Operation Manual

Spaarstand: Hiermee stelt u de time-outinstelling voor de
spaarstand in voor een activiteit (Time-outinstellingen voor de
spaarstand).
Achtergrondkleur: Hiermee stelt u de achtergrondkleur van
elke activiteit in op zwart of wit.
Accentkleur: Hiermee stelt u de accentkleur van elke activiteit
in, waaraan u kunt zien welke activiteit actief is.
Status: Hiermee wordt de geselecteerde activiteit in de lijst met
apps weergegeven of verborgen.
Omhoog: Hiermee wijzigt u de positie van de activiteit in de lijst
met apps.
Omlaag: Hiermee wijzigt u de positie van de activiteit in de lijst
met apps.
Verwijder: Verwijdert de activiteit.
OPMERKING: Hiermee wordt de activiteit uit de lijst met
apps en alle door de gebruiker ingevoerde
activiteitinstellingen verwijderd. U kunt de fabrieksinstellingen
van het toestel herstellen om een verwijderde activiteit weer
aan de lijst toe te voegen (Alle standaardinstellingen
herstellen).
Wijzig naam: Hiermee stelt u de naam van de activiteit in.
Gegevensschermen aanpassen
U kunt voor elke activiteit de lay-out en inhoud van
gegevensschermen weergeven, verbergen of wijzigen.
1
Houd ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Apps.
3
Selecteer de activiteit om deze aan te passen.
4
Selecteer Gegevensschermen.
5
Selecteer een gegevensscherm dat u wilt aanpassen.
6
Selecteer een optie:
Selecteer Status om het gegevensscherm in of uit te
schakelen.
Selecteer Indeling om het aantal gegevensvelden in het
gegevensscherm te wijzigen.
Selecteer een gegevensveld om het type gegevens in het
veld te wijzigen.
Waarschuwingen
U kunt waarschuwingen instellen voor elke activiteit om u te
helpen specifieke doelen te bereiken, uw omgevingsbewustzijn
te vergroten of naar uw bestemming te navigeren. Sommige
waarschuwingen zijn alleen beschikbaar voor specifieke
activiteiten. Er zijn drie typen waarschuwingen:
Gebeurteniswaarschuwingen, bereikwaarschuwingen en
terugkerende waarschuwingen.
Gebeurteniswaarschuwing: Een gebeurteniswaarschuwing
wordt eenmaal afgegeven. De gebeurtenis is een specifieke
waarde. U kunt het toestel bijvoorbeeld instellen om u te
waarschuwen wanneer u een bepaalde hoogte bereikt.
Bereikwaarschuwing: Een bereikwaarschuwing wordt telkens
afgegeven wanneer het toestel een waarde meet die boven
of onder een opgegeven waardenbereik ligt. Zo kunt u
bijvoorbeeld instellen dat het toestel u waarschuwt als uw
hartslag lager is dan 60 bpm (slagen per minuut) of hoger
dan 210 bpm.
Terugkerende waarschuwing: Een terugkerende
waarschuwing wordt afgegeven telkens wanneer het toestel
een opgegeven waarde of interval registreert. U kunt
bijvoorbeeld instellen dat het toestel u elke 30 minuten
waarschuwt.
Waarschuwingsnaam Waarschuwingstype Beschrijving
Cadans Bereik U kunt minimale en
maximale
cadanswaarden
instellen.
Calorieën Gebeurtenis,
terugkerend
U kunt het aantal
calorieën instellen.
Aangepast Terugkerend U kunt een bestaand
bericht selecteren of
een aangepast bericht
maken en een
waarschuwingstype
selecteren.
Afstand Terugkerend U kunt een
afstandsinterval
instellen.
Hoogte Bereik U kunt minimale en
maximale
hoogtewaarden
instellen.
Hartslag Bereik U kunt minimale en
maximale waarden
voor de hartslag
instellen of
zonewijzigingen
selecteren. Zie
Hartslagzones en
Berekeningen van
hartslagzones.
Tempo Bereik U kunt minimale en
maximale
tempowaarden
instellen.
Vermogen Bereik U kunt het hoge of lage
vermogensniveau
instellen.
Ren/Loop Terugkerend U kunt regelmatige
looppauzes inlassen.
Snelheid Bereik U kunt minimale en
maximale
snelheidswaarden
instellen.
Tijd Gebeurtenis,
terugkerend
U kunt een tijdsinterval
instellen.
Een waarschuwing instellen
1
Houd ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Apps.
3
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
4
Selecteer Alarmen.
5
Selecteer een optie:
Selecteer Voeg nieuw toe om een nieuwe waarschuwing
toe te voegen voor de activiteit.
Selecteer de naam van de waarschuwing om een
bestaande waarschuwing te wijzigen.
6
Selecteer, indien gewenst, het type waarschuwing.
7
Selecteer een zone, voer de minimum- en maximumwaarden
in of voer een aangepaste waarde in voor de waarschuwing.
8
Schakel indien nodig de waarschuwing in.
Bij gebeurteniswaarschuwingen en terugkerende
waarschuwingen wordt er een bericht weergegeven telkens als
de waarschuwingswaarde bereikt is. Bij bereikwaarschuwingen
wordt er een bericht weergegeven telkens als u boven of onder
het opgegeven bereik komt (minimum- en maximumwaarden).
Uw toestel aanpassen 15