Operation Manual

Nederlands - 19
3. INSTALLATIE
Het is mogelijk dat u de laagspanningskabel het
werkgebied laat kruisen. De laagspanningskabel
moet met haken in de grond worden gezet of worden
ingegraven en de maaihoogte moet zodanig worden
ingesteld dat de bladen op de bladschijf nooit in
contact kunnen komen met de laagspanningskabel.
Zorg ervoor dat de laagspanningskabel over de
grond om de 75 cm wordt vastgekramd. De kabel
moet overal vlak tegen de grond liggen, zodat hij niet
wordt doorgesneden voordat de graswortels er
overheen zijn gegroeid.
De transformator moet zo worden geplaatst dat er
voldoende luchtverversing is en geen direct zonlicht.
De transformator moet onder een afdak worden
geplaatst.
Wij raden aan een aardlekschakelaar te gebruiken
wanneer u de transformator op het stopcontact
aansluit.
De transformator moet worden gemonteerd op een
verticaal oppervlak, zoals de muur van een huis.
Monteer de transformator met behulp van schroeven
in de twee bevestigingspunten.
Bevestigingsschroeven zijn niet meegeleverd. Kies
schroeven die geschikt zijn voor het materiaal van de
muur.
Monteer de transformator op een zodanige hoogte
dat er geen risico bestaat dat de transformator in
water wordt ondergedompeld (minimaal 30 cm vanaf
de grond). Plaats de transformator nooit op de grond.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De laagspanningskabel mag niet worden
ingekort of verlengd.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Plaats de laagspanningskabel zodanig dat de
bladen op de bladschijf hiermee nooit in
contact kunnen komen.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Haal de stekker uit het laadstation wanneer u
bijvoorbeeld de luskabel wilt schoonmaken
of herstellen.
min 30cm/12”