Operation Manual
Nederlands - 67
9. OPSPOREN VAN STORINGEN
9.3 Symptoom
Als de robotmaaier niet naar verwachting werkt, volgt u de onderstaande probleemoplossingsgids.
Kijk op www.gardena.com voor een FAQ (veelgestelde vragen) voor meer gedetailleerde antwoorden op
een aantal standaardvragen. Neem contact op met GARDENA Central Service als u de oorzaak van de
fout nog steeds niet kunt vinden. Zie AANTEKENINGEN op pagina 4.
Symptoom Oorzaak Maatregel
De robotmaaier heeft
moeite met dokken
De grensdraad is niet in een rechte lijn
gelegd en komt niet ver genoeg uit het
laadstation.
Controleer of het laadstation is
geïnstalleerd volgens de instructies in
3.2 Installatie van laadstation op
pagina 16.
De geleidingsdraad is niet in de sleuf
onder aan het laadstation gestoken.
Voor een goede werking is het van
cruciaal belang dat de geleidingsdraad
perfect recht ligt en zich in de juiste
positie onder het laadstation bevindt.
Zorg er daarom voor dat de
geleidingsdraad altijd in de sleuf in het
laadstation is gestoken. Zie 3.6
Installatie van begeleidingskabel.
Het laadstation bevindt zich op een
helling.
Plaats het laadstation op een volledig
vlakke ondergrond. Zie 3.2 Installatie
van laadstation op pagina 16.
Ongelijkmatig
maairesultaat
De robotmaaier werkt te weinig uren
per dag.
Verhoog het aantal werkuren. Zie 6.3
Timer op pagina 44.
De aandeelinstelling is niet goed
afgestemd op de indeling van het
werkgebied.
Controleer of Aandeel is ingesteld
op de juiste waarde. Zie 6.6
Instellingen op pagina 51.
De vorm van het werkgebied vereist
het gebruik van zowel Op afstand
starten 1 en Op afstand starten 2
opdat de robotmaaier de weg naar alle
afgelegen gebieden vindt.
Gebruik ook Op afstand starten 2
om de robotmaaier naar een
afgelegen gebied te sturen. Zie 6.4
Installatie, R70Li op pagina 45.
Geldt uitsluitend voor de
GARDENA R70Li.
Te groot werkgebied. Probeer het werkgebied te beperken
of de werktijd te verlengen. Zie 6.3
Timer op pagina 44.
Botte messen. Vervang alle messen en bouten zodat
de draaiende delen in balans zijn. Zie
8.6 Vervangen van messen op pagina
61.
De maaier lijkt meer aan de bovenkant
van een helling dan aan de onderkant
te werken.
Wijzig de instelling Tuin vorm (3-3) in
Open.
Grasopeenhoping bij de maaischijf of
rond de motoras.
Controleer of de maaischijf vrij en
soepel draait. Als dat niet het geval is,
schroeft u de maaischijf los en
verwijdert u alle gras en vreemde
voorwerpen. Zie 8.3 Schoonmaken op
pagina 59.