Gebruiksaanwijzing SILENO city, smart SILENO city SILENO life, smart SILENO life gardena.com InDesign P01 omslag P01_P02_a5.
Inhoud 1 Inleiding 1.1 Inleiding...................................................... 3 1.2 Productoverzicht.........................................4 1.3 Symbolen op het product........................... 5 1.4 Symbolen op het display............................ 6 1.5 Symbolen op de accu.................................6 1.6 Overzicht menustructuur............................ 7 1.7 Overzicht menustructuur............................ 8 1.8 Display........................................................
1 Inleiding 1.1 Inleiding Serienummer: PIN-code: Productregistratiecode: Het serienummer staat op het productplaatje en op de productverpakking. • Gebruik het serienummer om uw product te registreren op www.gardena.com. 1.1.1 Ondersteuning Neem contact op met uw GARDENA Central Service voor ondersteuning met betrekking tot het GARDENA-product. 1.1.2 Productbeschrijving Let op: GARDENA werkt het uiterlijk en de werking van producten regelmatig bij. Zie Ondersteuning op pagina 3.
1.2 Productoverzicht 3 7 2 6 8 1 4 9 16 10 17 5 13 15 19 12 22 11 23 21 14 20 18 24 27 29 25 28 26 30 De nummers in de afbeelding geven het volgende aan: 1. 2. 3. 4. Behuizing Klep voor display en toetsenbord Stopknop Achterwiel (SILENO city)/achterwielen (SILENO life) 5. Voorwielen 6. Laadstation 7. Contactstrips 8. LED voor controle van de werking van het laadstation, begrenzingsdraad en begeleidingsdraad 9. Maaihoogteafstelling 10. Productplaatje 4 - Inleiding 11. 12. 13. 14.
23. Stekker voor de lusdraad 24. Schroeven voor bevestiging van het laadstation 25. Meetlat voor hulp bij het installeren van de begrenzingsdraad (de meetlat is losgeraakt uit de doos) 26. voeding Smart Gateway (alleen voor smartmodel) 27. Laagspanningskabel 28. Smart Gateway (alleen voor smart-model) 29. LAN-kabel Smart Gateway (alleen voor smart-model) 30. Bedieningshandleiding en beknopte handleiding 1.3 Symbolen op het product Deze symbolen staan op het product. Bestudeer ze zorgvuldig.
Het is niet toegestaan om dit product als normaal huishoudelijk afval af te voeren. Zorg dat het product wordt gerecycled volgens de lokale wettelijke voorschriften. Het product heft de schemafunctie op. De laagspanningskabel mag niet worden ingekort, verlengd of gesplitst. De accu-indicator geeft het laadniveau van de accu aan. Wanneer het product wordt opgeladen, knippert het symbool. Gebruik geen trimmer in de buurt van de laagspanningskabel.
1.6 Overzicht menustructuur Schema Wizard Uitgebreid Weekoverzicht Periode 1 alle Ma dagen Periode 2 Di Wo Do Kopiëren Vr Za Zo Reset Huidige dag Heel de week SensorControl** SensorControl gebruiken Maaitijd Laag/mid.
1.
1.8 Display Op het display op het product wordt informatie over de instellingen van het product weergegeven. Druk op STOP om naar het display te gaan. 1.9 Toetsenbord Het toetsenbord bestaat uit 6 groepen knoppen: 5 2 1 3 4 6 1. 2. 3. De AAN/UIT-knop wordt gebruikt om het product AAN/UIT te zetten. Het indicatielampje op de AAN/UIT-knop is een belangrijke indicator. Zie Het indicatielampje op pagina 30. De knop Start wordt gebruikt om het product te starten.
2 Veiligheid 2.1 Veiligheidsdefinities Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en opmerkingen worden gebruikt om te wijzen op belangrijke delen van de handleiding. WAARSCHUWING: Wordt gebruikt om te wijzen op de kans op ernstig of fataal letsel voor de gebruiker of omstanders wanneer de instructies in de handleiding niet worden gevolgd.
2.2.1 BELANGRIJK. ZORGVULDIG LEZEN VOOR GEBRUIK. BEWAREN OM LATER TE KUNNEN RAADPLEGEN De gebruiker is verantwoordelijk voor ongelukken met andere mensen of beschadigingen van hun eigendommen.
tekst bevatten: Waarschuwing! Automatische gazonmaaier! Blijf uit de buurt van de machine! Houd toezicht op kinderen! WAARSCHUWING: Het product kan gevaarlijk zijn wanneer het verkeerd wordt gebruikt. WAARSCHUWING: Gebruik het product niet als personen, met name kinderen, of huisdieren zich in het werkgebied bevinden. WAARSCHUWING: Houd uw handen en voeten uit de buurt van de roterende messen. Plaats uw handen of voeten niet in de buurt van of onder het product wanneer de motor draait.
met de AAN/UIT-knop voordat u een blokkade verwijdert. • • • • • • • • • • • Start het product volgens de instructies. Wanneer het product is ingeschakeld, dient u ervoor te zorgen dat u uw handen en voeten uit de buurt van de roterende messen houdt. Plaats uw handen of voeten nooit onder het product. Raak nooit bewegende gevaarlijke onderdelen, zoals de maaischijf, aan voordat de maaier volledig tot stilstand is gekomen. Til het product nooit op en draag het niet rond terwijl het is ingeschakeld.
product worden beschadigd. Druk op STOP en trek het product uit het laadstation voordat u het optilt. 2.3.4 Onderhoud 2. Druk op de AAN/UIT-knop en zorg ervoor dat het product is uitgeschakeld. Controleer of het indicatielampje op de AAN/UIT-knop niet brandt. Dit betekent dat het product is uitgeschakeld. Zie Het indicatielampje op pagina 30. 3. Draag het product aan de hendel met de maaischijf uit de buurt van uw lichaam.
1. 2. 3. Markeer de draden om eenvoudig opnieuw verbinding te maken. De aansluitingen op het laadstation zijn gemarkeerd met R, L en GUIDE. Koppel alle aangesloten kabels en de voeding los. Sluit alle kabels en de voeding weer aan als er geen onweer meer dreigt. Het is belangrijk dat elke draad op de juiste plaats wordt aangesloten.
3 Installatie 3.1 Inleiding - installatie • Let op: Gaten met water in het gazon kunnen schade aan het product veroorzaken. WAARSCHUWING: Zorg dat u het hoofdstuk over veiligheid hebt gelezen en begrepen voordat u het product monteert. OPGELET: Gebruik alleen originele reserveonderdelen en origineel installatiemateriaal. Vul de gaten in het gazon. 3.3.1 Onderzoeken waar het laadstation moet worden geplaatst • • Let op: Zie www.gardena.com voor meer informatie over de installatie.
OPGELET: Zorg ervoor dat de messen op het product niet de laagspanningskabel doorsnijden. OPGELET: Plaats de laagspanningskabel niet in een spoel of onder de plaat van het laadstation. De bobine veroorzaakt interferentie met het signaal van het laadstation. Max +/- 2 cm / 0.8 in. • • • Plaats het laadstation in het laagst mogelijke deel van het werkgebied. Plaats het laadstation in een gebied met bescherming tegen de zon.
• • • • Zet de begrenzingsdraad 35 cm/14 inch (B) van een hindernis af die meer dan 5 cm/2 inch hoog is. Zet de begrenzingsdraad 30 cm/12 inch (C) van een obstakel af dat 1-5 cm/0.4-2 inch hoog is. Zet de begrenzingsdraad 10 cm/4 inch (D) van een hindernis af die kleiner is dan 1 cm/0.4 inch. Als u een tegelpad op niveau van het gazon hebt, plaatst u de begrenzingsdraad lager dan de tegels.
OPGELET: Kruis geen gedeelte van de begrenzingsdraad over een ander gedeelte. De begrenzingsdraadgedeelten moeten evenwijdig lopen. worden geselecteerd. Zie 2e gebied op pagina 31. 3.3.4 Onderzoeken waar de geleidingsdraad moet worden gelegd • OPGELET: Kruis de geleidingsdraad niet over de begrenzingsdraad, bijvoorbeeld een begrenzingsdraad die naar een eiland gaat. Plaats de geleidingsdraad in een lijn op minimaal 1 m/3.3 ft afstand vóór het laadstation. G Min 1m / 3.3ft • 3.3.3.
3.3.5 Voorbeelden van werkgebieden 3.4 Montage van het product 3.4.1 Laadstation monteren WAARSCHUWING: Volg de nationale voorschriften voor elektrische veiligheid. D 1. A 2. 3. B 4. Lees en begrijp de instructies over het laadstation. Zie Onderzoeken waar het laadstation moet worden geplaatst op pagina 16. Plaats het laadstation in het geselecteerde gebied. Sluit de laagspanningskabel aan op het laadstation. Zet de voeding op een minimale hoogte van 30 cm/12 inch.
7. 8. Sluit de kabels aan op het laadstation. Zie De begrenzingsdraad installeren op pagina 21 en De geleidingsdraad installeren op pagina 21. Bevestig het laadstation aan de grond met behulp van de bijgeleverde schroeven. OPGELET: Het is niet toegestaan om nieuwe gaten in de plaat van het laadstation te maken. 4. Druk de geleidingsdraad door de sleuf in de plaat van het laadstation. 5. Druk de connector op de metalen pen met het merkteken "G". 6.
3.5 De draad in positie zetten met staken • • • Plaats de begrenzingsdraad en de geleidingsdraad op de grond. Zet de staken op minimaal 75 cm/30 inch afstand van elkaar. Bevestig de staken in de grond met een (kunststof) hamer. OPGELET: Zorg ervoor dat de staken de begrenzingsdraad en de geleidingsdraad tegen de grond houden. werkgebied. Gebruik originele reserveonderdelen, bijvoorbeeld koppelingen. 1.
2. Druk op de pijltoetsen en de knop OK. Selecteer taal, land, datum, tijd en stel een pincode in. 3.10.2 De schema-instellingen uitvoeren Let op: Het is niet mogelijk om 0000 als pincode te gebruiken. 3. Plaats het product in het laadstation. 4. Druk op START en sluit de klep. 3.10.2.1 Wizard De wizard is een snelle tool om geschikte schema-instellingen voor uw gazon te vinden. 3.9.3 Kalibratie begeleidingsdraad 1.
Let op: De werkcapaciteit is bij benadering en de schema-instellingen kunnen worden aangepast. Model Geschatte werkcapaciteit, m2/yd2/u 1250 m2 60 / 72 m2 61 / 73 1000 750 m2 62 / 74 500 m2 41 / 49 250 m2 45 / 54 Voorbeeld: Een gazon van 500 m2/600 yd2, gemaaid met een SILENO life gespecificeerd voor 1250 m2. 500 m2/60 ≈ 8.5 u. 3.10.2.4 De schema-instelling kopiëren 1. Voer stappen 1-3 uit in Toegang krijgen tot het menu op pagina 23. 2.
Midden Werking Laag (SILENO life) Hoog Hoog (SILENO life) (SILENO city) Alarm X Pincode Tijdsslot • • • X X X X X Alarm - een alarm gaat af als de pincode niet binnen 10 seconden wordt ingevoerd nadat de STOP-knop is ingedrukt. Het alarm gaat ook af wanneer het product wordt opgetild. Het alarm stopt wanneer de pincode wordt ingevoerd. Pincode - de juiste pincode moet worden ingevoerd om toegang te krijgen tot de menustructuur van het product.
3. Gebruik de pijltoetsen om de frequentie Laag, Midden of Hoog te selecteren. 3.10.5.2 De functie Tuindekking testen 4. Druk op de knop TERUG. 1. Plaats het product in het laadstation. 2. Voer stap 1-3 uit in Toegang krijgen tot het menu op pagina 23. 3. Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de menustructuur Instellingen > Tuindekking > Gebied 1-3 > Meer > Testen te doorlopen. 4. Druk op de knop OK. 5. Druk op de START-knop. 6. Sluit de klep. 7.
3.10.5.5 De instellingen Tuindekking terugzetten 3. Gebruik de pijltoetsen om de afstand in cm in te stellen. U kunt de instellingen Tuindekking voor elk gebied terugzetten en de fabrieksinstelling gebruiken. 4. Druk op de knop TERUG. 1. Voer stappen 1-3 uit in Toegang krijgen tot het menu op pagina 23. 2. Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de menustructuur Instellingen > Tuindekking > Gebied 1-3 > Meer > Herstellen te doorlopen. 3. Druk op de knop OK. 3.10.
3.10.10 Algemeen In Algemeen kunt u de algemene instellingen van het product wijzigen. 3.10.10.1 De datum en tijd instellen 1. Voer stappen 1-3 uit in Toegang krijgen tot het menu op pagina 23. 2. Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de menustructuur Instellingen > Algemeen > Tijd en datum te doorlopen. 3. Gebruik de pijltoetsen om de tijd in te stellen en druk vervolgens op de knop TERUG. 4. Gebruik de pijltoetsen om de datum in te stellen en druk vervolgens op de knop TERUG. 5.
1. 2. 3. 4. Selecteer het pictogram van het smart system in het hoofdmenu van het product en druk op OK. De optie Integratiemodus activeren verschijnt op het display. Selecteer Ja door op de pijltoets rechts te drukken en druk vervolgens op OK. Voer de pincode in met de pijltoetsen omhoog/omlaag en druk op OK. De integratiecode wordt weergegeven in het display van het product.
4 Werking 4.1 De AAN/UIT-knop WAARSCHUWING: Het is alleen veilig om een inspectie of onderhoud aan het product uit te voeren als dit is uitgeschakeld. Het product is uitgeschakeld wanneer het lampje van de AAN/UIT-knop niet brandt. WAARSCHUWING: Lees de veiligheidsinstructies zorgvuldig door voordat u het product start. WAARSCHUWING: Houd uw handen en voeten uit de buurt van de roterende messen. Plaats uw handen of voeten niet in de buurt van of onder de machine wanneer de motor draait.
Intens maaien is handig om snel een gebied te maaien waar het gras minder gemaaid is dan elders in de tuin. U moet het product handmatig verplaatsen naar het gekozen gebied. Intens maaien betekent dat het product in een spiraalvormig patroon maait om het gras te maaien in het gebied waar het is gestart. Wanneer dit is gebeurd, schakelt het product automatisch terug naar Hoofdgebied of Bijgebied. 4.3.
4.6 Schema en Stand-by Het product heeft een voorgeprogrammeerde stand-bytijd die overeenkomt met de tabel voor rusttijden. Deze stand-by-tijd biedt bijvoorbeeld een goede mogelijkheid om het gazon te besproeien of om er op te spelen. Model Standby-tijd, minimaal aantal uren per dag 1250 m2 3 m2 8 1000 500 m2 13 m2 19 250 4.6.1 Voorbeeld 1 Dit voorbeeld is van toepassing op producten met een gespecificeerd werkgebied van 500 m2, maar het principe is hetzelfde voor de andere modellen.
Voorbeeld: Een gespecificeerd werkgebied van 500 m2 Bedrijf, A + C = max. uren 11 Laden/stand-by, B + D = min. uren 13 4.8.1 De maaihoogte aanpassen 1. Druk op de STOP-knop om het product te stoppen. 2. Open de klep. 3. Draai de knop in de vereiste positie. 4.7 De accu opladen Wanneer het product nieuw is of langere tijd is opgeslagen, is de accu mogelijk leeg en moet deze voor gebruik worden geladen. In de modus Hoofdgebied wisselt het product automatisch tussen maaien en opladen.
5 Onderhoud 5.1 Introductie - onderhoud 5.2 Product reinigen Voor een betere betrouwbaarheid en langere levensduur: controleer en reinig het product regelmatig en vervang versleten onderdelen, indien nodig. Alle onderhoud en reparaties moeten worden uitgevoerd volgens de instructies van GARDENA. Zie Garantiebepalingen op pagina 54. Het is belangrijk om het product schoon te houden. Een product waar een grote hoeveelheid gras aan blijft plakken, werkt minder goed op hellingen.
wielen kan van invloed zijn op de wijze waarop het product op hellingen werkt. 5.3.1 Messen vervangen 1. Druk op de STOP-knop. 5.2.3 Kap 2. Open de klep. Gebruik een vochtige, zachte spons of doek om de kap te reinigen. Als de kap erg vuil is, kunt u ook een zeepoplossing of afwasmiddel gebruiken. 3. Druk gedurende 3 seconden op de AAN/ UIT-knop om het product uit te schakelen. 4. Controleer of het indicatielampje op de AAN/UIT-knop niet brandt. 5. Draai het product ondersteboven.
Gebruik geen niet-oplaadbare accu's. Het apparaat moet zijn losgekoppeld van de voeding wanneer de accu wordt verwijderd. gebruikers zullen in dat geval op de hoogte gesteld worden. 5.5 Accu WAARSCHUWING: Laad het product alleen op met een laadstation dat daarvoor bedoeld is. Onjuist gebruik kan leiden tot elektrische schokken, oververhitting of lekkage van corroderende vloeistof uit de accu. Bij lekkage van elektrolyt spoelt u deze weg met water.
9. Plaats de nieuwe accu in de accuhouder. Let op: De sticker met "This side down" (Deze kant onder) moet omhoog gericht zijn wanneer u de accu plaatst. Dit betekent dat "This side down" (Deze kant onder) naar beneden is gericht wanneer het product op de wielen staat. 10. Plaats de accuhouder (inclusief accu) terug op zijn plaats in het product. 11. Sluit de kabel aan 12. Plaats het accudeksel zonder de kabels vast te klemmen.
6 Probleemoplossing 6.1 Introductie - problemen oplossen In dit hoofdstuk worden storingen en symptomen beschreven en vindt u informatie indien het product niet naar verwachting werkt. Meer suggesties voor uit te voeren stappen bij storingen of symptomen zijn te vinden www.gardena.com.
6.2 Foutmeldingen Hieronder vindt u een aantal foutmeldingen die op het display van het product kunnen worden weergegeven. Neem contact op met de klantenservice van GARDENA als dezelfde melding vaak verschijnt. Melding Oorzaak Actie Wielmotor vast, links Er zit gras of iets anders rond het aandrijfwiel. Controleer het aandrijfwiel en verwijder het gras of ander materiaal. Wielmotor vast, rechts Er zit gras of iets anders rond het aandrijfwiel.
Melding Oorzaak Actie Vastgelopen Het product is ergens in vastgelopen. Maak het product los en neem de oorzaak voor het vastlopen weg. Het product is blijven steken achter een Ga na of er obstakels zijn die het voor aantal obstakels. het product moeilijk maken om weg te rijden van deze plek. Buiten maaigebied De aansluitingen van de begrenzingsdraad op het laadstation zijn gekruist. Controleer of de begrenzingsdraad correct is aangesloten.
Melding Oorzaak Actie Geen aandrijving Het product is ergens in vastgelopen. Maak het product los en neem de oorzaak van het niet kunnen bewegen weg. Als nat gras de oorzaak is, wacht dan tot het gazon weer droog is voordat u het product opnieuw gebruikt. Het werkgebied bevat een steile helling. Steilere hellingen moeten worden geïsoleerd. Zie Onderzoeken waar de ge- leidingsdraad moet worden gelegd op pagina 19.
Melding Oorzaak Actie Volgende start hh:mm De schema-instelling belet het product om te werken. Wijzig de schema-instellingen. Zie De schema-instellingen uitvoeren op pagina 23. De rustperiode is bezig. Het product heeft een voorgeprogrammeerde stand-by-tijd die overeenkomt met de tabel voor rusttijden. Dit gedrag is normaal en er hoeft geen actie te worden ondernomen. De klok op het product geeft niet de juiste tijd aan. Stel de tijd in. Zie De datum en tijd instellen op pagina 28.
Melding Oorzaak Laadstroom te hoog Verkeerde of defecte voedingseenheid. Start het product opnieuw op. Verbindingsprobleem Potentieel probleem op de connectiviteitsprintplaat in het product. Verbindingsinstellingen hersteld De verbindingsinstellingen zijn hersteld Controleer de instellingen en wijzig ze vanwege een storing. waar nodig. Kwaliteit signaal slecht De connectiviteitsprintplaat in het product is ondersteboven geassembleerd of het product is gekanteld of ligt ondersteboven.
6.3 Informatiemeldingen Hieronder vindt u een aantal informatiemeldingen die op het display van het product kunnen worden weergegeven. Neem contact op met de klantenservice van GARDENA als dezelfde melding vaak verschijnt. Melding Oorzaak Actie Lage accuspanning Het product kan het laadstation niet vinden. Controleer of het laadstation en de begeleidingsdraad zijn geïnstalleerd volgens de instructies. Zie De geleidingsdraad installeren op pagina 21.
6.4 Indicatielampje in het laadstation Voor een volledig werkende installatie moet het indicatielampje in het laadstation constant groen branden of groen knipperen. Volg de foutopsporingsgids hieronder als er iets anders wordt weergegeven. Op www.gardena.com vindt u nog meer hulp. Neem contact op met de klantenservice van GARDENA als u nog steeds hulp nodig hebt.
6.5 Symptomen Als uw product niet naar verwachting werkt, volgt u de onderstaande symptoomgids. Kijk op www.gardena.com voor een FAQ (veelgestelde vragen) voor meer gedetailleerde antwoorden op een aantal standaardvragen. Neem contact op met klantenservice van GARDENA als u de oorzaak van de fout nog steeds niet kunt vinden. Symptomen Oorzaak Actie Het product heeft moeite met dokken.
Symptomen Oorzaak Actie Zowel de maaitijd als de laadtijd is korter dan normaal. De accu is versleten. Vervang de accu. Zie Accu op pagina 36. Het product staat urenlang geparkeerd in het laadstation. Het product heeft een voorgeprogrammeerde stand-by-tijd die overeenkomt met de tabel voor rusttijden. Zie Schema en Stand-by op pagina 32. Geen actie. De STOP- knop is ingedrukt. Open de klep, voer de PIN-code in en bevestig met de OK-knop. Druk op de Start-knop en sluit vervolgens de klep.
mindere kwaliteit dan de originele koppeling werd gebruikt. Controleer eerst alle bij u bekende lassen voordat u verdergaat met de foutopsporing. GUIDE R Een draadbreuk kan worden opgespoord door de afstand van de lus waar de breuk kan zijn opgetreden steeds te halveren, totdat er nog maar een kort stuk draad over is. De volgende methode werkt niet wanneer de ECO-modus actief is. Zorg dat de ECO-modus eerst wordt uitgeschakeld. Zie ECO-modus op pagina 27. 1.
controleer opnieuw of het indicatielampje groen is. vervangen tussen L en het punt waar de begeleidingsdraad is aangesloten op de begrenzingsdraad (dikke zwarte lijn). b) Als de vermoedelijk defecte begrenzingsdraad lang is (dikke zwarte lijn), ga dan als volgt te werk: Zet L en GUIDE terug in hun oorspronkelijke posities. Koppel daarna R los. Sluit een nieuwe lusdraad aan op R. Sluit het andere uiteinde van de nieuwe lusdraad aan op een punt in het midden van het vermoedelijk defecte deel van de draad.
7 Vervoer, opslag en verwerking 7.1 Transport De meegeleverde Li-ion-accu's voldoen aan de wettelijke vereisten voor gevaarlijke goederen. • • Neem alle van toepassing zijnde nationale voorschriften in acht. Neem de bijzondere voorschriften op de verpakking en labels voor commercieel transport in acht. Dit geldt ook voor derden en expediteurs. 7.2 Opslag • • • • • • Laad het product volledig op. Zie De accu opladen op pagina 33. Koppel het product los met de AAN/UITknop. Zie De AAN/UIT-knop op pagina 30.
8 Technische gegevens 8.1 Technische gegevens Gegevens SILENO city SILENO life smart SILENO city smart SILENO life Lengte, cm 55 58 Breedte, cm 38 39 Hoogte, cm 23 23 Gewicht, kg 7,3 7,3 Elektrisch systeem SILENO city SILENO life smart SILENO city smart SILENO life Afmetingen Accu, lithium-ion 18 V/2,1 Ah art.nr. 584 85 28-01, 584 85 28-02 Accu, lithium-ion 18 V/2,0 Ah art.nr. 590 21 42-02 Accu, lithium-ion 18,25 V/2,0 Ah art.nr.
Geluidsemissie gemeten in de omgeving als geluidsvermogen2 SILENO city SILENO life smart SILENO city smart SILENO life Gemeten geluidsvermogensniveau, dB (A) 56 56 Onzekerheidsmarge geluidsemissies KWA, dB (A) 2 2 Gegarandeerd geluidsvermogensniveau, dB (A) 58 58 Geluidsdrukniveau bij het oor van de gebruiker, dB (A) 3 45 45 De geluidsemissiedeclaraties zijn conform EN 50636-2-107:2015 Maaien SILENO city SILENO life smart SILENO city smart SILENO life Maaisysteem 3 scharnierende messen
Interne SRD (short range device) SILENO city, SILENO life smart SILENO city, smart SILENO life Bedrijfsfrequentieband, MHz - 863-870 Maximaal uitgezonden vermogen, dBm - 14 Zendbereik in het vrije veld, ca. m - 100 Husqvarna AB staat niet garant voor volledige compatibiliteit tussen het product en andere typen draadloze systemen, zoals afstandsbedieningen, radiozenders, ringleidingen, ondergrondse elektrische afrasteringen of dergelijke. De producten zijn geproduceerd in Engeland of Tsjechië.
9 Garantie 9.1 Garantiebepalingen GARDENA garandeert de werking van dit product gedurende een periode van twee jaar (vanaf de aankoopdatum). De garantie dekt ernstige materiaal- of productiefouten. Binnen de garantieperiode zullen wij kosteloos het product vervangen of repareren, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: • • dat u het betalingsbewijs en het serienummer van het product bij de hand hebt wanneer u contact opneemt met de klantenservice van GARDENA.
10 EG verklaring van overeenstemming 10.1 EG verklaring van overeenstemming Husqvarna AB, SE–561 82 Huskvarna, Zweden, tel.: +46-36-146500, verklaart dat de robotmaaiers GARDENA SILENO city, GARDENA smart SILENO city, GARDENA SILENO life en GARDENA smart SILENO life met serienummers vanaf 2018 week 48 (het jaartal staat duidelijk op het productplaatje vermeld, gevolgd door het serienummer) voldoen aan de eisen die in de RICHTLIJNEN VAN DE RAAD zijn opgenomen: • Richtlijn "betreffende machines" 2006/42/EG.
ORIGINELE INSTRUCTIES We behouden ons het recht voor om zonder aankondiging vooraf wijzigingen door te voeren. Copyright © 2019 GARDENA Manufacturing GmbH. All rights reserved. 114 05 86-36 2019-01-15 InDesign P01 omslag P01_P02_a5.