FĒNIX 5/5S/5X PLUS ® Gebruikershandleiding
© 2018 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.
Inhoudsopgave Wi‑Fi® connected functies ............................................ 8 Inleiding........................................................................... 1 Connect IQ functies....................................................... 8 Overzicht van het toestel ............................................................ 1 Het bedieningsmenu weergeven ........................................... 1 Widgets weergeven ...............................................................
Training......................................................................... 18 Uw gebruikersprofiel instellen ................................................... 18 Fitnessdoelstellingen ........................................................... 18 Hartslagzones ...................................................................... 18 Uw hartslagzones instellen ............................................. 18 Uw hartslagzones laten instellen door het toestel ...........
Draadloze sensoren..................................................... 34 De draadloze sensoren koppelen ............................................. 34 Een optionele fietssnelheids- of fietscadanssensor gebruiken .................................................................................. 34 Trainen met vermogensmeters ................................................. 34 Elektronische schakelsystemen gebruiken ............................... 34 Omgevingsbewustzijn ..................................
Inleiding WAARSCHUWING Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie. Raadpleeg altijd een arts voordat u een trainingsprogramma begint of wijzigt. Overzicht van het toestel Het toestel bladert door de beschikbare widgets. • Selecteer om meer opties en functies voor een widget weer te geven. • Houd in een scherm BACK ingedrukt om terug te gaan naar de watch face.
Op die manier kunt u gemakkelijk gebruikmaken van de volgende diensten voor Garmin toestellen: • Software-updates • Kaartupdates • Gegevens worden geüpload naar Garmin Connect • Productregistratie • Selecteer Terug naar start > Route om via het meest directe pad naar het startpunt van uw activiteit te navigeren.. OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar voor activiteiten waarbij GPS wordt gebruikt. • Als u de activiteit wilt verwijderen en wilt terugkeren naar horlogemodus, selecteert u Gooi weg > Ja.
optionele voetsensor om uw tempo, afstand en cadans vast te leggen. Als u met uitgeschakelde GPS fietst, zijn er geen snelheids- en afstandsgegevens beschikbaar, tenzij u over een optionele sensor beschikt die deze gegevens naar het toestel verzendt (zoals een snelheids- of cadanssensor). Een krachttraining vastleggen U kunt tijdens een krachttraining sets vastleggen. Een set bestaat uit meerdere herhalingen van een enkele beweging. 1 Selecteer op de watch face > Kracht.
De functie jumpmaster volgt militaire richtlijnen voor het berekenen van het "high altitude release point" (HARP). Het toestel detecteert automatisch wanneer u gesprongen bent en begint de navigatie naar het "desired impact point" (DIP) met behulp van de barometer en het elektronische kompas. Multisport Triatleten, duatleten en alle andere beoefenaren van gecombineerde sporten zoals Triatlon of Zwemloop kunnen de modus voor multisportactiviteit gebruiken.
5 Selecteer een optie: • Selecteer LAP als u een andere oefeninginterval wilt starten. • Selecteer UP of DOWN om terug te keren naar de zwemtrainingsschermen en een zweminterval te starten. Golfen Golfen Voordat u gaat golfen, moet u ervoor zorgen dat het toestel is opgeladen (Het toestel opladen, pagina 1). 1 Selecteer op de watch face > Golfen. 2 Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft gevonden. 3 Selecteer een baan in de lijst met beschikbare golfbanen.
1 Selecteer > Kilometerteller. 2 Selecteer indien nodig Herstel om de afstandteller weer op 11 Selecteer Time-out. 12 Selecteer hoe lang de waarschuwing voor een nieuwe Statistieken bijhouden Meldingen weergeven 1 Selecteer UP in de watch face om de meldingenwidget weer nul te zetten. De functie Statistieken schakelt het bijhouden van gedetailleerde statistieken tijdens het golfen in. 1 Houd MENU ingedrukt op het hole-weergavescherm. 2 Selecteer de activiteitinstellingen.
Smartphone-verbindingswaarschuwingen inen uitschakelen U kunt instellen dat het fēnix 5/5S/5X Plus toestel u waarschuwt wanneer uw gekoppelde smartphone een verbinding maakt of deze verbreekt via draadloze Bluetooth technologie. OPMERKING: Smartphone-verbindingswaarschuwingen zijn standaard uitgeschakeld. 1 Houd MENU ingedrukt. 2 Selecteer Instellingen > Telefoon > Waarschuwingen.
De Garmin Golf app synchroniseert uw gegevens met uw Garmin Connect account. U kunt de Garmin Golf app ook uit de App Store naar uw smartphone downloaden. Een GroupTrack sessie starten Voordat u een GroupTrack sessie kunt starten, moet u beschikken over een Garmin Connect account, een compatibele smartphone en de Garmin Connect Mobile app. Deze instructies gelden voor het starten van een GroupTrack sessie met fēnix 5/5S/5X Plus toestellen.
Uw Garmin Pay portemonnee instellen U kunt een of meer deelnemende creditcards of bankpassen aan uw Garmin Pay portemonnee toevoegen. Ga naar garmin.com/garminpay/banks en ontdek welke financiële instellingen meedoen. of . 1 Selecteer op de Garmin Connect Mobile app Selecteer Garmin toestellen en selecteer vervolgens uw 2 toestel. 3 Selecteer Garmin Pay > Maak uw portemonnee. 4 Volg de instructies op het scherm.
moet u verbinding maken met de provider met de Garmin Connect Mobile app. of . 1 Selecteer op de Garmin Connect Mobile app 2 Selecteer Garmin toestellen en selecteer vervolgens uw toestel. 3 Selecteer Muziek. 4 Selecteer een optie: • Selecteer een externe provider en volg de instructies op het scherm. • Selecteer Muziekapps downloaden, zoek een provider en volg de instructies op het scherm.
Hartslagmeter aan de pols Het toestel dragen • Draag het toestel om uw pols, boven uw polsgewricht. OPMERKING: Het toestel dient stevig vast te zitten, maar niet te strak. Voor een nauwkeurigere hartslagmeting op het fēnix 5/5S/5X Plus toestel, mag het tijdens het hardlopen of de training niet bewegen. Voor een nauwkeurigere meting op de pulse oxymeter op het fēnix 5X Plus toestel, mag u niet bewegen. OPMERKING: De optische sensor bevindt zich aan de achterkant van het toestel.
• Laat de hartslagmeter hangend of plat drogen. Hardloopdynamiek 3 Zorg dat het Garmin logo op de hartslagmeter niet ondersteboven zit. De verbinding tussen de lus Á en haak  dient zich aan uw rechterzijde te bevinden. 4 Wikkel de hartslagmeter om uw borstkas en steek de haak van de band in de lus. OPMERKING: Zorg ervoor dat het onderhoudslabel niet omvouwt. Nadat u de hartslagmeter omdoet, is deze actief en worden er gegevens verzonden.
Garmin heeft veel hardlopers op verschillende niveaus onderzocht. De gegevenswaarden in de rode of oranje zones kenmerken de onervaren of langzamere hardlopers. De gegevenswaarden in de groene, blauwe of paarse zones kenmerken de meer ervaren of snellere hardlopers. Ervaren hardlopers hebben over het algemeen een kortere grondcontacttijd, lagere verticale oscillatie, een lagere verticale ratio en een hogere cadans dan minder ervaren hardlopers.
gebaseerd op wijzigingen in uw trainingsbelasting en VO2 max. gedurende langere tijd. VO2 max.: VO2 max. is het maximale zuurstofvolume (in milliliter) dat u kunt verbruiken per minuut, per kilo lichaamsgewicht tijdens maximale inspanning. Hersteltijd: Hersteltijd geeft aan hoeveel tijd u nodig hebt om volledig te herstellen en te kunnen beginnen aan uw volgende hardlooptraining.
fitnessleeftijd geeft een indicatie van uw fitnessniveau vergeleken met een persoon van hetzelfde geslacht en een andere leeftijd. Door te oefenen kan uw fitnessleeftijd na verloop van tijd afnemen. Paars Voortreffelijk Blauw Uitstekend Groen Goed Oranje Redelijk Rood Slecht Gegevens over uw VO2 max. worden geleverd door FirstBeat. De analyse van VO2 max. wordt geleverd met toestemming van The Cooper Institute . Raadpleeg de appendix (Standaardwaarden VO2 Max., pagina 42), en ga naar www.
2 Selecteer bijzonder veel stress. Als u uw stressniveau weet, kunt u beter beslissen of uw lichaam klaar is voor een zware hardlooptraining of yogasessie. Training Effect Hartslagvariaties en stressniveau weergeven Voor deze functie is een Garmin hartslagmeter met borstband vereist. Voordat u het stressniveau op basis van uw hartslagvariaties (HSV) kunt weergeven, moet u een hartslagmeter omdoen en deze koppelen met uw toestel (De draadloze sensoren koppelen, pagina 34).
Als u de waarde voor uw lactaatdrempelhartslag al kent, kunt u deze invoeren in uw gebruikersprofielinstellingen (Uw hartslagzones instellen, pagina 18). Een begeleide test uitvoeren om uw lactaatdrempel te bepalen Voor deze functie is een Garmin hartslagmeter met borstband vereist. Voordat u de begeleide test kunt uitvoeren, moet u een hartslagmeter omdoen en deze koppelen met uw toestel (De draadloze sensoren koppelen, pagina 34).
De pulse oxymeter-widget weergeven De widget geeft uw meest recente bloed zuurstofsaturatiepercentage, een grafiek met uw uurgemiddelden voor de laatste 24 uur, en een grafiek met uw hoogte voor de laatste 24 uur. 1 Selecteer terwijl u zit of inactief bent UP of DOWN om de pulse oxymeter-widget weer te geven. 2 Blijf stilzitten gedurende maximaal 30 seconden. OPMERKING: Als u te actief bent, kan het horloge uw zuurstofsaturatie niet bepalen en wordt er een bericht weergegeven in plaats van een percentage.
8 Selecteer een zone en voer een waarde in voor elke zone. 9 Selecteer Voeg sporthartslag toe en selecteer een sportprofiel om een afzonderlijke hartslagzone in te stellen (optioneel). 10 Herhaal stap 3 tot en met 8 om sporthartslagzones toe te voegen (optioneel). Uw hartslagzones laten instellen door het toestel Met de standaardinstellingen kan het toestel uw maximale hartslag detecteren en uw hartslagzones instellen als een percentage van uw maximale hartslag.
OPMERKING: U kunt uw normale slaaptijden instellen in de gebruikersinstellingen van uw Garmin Connect account. U kunt de optie Slaaptijd inschakelen in de systeeminstellingen om de modus Niet storen automatisch te activeren tijdens uw normale slaaptijden (Systeeminstellingen, pagina 33). 1 Houd LIGHT ingedrukt. 2 Selecteer . Minuten intensieve training Om uw gezondheid te verbeteren, adviseren organisaties als de U.S.
2 3 4 5 Ga naar www.garminconnect.com. Selecteer en plan een trainingsplan. Bekijk het trainingsplan in uw agenda. Selecteer en volg de instructies op het scherm. Intervalworkouts U kunt intervalworkouts maken op basis van afstand of tijd. Het toestel slaat uw aangepaste intervalworkouts op totdat u een nieuwe intervalworkout maakt. U kunt een interval met een open einde gebruiken voor het vastleggen van uw workoutgegevens wanneer u een bekende afstand aflegt.
Virtual Partner gebruiken ® Uw Virtual Partner is een trainingshulpmiddel dat u helpt bij het bereiken van uw trainingsdoelen. U kunt een tempo voor de Virtual Partner instellen en daartegen racen. OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle activiteiten. 1 Houd MENU ingedrukt. 2 Selecteer Instellingen > Activiteiten en apps. 3 Selecteer een activiteit. 4 Selecteer de activiteitinstellingen. 5 Selecteer Gegevensschermen > Voeg nieuw toe > Virtual Partner.
5 Selecteer Geluiden en vervolgens een type melding (optioneel). 6 Selecteer Schermverlichting > Aan om de schermverlichting in te schakelen bij het alarm. 7 Selecteer Label en kies een beschrijving voor het alarm (optioneel). Een alarm verwijderen 1 Houd op de watch face MENU ingedrukt. 2 Selecteer Klok > Wekker. 3 Selecteer een alarm. 4 Selecteer Wis. De afteltimer instellen 1 2 3 4 Houd op de watch face MENU ingedrukt. Selecteer Klok > Timer. Voer de tijd in.
5 Selecteer om te beginnen met navigeren. Naar een nuttig punt navigeren Als de op uw toestel geïnstalleerde kaartgegevens nuttige punten omvatten, kunt daar naartoe navigeren. 1 Selecteer op de watch face . 2 Selecteer een activiteit. 3 Houd MENU ingedrukt. 4 Selecteer Navigatie > Nuttige punten en selecteer vervolgens een categorie. Een lijst van nuttige punten in de buurt van uw locatie wordt weergegeven.
OPMERKING: U kunt de timer starten om te voorkomen dat het toestel terugkeert naar horlogemodus. 2 Selecteer DOWN om het kompas weer te geven (optioneel). De pijl wijst naar het startpunt. Stoppen met navigeren 1 Houd MENU ingedrukt op de kaartpagina. 2 Selecteer Om me heen. 3 1 Houd tijdens de activiteit MENU ingedrukt. 2 Selecteer Navigatie stoppen.
• Selecteer Training Effect (Training Effect, pagina 16) om het effect van de activiteit op uw aerobe en anaerobe fitness weer te geven. • Selecteer Tijd in zone (Tijd in elke hartslagzone weergeven, pagina 26) om uw tijd in elke hartslagzone weer te geven. • Selecteer Hoogteprofiel om een hoogtegrafiek van de activiteit weer te geven. • Selecteer Wis om de geselecteerde activiteit te verwijderen.
Metronoom: De metronoomfunctie laat met een regelmatig ritme tonen horen die u helpen uw prestaties te verbeteren door te trainen in een snellere, tragere of meer consistente cadans (De metronoom gebruiken, pagina 3). Grootte van bad: Hiermee kunt u de lengte van het bad instellen voor zwemmen in een zwembad. Time-out spaarstand: Hiermee stelt u de time-outopties van de spaarstand voor de activiteit in (Time-outinstellingen voor de spaarstand, pagina 29).
6 Selecteer een optie: • Selecteer Voeg nieuw toe om een nieuwe waarschuwing toe te voegen voor de activiteit. • Selecteer de naam van de waarschuwing om een bestaande waarschuwing te wijzigen. 7 Selecteer, indien gewenst, het type waarschuwing. 8 Selecteer een zone, voer de minimum- en maximumwaarden in of voer een aangepaste waarde in voor de waarschuwing. 9 Schakel indien nodig de waarschuwing in.
6 Selecteer een optie: • Selecteer Zodra gestopt als u de timer automatisch wilt laten stoppen als u stopt met bewegen. • Selecteer Aangepast als u de timer automatisch wilt laten stoppen zodra uw tempo of snelheid onder een bepaalde waarde komt. Automatisch klimmen inschakelen U kunt de functie Automatisch klimmen gebruiken om automatisch hoogteverschillen te detecteren. U kunt deze functie gebruiken tijdens activiteiten zoals klimmen, hiken, hardlopen of fietsen. 1 Houd MENU ingedrukt.
aantal minuten dat u wekelijks wilt besteden aan intensieve activiteiten en uw vorderingen om dat doel te halen. Laatste activiteit: Geeft een kort overzicht weer van uw laatst vastgelegde activiteit, zoals een hardloop-, fiets- of zwemsessie. Laatste sport: Toont een kort overzicht van uw laatst vastgelegde sport. Muziekbediening: Hiermee kunt u de muziekspeler op uw smartphone of toestel bedienen. Mijn dag: Geeft een dynamisch overzicht van uw activiteiten van vandaag.
Met blauwe balken worden rustperioden weergegeven. Met gele balken worden stressperioden weergegeven. Met grijze balken worden tijden weergegeven waarop u te actief was om uw stressniveau te bepalen. 3 U kunt een ademhalingsactiviteit starten door DOWN > te selecteren en de duur van de ademhalingsactiviteit in minuten in te voeren. Het bedieningsmenu aanpassen U kunt snelkoppelingen toevoegen, verwijderen en de volgorde ervan wijzigen in het bedieningsmenu (Het bedieningsmenu weergeven, pagina 1).
1 Houd MENU ingedrukt. 2 Selecteer Instellingen > Sensors en accessoires > Hoogtemeter. 3 Selecteer een optie: • Selecteer Automatisch kalibreren als u het toestel automatisch wilt kalibreren op het GPS-beginpunt en selecteer een optie. • Selecteer Kalibreer als u de huidige hoogte wilt invoeren. Barometerinstellingen Houd MENU ingedrukt en selecteer Instellingen > Sensors en accessoires > Barometer. Kalibreer: Hiermee kunt u de sensor van de barometer handmatig kalibreren.
• Selecteer Hoogteprofiel om de hoogtegrafiek in of uit te schakelen. • Selecteer een scherm dat u wilt toevoegen, verwijderen of aanpassen. Een koersindicator instellen U kunt een koersindicator instellen die wordt weergegeven op uw gegevenspagina's tijdens het navigeren. De indicator wijst in de richting van uw doel. 1 Houd MENU ingedrukt. 2 Selecteer Instellingen > Navigatie > Koersindicator. Navigatiewaarschuwingen instellen U kunt waarschuwingen instellen om u te helpen navigeren naar uw bestemming.
2 Selecteer Instellingen > Systeem > Eenheden. 3 Selecteer een type maatsysteem. 4 Selecteer een maateenheid. Toestelgegevens weergeven U kunt toestelinformatie zoals de toestel-id, softwareversie, informatie over wet- en regelgeving en de licentieovereenkomst weergeven. 1 Houd MENU ingedrukt. 2 Selecteer Instellingen > Over. Informatie over regelgeving en compliance op elabels weergeven Het label voor dit toestel wordt op elektronische wijze geleverd.
3 Selecteer uw voetsensor. 4 Selecteer Cal. Factor > Stel waarde in. 5 Pas de kalibratiefactor aan: • Verhoog de kalibratiefactor als de afstand te kort is. • Verlaag de kalibratiefactor als de afstand te lang is.
kunnen veroorzaken. Langdurige blootstelling aan deze stoffen kan de behuizing beschadigen. Druk niet op de knoppen onder water. Zorg dat de leren band droog blijft. Ga niet zwemmen of onder de douche met de leren band. Blootstelling aan water kan de leren band beschadigen. Vermijd schokken en ruwe behandeling omdat hierdoor het product korter meegaat. Bewaar het toestel niet op een plaats waar het langdurig aan extreme temperaturen kan worden blootgesteld, omdat dit onherstelbare schade kan veroorzaken.
Mijn muziek valt weg of mijn hoofdtelefoons blijven niet verbonden Wanneer u een fēnix toestel gebruikt dat via Bluetooth technologie met hoofdtelefoons verbonden is, dan is het signaal het sterkst wanneer zich niets tussen het toestel en de antenne van de hoofdtelefoons bevindt. • Als het signaal door uw lichaam gaat, treedt er mogelijk signaalverlies op of wordt de verbinding met uw hoofdtelefoons verbroken.
OPMERKING: Het toestel kan herhalende bewegingen, zoals afwassen, was opvouwen of in de handen klappen, interpreteren als stappen. De stappentellingen op mijn toestel en mijn Garmin Connect account komen niet overeen De stappentelling op uw Garmin Connect account wordt bijgewerkt wanneer u uw toestel synchroniseert. 1 Selecteer een optie: • Synchroniseer uw stappentelling met de Garmin Connect toepassing (Garmin Connect op uw computer gebruiken, pagina 7).
Gem. verm. 30 s: Het voortschrijdend gemiddelde (30 seconden) van het uitgangsvermogen. Gem. vermogen 3 sec.: Het voortschrijdend gemiddelde (3 seconden) van het uitgangsvermogen. Gem. vert. osc.: De gemiddelde verticale oscillatie voor de huidige activiteit. Gem. verticale ratio: De gemiddelde verhouding tussen verticale oscillatie en staplengte voor de huidige sessie. Gemiddelde %HSR: Het gemiddelde percentage van de hartslagreserve (maximale hartslag minus rusthartslag) voor de huidige activiteit.
Interval Swolf: De gemiddelde swolf-score voor het huidige interval. Intervaltempo: Het gemiddelde tempo van het huidige interval. Intervaltijd: De stopwatchtijd voor het huidige interval. Koers: De richting van uw beginlocatie naar een bestemming. De koers kan worden weergegeven als een geplande of ingestelde route. Deze gegevens worden alleen weergegeven tijdens het navigeren. Koers: De richting waarin u zich verplaatst. Kompaskoers: De richting waar u naartoe gaat op basis van het kompas.
Ronde slagen: Roeisporten. Het totale aantal slagen voor de huidige ronde. Ronde slagsnelheid: Zwemmen. Het gemiddelde aantal slagen per minuut (spm) tijdens de huidige ronde. Ronde slagsnelheid: Roeisporten. Het gemiddelde aantal slagen per minuut (spm) tijdens de huidige ronde. Ronde staplengte: De gemiddelde staplengte voor de huidige ronde. Ronde Swolf: De swolf-score voor de huidige ronde. Rondetijd: De stopwatchtijd voor de huidige ronde. Ronde vert. osc.
Verticale snelheid tot doel: De stijg- of daalsnelheid naar een vooraf bepaalde hoogte. Deze gegevens worden alleen weergegeven tijdens het navigeren. Verticale verhouding: De verhouding tussen verticale oscillatie en staplengte. VF links: De huidige vermogensfasehoek voor het linkerbeen. Vermogensfase is het pedaalslaggebied waar positief vermogen wordt geproduceerd. VF rechts: De huidige vermogensfasehoek voor het rechterbeen.
Bandafmeting Wielmaat (mm) 29 x 2.3 2326 650 x 20C 1938 650 x 23C 1944 650 × 35A 2090 650 × 38B 2105 650 × 38A 2125 700 × 18C 2070 700 × 19C 2080 700 × 20C 2086 700 × 23C 2096 700 × 25C 2105 700C (tubulair) 2130 700 × 28C 2136 700 × 30C 2146 700 × 32C 2155 700 × 35C 2168 700 × 38C 2180 700 × 40C 2200 700 × 44C 2235 700 × 45C 2242 700 × 47C 2268 Symbooldefinities Deze symbolen worden mogelijk weergegeven op de toestel- of accessoirelabels. Wisselstroom.
Index A accessoires 34, 36, 38 activiteiten 2, 3, 26, 29 aangepaste 2, 4 favorieten 2 opslaan 2 starten 2 activiteiten opslaan 3 activiteiten volgen 19, 20 afstand 29 waarschuwingen 27, 33 afstandteller 5, 26 afteltimer 23 agenda 20 alarmen 22, 23, 27 ANT+ sensoren 34 ANT+ sensors 34 applicaties 6–8 smartphone 1 Auto Lap 28 Auto Pause 28 auto scroll 29 automatisch klimmen 29 B banden 36 banen 4 spelen 5 barometer 25, 31, 32 kalibreren 32 batterij 35 levensduur 35 maximaliseren 6, 29, 37 opladen 1 bediening
zones en notaties 33 tijden voor zonsopkomst en zonsondergang 23 tijdzones 23 timer 3, 25 afteltimer 23 toestel aanpassen 27, 31, 33 toestel schoonmaken 12, 35, 36 toestel-id 34 tonen 3, 23 TracBack 2, 24 training 6, 21, 22 plannen 20 Training Effect 14, 16 trainingen 4 trainingsbelasting 15 trainingsstatus 14 triatlontraining 4 U UltraTrac 29 updates, software 7 USB 7 loskoppelen 35 V verbinden 7 vermogen (kracht) 14 meters 15, 17, 34, 42 waarschuwingen 27 zones 19 verticale oscillatie 12, 13 verticale r
support.garmin.