien van gras op open en vlakke grondoppervlakken. Hij mag uitsluitend worden gebruikt in combinatie met door de fabrikant aanbevolen apparatuur. Elk ander gebruik is onjuist. De instructies van de fabrikant over bediening, onderhoud en reparaties moeten nauwkeurig worden gevolgd.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 9 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID • Gebruik de robotmaaier niet als de hoofdschakelaar niet functioneert. • Schakel de de robotmaaier altijd uit via de hoofdschakelaar wanneer de maaier niet in gebruik is.De robotmaaier start alleen als de hoofdschakelaar op 1 staat en als de juiste PIN-code is ingevoerd. • De robotmaaier mag niet werken wanneer een sprinkler wordt gebruikt. Gebruik daarom de timerfunctie, zie 6.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 10 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID Verplaatsen Bij transport over langere afstand moet u de robotmaaier verpakken in de emballage waarin hij is geleverd. Voor veilig verplaatsen van of naar het werkgebied: 1. Druk op de STOP-knop om de robotmaaier te stoppen. Als de beveiliging is ingesteld op middelhoog of hoog niveau (zie 6.5 Veiligheid op pagina 53) moet de PIN-code worden ingevoerd.
57069-36,R40Li_NL.book Page 11 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 2. PRESENTATIE 2. Presentatie Dit hoofdstuk bevat informatie waarvan u zich bewust moet zijn bij het plannen van de installatie. Het systeem van de robotmaaier bestaat uit vier hoofdonderdelen: • Een robotmaaier die het gazon maait door in principe te bewegen in een willekeurig patroon. De robotmaaier wordt gevoed door een onderhoudsvrije accu.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 12 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 2. PRESENTATIE 2.1 Onderdelen? 2 3 5 4 1 6 28 7 15 11 8 12 14 13 9 16 10 20 21 18 17 22 23 24 19 26 25 27 3018-169 De getallen in de afbeelding komen overeen met: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 13 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 2. PRESENTATIE 2.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 14 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 2. PRESENTATIE 2.3 Werking Capaciteit De robotmaaier is geschikt voor gazons tot de max. capaciteit vermeld in het hoofdstuk Technische gegevens. Hoe groot het oppervlak is dat de robotmaaier gemaaid kan houden, hangt voornamelijk af van de toestand van de bladen en de soort, groei en vochtigheid van het gras. Ook de vorm van de tuin is van belang.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 15 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 2. PRESENTATIE Werkwijze De robotmaaier maait het gazon automatisch. Hij wisselt het maaien voortdurend af met opladen. De robotmaaier start met zoeken naar het laadstation wanneer de acculading te laag wordt. De robotmaaier maait niet wanneer hij het laadstation zoekt. Als de robotmaaier op zoek gaat naar het laadstation, zoekt hij eerst ongericht naar de geleidingsdraad.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 16 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 2. PRESENTATIE Via het controlepaneel op de bovenkant van de robotmaaier kunt u alle instellingen van de robotmaaier regelen. Open de klep voor het controlepaneel door de STOP-knop in te drukken.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 17 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 3. INSTALLATIE 3. Installatie Dit hoofdstuk beschrijft de installatie van de GARDENA robotmaaier. Lees voordat u met de installatie begint eerst het vorige hoofdstuk, 2. Presentatie. Lees ook dit hoofdstuk volledig door voordat u met de installatie begint. Hoe de installatie is uitgevoerd, beïnvloedt hoed goed de robotmaaier functioneert. Daarom is het belangrijk de installatie zorgvuldig te plannen.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 18 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 3. INSTALLATIE • Laagspanningskabel (17) • Krammen (21) • Connector voor de aansluiting van de luskabel aan het laadstation(18) • Schroeven voor het laadstation (19) • Maatstok (22) • Verbindingen voor luskabel (23) Voor de installatie heeft u ook nodig: • Hamer/kunststof moker om de haken gemakkelijker in de grond te krijgen. • Combinatietang voor het knippen van de begrenzingsdraad en het samenknijpen van de connectoren.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 19 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 3. INSTALLATIE Het laadstation moet worden geplaatst met veel vrije ruimte aan de voorzijde (ten minste 3 meter). Het kan ook het best centraal in het werkgebied worden geplaatst, zodat de robotmaaier gemakkelijker alle hoeken van het werkgebied kan bereiken. Plaats het laadstation niet in krappe ruimtes in het werkgebied. Rechts en links van het laadstation moet een recht stuk grensdraad van minimaal 1,5 meter lang liggen.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 20 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 3. INSTALLATIE Wanneer de installatie wordt uitgevoerd in een werkgebied met een steile helling (zoals rond een huis op een heuvel) moet het laadstation onder aan de helling in het werkgebied worden geplaatst. Dit maakt het eenvoudiger voor de robotmaaier om de begeleidingskabel naar het laadstation te volgen. Plaats het laadstation niet op een eiland omdat het hierdoor lastiger is om de geleidingsdraad optimaal te leggen.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 21 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 3. INSTALLATIE Het is mogelijk dat u de laagspanningskabel het werkgebied laat kruisen. De laagspanningskabel moet met haken in de grond worden gezet of worden ingegraven en de maaihoogte moet zodanig worden ingesteld dat de bladen op de bladschijf nooit in contact kunnen komen met de laagspanningskabel. Zorg dat de laagspanningskabel over de grond met krammen wordt vastgezet.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 22 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 3. INSTALLATIE Installatie en aansluiten van laadstation 1. Plaats het laadstation op een geschikte plaats. 2. Sluit de laagspanningskabel aan op het laadstation. 3. Sluit de voedingskabel van de transformator aan op een wandstopcontact van 100-240V. Wanneer de transformator wordt aangesloten buiten op een stopcontact, moet dit stopcontact zijn goedgekeurd voor gebruik buitenshuis. 4.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 23 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 3. INSTALLATIE 3.4 Installatie van begrenzingskabel De begrenzingskabel kan op een van de volgende manieren worden geïnstalleerd: 1. De kabel met krammen op de grond te bevestigen. U kunt de grensdraad het best met de haakjes vastzetten als u tijdens de eerste paar weken van het gebruik de ligging wilt kunnen bijstellen. Na enkele weken zal het gras over de draad heen zijn gegroeid, waardoor deze niet langer zichtbaar is.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 24 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 3. INSTALLATIE Afbakeningen van het werkgebied Als een hoog obstakel, bijv. een wand of een muur, aan het werkgebied grenst, moet u de begrenzingskabel 30 cm van het obstakel leggen. Dan zal de robotmaaier niet op het obstakel botsen en zal de slijtage aan de carrosserie afnemen. Ongeveer 20 cm rond het vaste obstakel zal niet worden gemaaid. Als het werkgebied aan een kleine greppel grenst, bijv.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 25 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 3. INSTALLATIE Afbakeningen in het werkgebied Gebruik de begrenzingskabel om de gebieden in het werkgebied af te bakenen door eilanden te creëren rond niet stootvaste hindernissen, bijvoorbeeld borders, struiken en fonteinen. Obstakels die tegen een stootje kunnen, bijv. bomen en struiken hoger dan 15 cm, hoeven niet afgegrensd te worden met de begrenzingskabel. De robotmaaier draait wanneer hij tegen een dergelijk obstakel stoot.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 26 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 3. INSTALLATIE Doorgangen tijdens het maaien Vermijd lang en smalle doorgangen en zones smaller dan 1,5-2 meter. Er bestaat een kans dan de robotmaaier tijdens het maaien langere tijd blijft hangen in een dergelijke doorgang of zone. Het gazon zal er dan geplet uitzien. Hellingen De begrenzingskabel kan dwars over een helling worden gelegd die minder dan 20 % helt.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 27 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 3. INSTALLATIE Plaatsen van begrenzingskabel Als u van plan bent de grensdraad met haakjes vast te zetten: • Maai het gras op de plek waar u de draad gaat leggen heel kort met een gewone grasmaaier of trimmer. In dat geval is het eenvoudiger om de kabel dicht bij de grond te leggen, waardoor de kans kleiner wordt dat de robotmaaier de kabel doorsnijdt of de isolatie van de kabel beschadigt.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 28 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 3. INSTALLATIE Uitleggen van begrenzingskabel naar het laadstation Rechts en links van het laadstation moet op één lijn met de achterkant van het laadstation een recht stuk begrenzingskabel van minstens 1,5 meter lang liggen. Zie de afbeelding. Als de grensdraad anders wordt gelegd, kan het voor de robotmaaier lastig zijn om het laadstation te vinden.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 29 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 3. INSTALLATIE 3.5 Aansluiten van begrenzingskabel Sluit de begrenzingskabel aan op het laadstation: BELANGRIJKE INFORMATIE De begrenzingskabel mag bij het aansluiten op het laadstation niet gekruist worden. Sluit het rechter uiteinde van de draad aan op de pen rechts op het laadstation en het linker uiteinde op de pen links. 1. De kabeluiteinden in het contact leggen: • Open het contact. • Leg de kabel in de uitsparing van het contact.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 30 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 3. INSTALLATIE 3.6 Installatie van begeleidingskabel De geleidingsdraad is een draad die vanaf het laadstation wordt gelegd, bijvoorbeeld richting een verre uithoek van het werkgebied of door een nauwe doorgang, en vervolgens aangesloten op de grensdraad. De begeleidingskabel wordt door de robotmaaier gebruikt om de weg naar het laadstation te vinden, maar dient ook om de robotmaaier naar uithoeken van de tuin te leiden.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 31 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 3. INSTALLATIE Plaaten en aansluiten van begeleidingskabel 1. Trek de kabel door de sleuf onderaan de laderplaat. 2. Bevestig de connector op de geleidingsdraad op dezelfde wijze als bij de grensdraad in 3.5 Aansluiten van begrenzingskabel. Sluit deze aan op de contactpen op het laadstation met de aanduiding “guide”. 3. Leg de begeleidingskabel ten minste 2 meter recht vanuit de voorkant van de laadplaat.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 32 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 3. INSTALLATIE - In de doorgang moet de begeleidingskabel daarom zodanig worden geplaatst dat de robotmaaier zo veel mogelijk ruimte heeft om te werken. De afstand tussen de grensdraad en de geleidingsdraad moet echter minimaal 30 cm bedragen. Maximaal afstand Minstens 30 cm/12” Minstens 2m/7ft Als de geleidingsdraad op een steile helling moet worden geïnstalleerd, moet de draad bij voorkeur onder een hoek op de helling worden gelegd.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 33 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 3. INSTALLATIE 6. Sluit de begeleidingskabel aan op de begrenzingskabel met behulp van een verbinding: Steek de grensdraad in elk van de openingen in de koppeling. Steek de geleidingsdraad in de middelste opening in de koppeling. Controleer of de draden volledig in de koppeling zijn gestoken, zodat de uiteinden zichtbaar zijn door het transparante deel aan de andere zijde van de koppeling.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 34 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 3. INSTALLATIE 3.7 De lus controleren Controleer het lussignaal door te kijken naar het indicatielampje op het laadstation. Zie 9.2 Indicatielampje in het laadstation op pagina 72 wanneer het lampje niet constant groen brandt. 3.8 Ingebruikname en kalibratie Voordat de robotmaaier in gebruik wordt genomen, moet er via het menu van de robotmaaier een opstartprocedure worden uitgevoerd.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 35 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 3. INSTALLATIE 3.9 Test het dokken in het laadstation Controleer voor u de robotmaaier gebruikt of die de begeleidingskabel helemaal kan volgen tot aan het laadstation en zonder problemen in het laadstation kan dokken. Voer de onderstaande test uit. 1. Open de klep van het bedieningspaneel door op de STOP-knop te drukken. 2. Plaats de robotmaaier dicht bij het punt waar de begeleidingskabel is aangesloten op de begrenzingskabel.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 36 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 4. GEBRUIK 4. Gebruik 4.1 Opladen van lege accu Wanneer de GARDENA robotmaaier nieuw is of lange tijd opgeslagen is geweest, is de accu leeg en moet voor de start worden opgeladen. Het laden duurt ongeveer 80 tot 100 minuten. 1. Zet de hoofdschakelaar in stand 1. 2. Plaats de robotmaaier in het laadstation.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 37 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 4. GEBRUIK 4.2 Gebruik van de timer Voor het beste maairesultaat mag het gras niet te vaak worden gemaaid. Gebruik de timerfunctie (zie 6.3 Timer op pagina 46) om een al te platgetreden gazon te vermijden. Ga bij het instellen van de timer ervan uit dat de robotmaaier de vermelde hoeveelheid maait van het aantal vierkante meters per uur en dag vermeld in de tabel Werkcapaciteit.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 38 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 4. GEBRUIK Voorbeeld 2 De tijden in dit voorbeeld gelden voor de GARDENA R40Li, maar voor de andere modellen geldt hetzelfde principe. Werk uren 1: 06:00 - 16:00 Werk uren 2: 20:00 - 23:00 Werkdagen: alle dagen De robotmaaier maait tussen 06.00 en 16.00 uur. Hij zal om 20.00 uur opnieuw gaan werken, maar om 22.00 uur stoppen om te rusten, totdat hij om 6.00 uur weer start.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 39 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 4. GEBRUIK 4.5 Uitschakelen 1. Druk op de STOP-knop. 2. Zet de hoofdschakelaar in stand 0. Schakel de robotmaaier altijd uit met de hoofdschakelaar als de robotmaaier moet worden onderhouden of buiten het werkgebied moet worden gebracht. 4.6 Afstellen van maaihoogte De maaihoogte kan variëren van MIN (2 cm) tot MAX (5 cm). Om de maaihoogte bij te stellen: 1. 2. Druk op de STOP-knop om de robotmaaier uit te zetten en open de klep.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 40 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 5. CONTROLEPANEEL 5. Controlepaneel Via het controlepaneel regelt u alle soorten commando's en instellingen voor de GARDENA robotmaaier . U bereikt alle functies via een aantal menu’s. Het controlepaneel bestaat uit een display en een toetsenbord. Alle informatie is te zien op het display en alle invoer doet u met behulp van de toetsen.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 41 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 5. CONTROLEPANEEL 5.1 Selectie bedieningsmodus De bedieningsselectieknop is voorzien van een huispictogram. Als deze knop wordt ingedrukt, wordt de geselecteerde bedieningsmodus op de display weergegeven. Door meerdere malen op de knop te drukken kunt u kiezen tussen drie verschillende bedieningsmodi. 1. PARKEER: Stuurt de robotmaaier naar het laadstation. Hij blijft hier totdat een andere bedieningsmodus wordt geselecteerd.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 42 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 5. CONTROLEPANEEL 5.2 Meerkeuzeknoppen De drie meerkeuzeknoppen bieden diverse functies, onder andere afhankelijk van waar in de menustructuur u zich bevindt. De functie van de knop wordt helemaal onder aan de display weergegeven. Voorbeeld: als u zich in het hoofdmenu bevindt, kunt u met de linker knop teruggaan, met de middelste knop eventuele selecties bevestigen en met de rechter knop het menu doorlopen.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 43 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 6. MENUFUNCTIES 6. Menufuncties 6.1 Hoofdmenu Het hoofdmenu van de GARDENA R38Li, R40Li, R45Li, R50Li robotmaaier heeft drie opties: • Timer • Veiligheid • Instellingen Het hoofdmenu van de GARDENA R70Li/R80Li heeft vier opties: • Timer • Installatie • Säkerhet • Inställningar Start Onder iedere keuze zit een aantal submenu’s. Via deze bereikt u alle functies om instellingen voor de robotmaaier te maken.
Werk uren 1 44 - Nederlands Werk uren 2 Werk dagen Timer Reset timer Laag Verander PIN code Middel Hoog Veiligheids Nieuw niveau lussignaal Veiligheid Land Ingestelde tijd Taal Ingestelde datum ECO- Tijd & dag modus Tijd aanduiding Backlight Datum aanduiding Aandeel Reset instellingen Over Op afstand Calibreer starten zoekdraad Instellingen 1157069-36,R40Li_NL.book Page 44 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 6. MENUFUNCTIES 6.
Werk uren 1 Werk uren 2 Nooit Reset timer Begeleiding breedte Zelden Middel Installatie Afstand Nooit Middel Afstand Zelden Aandeel Test in Vaak Altijd Over Middel Tijd & dag Taal Terug naar klantinstellingen Datum aanduiding Land Instellingen Ingestelde Ingestelde Tijd tijd aanduiding datum ECOmodus Hoog Veiligheids Nieuw niveau lussignaal Veiligheid Laag Verander PIN code Op afstand Op afstand starten 1 starten 2 Test uit Rijdt over Op afstand Op afstand Test instellingen
1157069-36,R40Li_NL.book Page 46 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 6. MENUFUNCTIES 6.3 Timer Voor het beste maairesultaat mag het gras niet te vaak worden gemaaid. Daarom is het belangrijk om de bedrijfstijd te beperken met behulp van de timerfunctie wanneer het werkgebied kleiner is dat de arbeidscapaciteit van de robotmaaier. Als de robotmaaier te veel mag maaien, kan het gazon er geplet uitzien. Bovendien wordt de robotmaaier blootgesteld aan onnodige slijtage.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 47 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 6.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 48 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 6.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 49 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 6. MENUFUNCTIES Wanneer de timerinstellingen zijn ingesteld, wordt op de startpagina een klokpictogram weergegeven. Het klokpictogram is zwart wanneer de robotmaaier niet mag maaien vanwege een timerinstelling en is wit wanneer de robotmaaier mag maaien. De robotmaaier heeft een ingebouwde rustperiode van ongeveer 8 uur per dag (11 uur voor de GARDENA R40Li). Tijdens deze periode is de robotmaaier in het laadstation geparkeerd. Zie 4.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 50 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 6. MENUFUNCTIES Breedste In een brede corridor varieert de afstand tussen de robotmaaier en de begeleidingskabel tijdens het maaien. Voor een open tuin zonder nauwe doorgangen kan het best een brede corridor worden gebruikt, om het risico van spoorvorming tot een minimum te beperken.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 51 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 6. MENUFUNCTIES • Aandeel Het aantal keren dat de robotmaaier de begeleidingskabel vanaf het laadstation moet volgen, wordt ingesteld als een percentage van het totale aantal keren dat hij het laadstation verlaat. Alle andere keren verlaat de robotmaaier het laadstation op de standaardwijze en begint hij met maaien.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 52 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 6. MENUFUNCTIES Test instellingen In het menu Test instellingen kunt u de instellingen testen voor Op afstand starten 1 en Op afstand starten 2 en controleren of de gekozen instelling voor Begeleiding breedte werkt voor het betreffende werkgebied.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 53 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 6. MENUFUNCTIES Test IN De functie Test IN maakt het mogelijk om te testen of de robotmaaier in het laadstation dokt. Test IN kan alleen worden uitgevoerd als er eerst een Test UIT is uitgevoerd. Als u die functie selecteert, rijdt de robotmaaier rechtstreeks langs de begeleidingskabel naar het laadstation om daar te dokken. De test is enkel geslaagd als de robotmaaier meteen bij de eerste poging in het laadstation dokt.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 54 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 6. MENUFUNCTIES Functie Laag Middel Hoog Tijdslot X X X X X Verzoek PIN Alarm X BELANGRIJKE INFORMATIE Wij adviseren om altijd het beveiligingsniveau Hoog te gebruiken. Tijdslot Deze functie houdt in dat de robotmaaier na 30 dagen niet meer kan worden gestart tenzij eerst de juiste PIN-code wordt ingevoerd.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 55 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 6. MENUFUNCTIES 6.6 Instellingen Over Het menu Over geeft informatie weer over het model robotmaaier, het serienummer en de verschillende softwaretoepassingen.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 56 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 6. MENUFUNCTIES Tijd & dag Met deze functie kunt u de huidige tijd en de gewenste tijdnotatie instellen op de robotmaaier . Over • Tijd Voer de juiste tijd in en druk op OK om af te sluiten. ECO-modus • Tijd aanduiding Plaats de cursor bij de gewenste tijdnotatie:12h 24h. Druk op OK om af te sluiten. Tijd & dag Datum Voer de juiste datum in en druk op OK om af te sluiten.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 57 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 6. MENUFUNCTIES Op afstand starten, R38Li, R40Li, R45Li, R50Li Een belangrijke functie van de begeleidingskabel is de mogelijkheid om de robotmaaier indien nodig naar een afgelegen deel van de tuin te leiden. Deze functie is erg nuttig in tuinen waar bijvoorbeeld de voor- en achtertuin met elkaar in verbinding staan via een smalle doorgang waarin het laadstation niet kan worden geïnstalleerd.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 58 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 6. MENUFUNCTIES Calibreer zoekdraad, R38Li, R40Li, R45Li, R50Li De functie Calibreer zoekdraad maakt het mogelijk om te testen of de robotmaaier de begeleidingskabel vanuit het laadstation kan volgen. Om de geleidingsdraad te testen: 1. Plaats de robotmaaier in het laadstation. 2. Selecteer Calibreer zoekdraad en druk op OK.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 59 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 7. TUINVOORBEELDEN 7. Tuinvoorbeelden - Voorstellen voor installatie en instellingen De werking van de robotmaaier wordt in zekere mate beïnvloed door de gekozen instellingen. Door de tuininstellingen van de robotmaaier af te stemmen op de vorm van de tuin is het voor de robotmaaier makkelijker om alle delen van de tuin regelmatig te bereiken en een perfect maairesultaat te realiseren.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 60 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 7. TUINVOORBEELDEN Voorstel voor installatie en instellingen Gebied 400 m2. Een aantal eilanden en een helling van 25%. Timer 07:00-22:00 (fabrieksinstelling) maandag-zondag Op afstand starten Aandeel Zelden (fabrieksinstelling) Opmerkingen Plaats het laadstation in het lagere deel van het werkgebied. Leg de geleidingsdraad onder een hoek over de steile helling. Gebied 200 m2.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 61 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 7. TUINVOORBEELDEN Voorstel voor installatie en instellingen Gebied 150 m2. Asymmetrisch werkgebied met een smalle doorgang en enkele eilanden.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 62 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 7. TUINVOORBEELDEN Voorstel voor installatie en instellingen Gebied 200 m2 + 50 m2 in een tweede werkgebied. Timer 07:00-18:00 maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag Aandeel Zelden (fabrieksinstelling) Opmerkingen Het tweede werkgebied wordt op woensdag en zaterdag gemaaid met behulp van de modus MAN.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 63 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 8. ONDERHOUD 8. Onderhoud Voor een betere bedrijfszekerheid en hogere levensduur, moet u de robotmaaier regelmatig controleren en schoonmaken en indien nodig versleten onderdelen vervangen. Zie 8.3 Schoonmaken voor nadere inlichtingen over reiniging. Als de robotmaaier net in gebruik wordt genomen, moeten de maaischijf en de bladen een keer per week worden geïnspecteerd.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 64 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 8. ONDERHOUD 8.1 Winterstalling Robotmaaier De robotmaaier moet zorgvuldig worden gereinigd voordat hij in de winterstalling wordt gezet. Zie 8.3 Schoonmaken op pagina 65. Om de werking en levensduur van de accu te garanderen, is het zeer belangrijk dat de robotmaaier volledig is opgeladen voordat deze gedurende de winter wordt opgeslagen.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 65 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 8. ONDERHOUD 8.3 Schoonmaken Het is belangrijk de robotmaaier schoon te houden. Een maaier waar een grote hoeveelheid gras aan blijft plakken, werkt minder goed op hellingen. Het wordt aanbevolen om voor het reinigen een borstel te gebruiken. BELANGRIJKE INFORMATIE Gebruik nooit een hogedrukreiniger, en zelfs geen stromend water, om de robotmaaier schoon te maken. Gebruik voor het schoonmaken ook nooit oplosmiddel.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 66 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 8. ONDERHOUD Carrosserie Gebruik een vochtige zachte spons of doek om de carrosserie schoon te maken. Wanneer de carrosserie sterk vervuild is, kan zelfs een zeepoplossing of afwasmiddel nodig zijn. Laadstation Ontdoe het laadstation regelmatig van gras, bladeren, twijgen en andere objecten die het dokken kunnen belemmeren. 8.4 Vervoer en verwijdering Zet de machine vast tijdens vervoer.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 67 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 8. ONDERHOUD 8.6 Vervangen van messen WAARSCHUWING Gebruik altijd originelemessen en bouten bij het vervangen. Wanneer u alleen het mes vervangt en de bout opnieuw gebruikt, kan dat ertoe leiden dat de bout tijdens het maaien slijt en afbreekt. Het mes kan dan weggeworpen worden en letsel veroorzaken. Op de robotmaaier zitten drie messen die in de maaischijf zijn geschroefd.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 68 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 8. ONDERHOUD BELANGRIJKE INFORMATIE Laad de batterij volledig aan het einde van het seizoen, voor de winteropslag. De accu vervangen Als de bedrijfstijd van de robotmaaier tussen twee laadbeurten korter dan normaal is, geeft dit aan dat de accu oud wordt en uiteindelijk moet worden vervangen. De accu is in orde zolang de robotmaaier blijft zorgen voor een goed gemaaid gazon. BELANGRIJKE INFORMATIE Gebruik altijd originele accu’s.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 69 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 9. OPSPOREN VAN STORINGEN 9. Opsporen van storingen In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van meldingen die op het display kunnen worden weergegeven als er een defect optreedt. Bij elke melding staan de mogelijke oorzaak en de te uit te voeren stappen vermeld. Dit hoofdstuk bespreekt ook een aantal symptomen die u op weg kunnen helpen als de robotmaaier niet werkt zoals verwacht.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 70 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 9. OPSPOREN VAN STORINGEN Melding Oorzaak Maatregel Vastgereden De robotmaaier zit ergens vast. Maak de robotmaaier los en verhelp de reden waarom hij is vastgereden. De robotmaaier blijft steken achter een aantal obstakels. Ga na of er obstakels zijn waardoor de robotmaaier moeilijk weg kan rijden van deze plek. De aansluitingen van de grensdraad op het laadstation zijn omgedraaid.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 71 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 9. OPSPOREN VAN STORINGEN Melding Oorzaak Maatregel Rechter wiel overbelast Linker wiel overbelast De robotmaaier is ergens in vastgelopen. Maak de robotmaaier los en neem de oorzaak voor het ontbreken van aandrijving weg. Als dit probleem wordt veroorzaakt door nat gras, wacht dan tot het gazon weer droog is voor u de robotmaaier opnieuw gebruikt. Geen aandrijving De robotmaaier zit ergens vast.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 72 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 9. OPSPOREN VAN STORINGEN 9.2 Indicatielampje in het laadstation Voor een volledig functionele installatie moet het indicatielampje in het laadstation constant groen branden. Volg de foutopsporingsgids hieronder als er iets anders wordt weergegeven. Op www.gardena.com vindt u nog meer informatie over het opsporen van fouten. Neem contact op met GARDENA Central Service als u het probleem nog steeds niet kunt verhelpen.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 73 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 9. OPSPOREN VAN STORINGEN 9.3 Symptoom Als de robotmaaier niet naar verwachting werkt, volgt u de onderstaande probleemoplossingsgids. Kijk op www.gardena.com voor een FAQ (veelgestelde vragen) voor meer gedetailleerde antwoorden op een aantal standaardvragen. Neem contact op met GARDENA Central Service als u de oorzaak van de fout nog steeds niet kunt vinden. Zie AANTEKENINGEN op pagina 4.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 74 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 9. OPSPOREN VAN STORINGEN Symptoom Oorzaak Maatregel De robotmaaier werkt op verkeerde tijd U moet de klok op de robotmaaier instellen. Stel de klok in. Zie 6.6 Instellingen. Start- en stoptijd voor het maaien zijn verkeerd aangegeven. Reset de start- en stoptijdinstelling voor maaien. Zie 6.3 Timer op pagina 46. Beschadigde messen leiden tot onbalans in het maaisysteem. Inspecteer de messen en bouten en vervang ze indien nodig.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 75 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 9. OPSPOREN VAN STORINGEN 9.4 Opsporen van breuken in de lusdraad Breuken in de lusdraad zijn meestal te wijten aan onbewuste fysieke beschadigingen aan de kabel, bijvoorbeeld bij het gebruik van een schop bij het tuinieren. In landen met nachtvorst kan de draad zelfs beschadigd raken door scherpe stenen die in de grond bewegen. Breuken kunnen ook worden veroorzaakt door de hoge spanning in de draad tijdens het installeren.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 76 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 9. OPSPOREN VAN STORINGEN 3. Sluit het laadstation aan op de voeding. Verwissel de aansluitingen van de geleidingsdraad en de grensdraad in het laadstation. a) Verwissel aansluiting AL en Guide. Als het indicatielampje geel knippert, bevindt de breuk zich ergens in de grensdraad tussen AL en het punt waar de geleidingsdraad is aangesloten op de grensdraad (dikke zwarte lijn op de afbeelding).
1157069-36,R40Li_NL.book Page 77 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 9. OPSPOREN VAN STORINGEN 4. a) Stel dat het indicatielampje geel knipperde tijdens test a) hierboven. Herstel de oorspronkelijke posities van alle aansluitingen. Koppel AR vervolgens los. Sluit een nieuwe lusdraad aan op AR. Sluit het andere uiteinde van de nieuwe lusdraad aan op een punt in het midden van de installatie.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 78 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 9. OPSPOREN VAN STORINGEN Ga zo verder totdat er nog een heel kort stuk draad over is, wat het verschil betekent tussen een knipperend blauw licht en een constant groen licht. b) Als het indicatielampje tijdens test 3b) hierboven geel knipperde, voert u een nieuwe test uit. Sluit de nieuwe lusdraad hiervoor aan op AL. 5. Wanneer de breuk is gevonden, moet het beschadigde deel worden vervangen door een nieuw stuk draad.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 79 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 10. TECHNISCHE GEGEVENS 10.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 80 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 10.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 81 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 11. GARANTIEBEPALINGEN 11. Garantiebepalingen GARDENA garandeert de werking van dit product gedurende een periode van twee jaar (vanaf de aankoopdatum). De garantie dekt ernstige materiaalof productiefouten.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 82 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 12. INFORMATIE MET BETREKKING TOT HET MILIEU 12. Informatie met betrekking tot het milieu Het symboool op de GARDENA robotmaaier of op de verpakking geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval behandeld mag worden. In plaats daarvan moet het naar een gespecialiseerd recyclingcentrum worden gebracht, waar de elektronische componenten en accu’s kunnen worden gerecycled. Zie 8.7 De accu vervangen voor het demonteren van de accu.
1157069-36,R40Li_NL.book Page 83 Thursday, November 13, 2014 4:31 PM 13. EU-VERKLARING 13. EU-verklaring EG-verklaring van overeenstemming (Geldt alleen voor Europa) Husqvarna AB, SE-561 82 Huskvarna, Zweden, tel.
WWW.GARDENA.COM We behouden ons het recht voor om zonder aankondiging vooraf wijzigingen door te voeren. Copyright © 2014 GARDENA Manufacturing GmbH. All rights reserved. OMSLAG QG, BRUX, 1155943-.indd 3 115 70 69-36 2014-10-17 10.