operation manual

NL
- 83 -
7. Reiniging, onderhoud, opbergen
en bestellen van wisselstukken
Trek vóór alle schoonmaak- en onderhoudswerk-
zaamheid de bougiestekker uit het stopcontact.
7.1 Reiniging
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt.
7.2 Onderhoud
Let op! Alle onderhoudswerkzaamheden op de
kettingzaag buiten de punten vermeld in deze
handleiding mogen slechts door de geautoriseer-
de klantenservice worden uitgevoerd.
7.2.1 Bedrijfstest van de kettingrem
Controleer regelmatig of de kettingrem naar be-
horen werkt. Test de kettingrem voor elke snede,
na herhaaldelijk snijden en in elk geval aan het
einde van onderhoudswerkzaamheden die aan
de kettingrem worden verricht.
Test de kettingrem als volgt (Fig. 10):
1. Leg de zaag op een schone, vaste en e en
onderlaag.
2. Start de motor.
3. Grijp de achterste greep (A) met de rechter-
hand vast.
4. Met de linkerhand pakt u de voorste greep (B)
[niet de kettingremhendel (C)] vast.
5. Breng de gashendel naar de stand 1/3
toerental en activeer dan meteen de ket-
tingremhendel (C).
Let op! Activeer de kettingrem langzaam en met
overleg. De zaag mag niets aanraken en mag
evenmin vooraan omlaag hangen.
6. De ketting moet abrupt stoppen. Laat vervol-
gens de veiligheidslosser meteen los.
Let op! Als de ketting niet stopt, zet u de motor
af en brengt u de zaag naar de geautoriseerde
plaatselijke dienst na verkoop van iSC om ze te
laten herstellen.
7. Als de kettingrem naar behoren werkt, stopt u
de motor en brengt u de kettingrem opnieuw
naar de stand “ONTKOPPELD”.
7.2.2 Lucht lter
Let op! Gebruik de zaag nooit zonder lucht lter.
Anders worden stof en vuil de motor in gezogen
die daardoor schade oploopt. Hou de lucht lter
schoon! De lucht lter moet om de 20 bedrijfsuren
worden gereinigd of vervangen.
Schoonmaken van de lucht lter ( g.
18A/18B)
1. Verwijder de bovenste afdekking (A) door de
bevestigingsschroef (B) van de afdekking te
verwijderen. De afdekking kan dan worden
weggenomen ( g. 18A).
2. Til er de lucht lter (C) uit ( g. 18B).
3. Maak de lucht lter schoon. Was de lter in
schoon warm zeepsop. Laat hem dan aan de
lucht helemaal drogen.
Aanwijzing: Het is aan te raden een lter altijd in
reserve te houden.
4. Zet de lucht lter terug in. Breng de afdekking
van de motor/lucht lter weer aan. Let erop dat
de afdekking exact terug op zijn plaats komt.
Haal de bevestigingsschroef van de afdek-
king aan.
7.2.3 Brandsto lter
Let op! Gebruik de zaag nooit zonder de brand-
sto lter. Telkens na 100 bedrijfsuren moet de
brandsto lter worden schoongemaakt of bij
beschadiging vervangen. Maak de brandstoftank
helemaal leeg voordat u de lter verwisselt.
1. Neem de dop van de brandstoftank af.
2. Buig een zachte metalen draad passend.
3. Steek de draad de opening van de brand-
stoftank in en haak de brandstofslang eraan
vast. Trek de brandstofslang behoedzaam
de opening uit tot u hem met de vingers kan
vastgrijpen.
Aanwijzing: Trek de slang niet helemaal de tank
uit.
4. Til de lter (A) de tank uit ( g. 19).
5. Trek de lter met een draaibeweging af en
Anl_GMSE_1535_SPK7_Teil1.indb 83Anl_GMSE_1535_SPK7_Teil1.indb 83 09.05.14 08:2909.05.14 08:29