Forerunner 910XT ® gebruikershandleiding November 2012 190-01371-35_0B Gedrukt in Taiwan
© 2011-2012 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen Alle rechten voorbehouden. Op deze gebruikershandleiding rust auteursrecht. Deze gebruikershandleiding mag dan ook niet geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor haar producten te wijzigen of te verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud zonder de verplichting personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.
Inhoudsopgave Functies voor zwemmen ���������������������������������������19 De afteltimer ���������������������������������������������������������21 Inleiding ������������������������������������������������������� 3 ANT+-sensors ������������������������������������������� 21 Trainen met de Forerunner ������������������������ 7 Geschiedenis �������������������������������������������� 29 Aan de slag �������������������������������������������������������������3 De Forerunner opladen ���������������
Uw toestel aanpassen ������������������������������ 34 Systeeminstellingen ����������������������������������������������34 Gebruikersprofielen ����������������������������������������������35 Gegevensvelden ���������������������������������������������������36 Toestelinformatie �������������������������������������� 42 Onderhoud van het toestel �����������������������������������42 Specificaties ���������������������������������������������������������43 Batterij van de hartslagmeter ���������������������
Inleiding waarschuwing Raadpleeg altijd een arts voordat u een trainingsprogramma begint of wijzigt. Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie. Aan de slag De Forerunner opladen waarschuwing Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
De schermverlichting gebruiken 1 Druk op ENTER om de schermverlichting in te schakelen. TIP: dubbeltik op het scherm van het toestel om de schermverlichting in te schakelen. Deze functie is alleen beschikbaar in de sportmodi “Run” en “Overige”. 2 Selecteer 5 Laad de Forerunner volledig op. en gebruik de toetsen ▲ en ▼ om het niveau van de schermverlichting aan te passen. Een volledig opgeladen batterij kan maximaal 20 uur worden gebruikt, afhankelijk van het type gebruik.
Toetsen ➌ ENTER Selecteer dit om de schermverlichting in te schakelen. Selecteer om een optie te kiezen of een bericht te bevestigen. ➍ START/ STOP Selecteer om de timer te starten of te stoppen. ➎ LAP/ RESET Selecteer dit als u een nieuwe ronde wilt markeren. Houd ingedrukt om uw hardloopsessie op te slaan en de timer opnieuw in te stellen. ➏ MODE Selecteer om de timer en het menu weer te geven. De kaart en het kompas worden ook weergegeven als deze actief zijn.
Batterij wordt opgeladen. Hartslagmeter is actief. Voetsensor is actief. Fietssensor is actief. Vermogenssensor is actief. Fitnessapparatuur is actief. Hardloopsport is actief. Fietssport is actief. Zwemsport (open water of zwembad) is actief. Andere sport is actief. De toetsen vergrendelen U kunt de toetsen op de Forerunner vergrendelen. Hierdoor wordt de kans minder dat u per ongeluk op een toets drukt terwijl u het toestel omdoet of verwijdert.
Vervolgens kalibreert de Forerunner de barometrische hoogtemeter automatisch als u zich binnen vijftig meter bevindt van een opgeslagen locatie met hoogtegegevens. In alle andere gevallen kalibreert de Forerunner de barometrische hoogtemeter op basis van de GPShoogtegegevens. Trainen met de Forerunner In dit hoofdstuk worden de trainingsfuncties en -instellingen van het toestel beschreven.
De weergegeven gegevensvelden zijn de standaardinstellingen. U kunt de gegevensvelden aanpassen (pagina 36). 2 Selecteer STOP nadat u uw hardloopsessie hebt voltooid. Uw hardloopsessie opslaan 1 Houd RESET ingedrukt om de hardloopsessie op te slaan en de timer te resetten. 2 Draag de opgeslagen activiteiten over naar uw computer (pagina 30). Multisport-workouts Triatleten, duatleten en alle andere beoefenaren van gecombineerde sporten kunnen de modus Multisport-workouts van de Forerunner gebruiken.
2 Selecteer zo nodig Inclusief overgang om de overgangstijd apart van de sportonderdelen vast te leggen. 3 Selecteer Start Multisport > START. U kunt waarschuwingen gebruiken voor trainingen met specifieke doelstellingen voor tijd, afstand, hartslag, cadans, uithoudingsvermogen of calorieën. ➊ OPMERKING: zie pagina 34 voor informatie over het inschakelen van waarschuwingstonen en trilsignalen.
OPMERKING: geavanceerde waarschuwingen zijn niet beschikbaar in de modus Zwemmen. 1 Selecteer MODE > Training > Renwaarschuwingen. 2 Selecteer een optie: • Selecteer HS-waarschuwing om de maximale en minimale hartslag in te stellen, uitgedrukt in het aantal slagen per minuut (bpm). OPMERKING: zie pagina 23 voor meer informatie over hartslagzones.
Standaardinstellingen Sportmodus Standaardafstand Run 1 mijl of 1 kilometer Fiets 5 mijl of 5 kilometer Zwemmen in open water 0,25 mijl of 0,5 kilometer Overige 1 mijl of 1 kilometer Ronden op afstand markeren Met Auto Lap kunt u de ronde automatisch markeren na een bepaalde afstand. Dit is handig als u uw prestaties tijdens verschillende delen van een hardloopsessie wilt vergelijken. 1 Selecteer MODE > Instellingen > Instellingen voor hardlopen > Auto Lap.
Uw hardloopsessie automatisch pauzeren U kunt Auto Pause gebruiken om de timer automatisch te onderbreken als u stopt of wanneer uw snelheid onder de opgegeven waarde komt. Dat is handig als er verkeerslichten of andere obstakels in de route voorkomen waardoor u uw snelheid moet verlagen of moet stoppen. OPMERKING: de pauzeduur wordt niet opgeslagen in uw geschiedenisgegevens. OPMERKING: Auto Pause werkt niet tijdens intervalworkouts of aangepaste workouts en in de modus Zwemmen.
worden niet opgeslagen als de timer opnieuw wordt ingesteld. Als u Virtual Partner tijdens een activiteit aanpast, gebruikt deze het nieuwe tempo vanaf uw locatie. Met de Virtual Racer wordt u gestimuleerd uw vorige snelheid te verbeteren, bijvoorbeeld bij het beklimmen van heuvels waarbij u langzamer bent en bij de sprint naar de finish. 1 Druk op MODE om de trainingspagina weer te OPMERKING: Virtual Racer is niet beschikbaar in de modus Zwemmen.
Racen tegen een activiteit op het web Hiervoor hebt u een Garmin Connect™-account nodig en moet u de Forerunner aan uw computer koppelen met de USB ANT Stick™ (pagina 30). Een intervalworkout maken en uitvoeren 1 Selecteer MODE > Training > Workouts > Interval. 1 Ga naar www.garminconnect.com en ga op 2 Selecteer Type en vervolgens Tijd of Afstand.
Een workout beëindigen • • • U kunt op elk gewenst moment op LAP drukken om een interval of workoutstap te beëindigen. U kunt op elk gewenst moment STOP selecteren om de timer te stoppen. Als de intervalworkout een cooling-down heeft, dient u LAP te selecteren om de intervalworkout te beëindigen. Aangepaste workouts Aangepaste workouts kunnen doelstellingen voor elke stap van de workout en verschillende afstanden, tijden en calorieën bevatten.
8 Druk op MODE als u de details voor deze stap 3 Selecteer Terug naar stap en kies de stap die 9 Voer een actie uit: 4 Druk op MODE om verder te gaan. hebt voltooid. • Als u een stap wilt toevoegen, selecteer dan en herhaal stap 4 t/m 8. Een aangepaste workout beginnen 1 Selecteer MODE > Training > Workouts > • Als u een stap als ruststap wilt markeren, selecteer dan de stap en kies Markeer als ruststap. 2 Selecteer de workout. 3 Selecteer Start workout > START.
tegen de Virtual Partner rijden om te proberen de koers in minder dan 30 minuten af te leggen. U kunt een koers maken op basis van een van uw eigen activiteiten of u kunt een koers vanuit Garmin Connect naar het toestel verzenden. Een koers starten 1 Selecteer MODE > Training > Koersen. 2 Selecteer de gewenste koers. 3 Selecteer Start koers > START. De geschiedenis wordt opgenomen, ook als u zich niet op de koers bevindt. OPMERKING: koersen zijn niet beschikbaar in de modus Zwemmen.
op het pad van de koers komt, wordt er een bericht weergegeven. OPMERKING: zodra u op START drukt, start Virtual Partner de koers en wordt niet gewacht tot de warming-up voorbij is. • Druk op MODE om de koerskaart weer te geven of gebruik het kompas om de weg naar de koers terug te vinden. De koerssnelheid wijzigen 1 Selecteer MODE > Training > Koersen. 2 Selecteer de gewenste koers. 3 Selecteer Start koers. 4 Gebruik de toetsen ▲ en ▼ om de pagina Virtual Partner weer te geven.
2 Selecteer maximaal vijf fietsen en kies inclusief de afstand, het tempo en het aantal slagen. 3 Selecteer Fiets 1 > Fietsdetails. 4 Geef een naam op voor het fietsprofiel, het OPMERKING: de Forerunner kan geen hartslag vastleggen tijdens het zwemmen. vervolgens OK. gewicht van de fiets en een waarde voor de afstandteller. 5 Als u een snelheids- en cadanssensor of vermogenssensor gebruikt, selecteert u Wielmaat. • Selecteer Auto om uw wielmaat te berekenen met gebruik van de GPSafstand.
3 Selecteer de lengte van het zwembad of voer een aangepaste lengte in. 4 Selecteer zo nodig MODE > Instellingen > Meerdere slagtypen in een interval Zwemtermen • Een baan is één keer de lengte van het zwembad. Kijk voor de volledige lijst met beschikbare gegevensvelden op pagina 36. • Een interval bij zwemmen is als een ronde bij hardlopen. U kunt een zwemsessie onderverdelen in zwemintervallen en rustintervallen.
Zwemtips De Forerunner kan geen slagen of banen vastleggen tijdens drill- of kick set-oefeningen. Garmin raadt het gebruik van de LAP-toets aan om drill-oefeningen als een afzonderlijke zweminterval vast te leggen. Gebruik de LAP-toets ook om rustintervallen vast te leggen. Hiermee verhoogt u de nauwkeurigheid van de zwemgegevens. Als u de LAP-toets niet gebruikt voor rustintervallen of als u de timer stopt, kan het zeven tot acht seconden duren voordat de Forerunner de laatst voltooide baan weergeeft.
De ANT+-sensors koppelen Voordat u de ANT+-sensors kunt koppelen, moet u de hartslagmeter omdoen of de sensor plaatsen. Raadpleeg de snelstartgids of de instructies van de accessoire. Als op de Forerunner geen gegevens van het accessoire worden weergegeven, dient u het accessoire mogelijk aan de Forerunner te koppelen. Koppelen is het verbinden van draadloze ANT+™-sensoren, bijvoorbeeld het verbinden van uw voetsensor met een Forerunner.
Uw hartslagzones instellen ➊ Voordat u uw hartslagzones kunt instellen, moet u de hartslagmeter inschakelen. 2 Bevochtig de elektroden ➋ aan de achterzijde van de band om een sterke verbinding tussen uw borst en de zender tot stand te brengen. Opmerking: sommige hartslagmeters beschikken over een contactoppervlak ➌. Bevochtig het contactoppervlak. ➍ ➌ ➋ ➋ 3 Wikkel de band om uw borstkas en steek de haak van de band ➍ in de lus. Het Garmin-logo dient niet ondersteboven te worden weergegeven.
Fitnessdoelstellingen Als u uw hartslagzones kent, kunt u uw conditie meten en verbeteren door de onderstaande principes te begrijpen en toe te passen. • Uw hartslag is een goede maatstaf voor de intensiteit van uw training. • Training in bepaalde hartslagzones kan u helpen uw cardiovasculaire capaciteit en kracht te verbeteren. • Als u uw hartslagzones kent, kunt u het risico op blessures verlagen en voorkomen dat u te zwaar traint.
Kalibratie van de voetsensor Kalibratie van de voetsensor is optioneel en kan de nauwkeurigheid verbeteren. De kalibratie kan op drie manieren worden aangepast: afstand, GPS en handmatig. De voetsensor kalibreren op basis van de afstand Voor het beste resultaat kalibreert u de voetsensor via de binnenbaan van een atletiekbaan die aan de voorschriften voldoet. Een atletiekbaan die aan de voorschiften voldoet (2 ronden = 800 meter) is nauwkeuriger dan een loopband.
Fietssensors De Forerunner is compatibel met de snelheidsen cadanssensor GSC 10 voor fietsen. Een lijst met ANT+-sensors van andere fabrikanten die compatibel zijn met de Forerunner vindt u op www.garmin.com/intosports. Trainen met een fietssensor Voordat u de training start, moet de fietsmodus zijn geactiveerd en moet u de GSC 10 koppelen met de Forerunner. 1 Selecteer MODE > Instellingen > Fietsinstellingen > fietsnaam > ANT+ snelheid/cadans. 2 Selecteer Ja in het veld Fietssensors aanwezig.
Raadpleeg de documentatie van de fabrikant voor instructies over het kalibreren van uw vermogensmeter. 1 Selecteer MODE > Instellingen > Fietsinstellingen > fietsnaam > ANT+power. 2 Selecteer Ja in het veld Vermogensmeter aanwezig. 3 Selecteer Kalibreer. 4 Zorg dat de vermogensmeter actief blijft door te blijven trappen tot het bericht wordt weergegeven. Uw vermogenszones instellen U kunt de vermogenszones pas configureren als de fietsmodus actief is.
2 Selecteer Ja in het veld Aan. 3 Selecteer . Wanneer de weegschaal is gevonden, verschijnt een bericht. 4 Ga op de weegschaal staan. OPMERKING: als u een lichaamsanalyseweegschaal gebruikt, dient u uw schoenen en sokken uit te trekken om te zorgen dat alle lichaamsparameters worden gelezen en geregistreerd.
5 Start de timer op de fitnessapparatuur om met uw workout te starten. De timer op de Forerunner wordt automatisch gestart. Als u problemen ondervindt bij het koppelen van de apparatuur, reset dan de Forerunner en de fitnessapparatuur en probeer het opnieuw. Geschiedenis Uw Forerunner bewaart gegevens op basis van het type activiteit, de gebruikte accessoires en uw trainingsinstellingen. Als het geheugen van de Forerunner vol is, worden de oudste gegevens overschreven.
• Selecteer Bekijk intervallen om de details van de intervallen weer te geven. 6 Gebruik ▲ en ▼ om door ronden te bladeren. Geschiedenistotalen per sport weergeven 1 Selecteer MODE > Geschiedenis > Totalen. 2 Selecteer een sport. De hoeveelheid gebruikt geheugen weergeven Selecteer MODE > Geschiedenis > Geheugendetails. De geschiedenis verwijderen 1 Selecteer MODE > Geschiedenis > Wis > Individuele activiteiten.
Al uw Forerunner-gegevens verzenden Standaard verzendt de Forerunner alleen gegevens van nieuwe activiteiten naar de computer. U kunt desgewenst alle opgeslagen activiteiten naar uw computer verzenden. 2 Klik op Verzenden naar toestel en wacht tot ANT Agent de doelstelling verzendt. 3 Selecteer MODE > Geschiedenis > Doelstellingen. Selecteer MODE > Geschiedenis > Alles overdragen.
3 Gebruik ▲ en ▼ om op de kaart 3 Geef een naam in het bovenste veld op. 4 Selecteer OK. Kaartkenmerken Een locatie markeren met gebruik van coördinaten 1 Selecteer MODE > GPS > Locatie opslaan. 2 Voer de coördinaten in het veld Positie in. 3 Selecteer OK. in of uit te zoomen. ➊ ➌ ➋ ➊ Wijst naar noorden ➋ Uw huidige locatie ➌ Zoomniveau Uw locatie markeren Een locatie is een punt dat u in het geheugen opslaat.
Kompasfuncties Op het kompas wijst de pijl ➊ naar de locatie. Op het kompas ziet u tevens de afstand ➋ tot de locatie en de benodigde tijd ➌ om de locatie te bereiken. ➊ ➋ ➌ Een locatie bewerken of verwijderen 1 Selecteer MODE > GPS > Ga naar locatie. 2 Selecteer een locatie. 3 Pas de gegevens aan of selecteer Wis. Terug naar start navigeren Als u naar de beginlocatie wilt navigeren, moet u trainen met behulp van GPS en moet u de timer starten.
Uw toestel aanpassen U kunt de instellingen voor elke sport aanpassen. 1 Houd zo nodig MODE ingedrukt om uw sport • Scherm: pagina 35 • Kaart: pagina 35 • Tijd: de tijdweergave en tijdzones instellen. OPMERKING: wanneer naar satellieten wordt gezocht, worden de tijdzone en het tijdstip automatisch vastgesteld. • Eenheden: de eenheden instellen voor afstand, hoogte, gewicht en lengte, tempo en snelheid en positienotatie.
Gegevensoverdracht: pagina 30 • Basisinstellingen: hiermee kan de wizard Configureren worden uitgevoerd als het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld. Gebruikerslocaties: de gebruikerslocaties op de kaart weergeven. • Toon kaart: de kaart weergeven als onderdeel van de MODE-paginalus.
heeft verbeterd. Training Effect wordt berekend op basis van de gegevens in uw gebruikersprofiel, uw hartslag en de duur en intensiteit van de activiteit. Het is belangrijk dat u weet dat uw trainingseffectwaarden (1,0 – 5,0) tijdens de eerste hardloopsessies ongewoon hoog kunnen lijken. Er zijn meerdere activiteiten nodig voordat het toestel uw aerobische conditie kan vaststellen. Training Effect Beschrijving 1,0–1,9 Ondersteunt het herstel (korte activiteiten).
Gegevensveld Beschrijving Gegevensveld Beschrijving Afstand – Interval * De afstand die u tijdens de huidige zweminterval hebt afgelegd. Calorieën – Vet Afstand – Nautisch * De afgelegde afstand in zeemijlen of kilometers. De totale hoeveelheid calorieën uit vetten die u hebt verbrand. Hiervoor is een New Leaf®-beoordeling vereist. Efficiency – Gemiddeld Afstand – Ronde * De afstand die u tijdens de huidige ronde hebt afgelegd. Banen Het aantal volledige banen.
Gegevensveld Beschrijving Gegevensveld Beschrijving Hartslag – %Max ** Percentage van maximale hartslag. Hartslag – Ronde %Max. ** Hartslag – Gem. ** Gemiddelde hartslag voor de duur van de huidige activiteit. Het gemiddelde percentage van de maximale hartslag tijdens de ronde. Hartslaggrafiek ** Hartslag – Gem. %HSR ** Percentage van hartslagreserve (maximale hartslag minus rusthartslag). Lijndiagram dat uw huidige hartslagzone (1-5) weergeeft. Hartslagzone ** Hartslag – Gem.
Gegevensveld Beschrijving Gegevensveld Beschrijving Slagafstand – Vorige interval De gemiddelde slagafstand tijdens de vorige volledige interval. Slagtype Het slagtype dat is vastgesteld tijdens de huidige interval (pagina 20). Slagen Het aantal slagen voor de duur van de huidige activiteit. Slagtype – Laatste baan Het slagtype gedurende de vorige volledige baan. Slagen – Gemiddeld Het gemiddeld aantal slagen per baan voor de duur van de huidige activiteit.
Gegevensveld Beschrijving Gegevensveld Beschrijving Snelheid – Ronde* De gemiddelde snelheid tijdens de huidige ronde. Swolf – Laatste interval De swolf-score gedurende de vorige volledige interval. Snelheid – Verticaal * Klim- of daalsnelheid in voet/ meter per uur. Tempo Huidige tempo. Tempo – Gemiddeld Gemiddeld tempo voor de duur van de huidige activiteit. Tempo – Interval Het gemiddelde tempo tijdens de huidige zweminterval.
Gegevensveld Beschrijving Gegevensveld Beschrijving Tijd – Gemiddeld Ronde De gemiddelde tijd die u tot nu toe nodig hebt gehad om de ronden te voltooien. Vermogen ** Het huidige uitgangsvermogen in watt. Tijd – Interval De hoeveelheid tijd in de huidige zweminterval. Vermogen – 3s gemiddeld ** De gemiddelde snelheid van het uitgangsvermogen gedurende 3 seconden. Tijd – Laatste interval De hoeveelheid tijd die nodig was om de vorige zweminterval te voltooien.
Gegevensveld Beschrijving Vermogen – Watt/kg ** De hoeveelheid uitgangsvermogen in watts per kilogram. Vermogenszone ** Huidig uitgangsvermogenbereik (1–7), gebaseerd op uw FTP of aangepaste instellingen. Zon onder Het tijdstip waarop de zon ondergaat, gebaseerd op uw GPS-positie. Zon op Het tijdstip waarop de zon opkomt, gebaseerd op uw GPS-positie. Toestelinformatie Onderhoud van het toestel Het toestel schoonmaken 1 Gebruik een doek die is bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel.
• Koppel de module los van de band als deze niet wordt gebruikt om de levensduur van uw hartslagmeter te verlengen. Specificaties Specificaties van de Forerunner Batterijtype 620 mAh prismatisch, lithiumionbatterij Batterijlevensduur De levensduur van de batterij is afhankelijk van het gebruik van GPS, de schermverlichting en de ANT+-toestellen. Met een volledig opgeladen batterij kan de Forerunner maximaal 20 uur worden gebruikt als GPS is ingeschakeld.
Batterij van de hartslagmeter 4 Plaats de nieuwe batterij met de pluskant naar boven. waarschuwing Gebruik nooit een scherp voorwerp om de batterijen te verwijderen‑. Neem contact op met uw gemeente voor informatie over afvalverwijdering en hergebruik van de batterijen. Perchloraten; voorzichtigheid is geboden. Zie www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste /perchlorate. OPMERKING: zorg dat u de afdichtring niet beschadigt of verliest. 5 Plaats de deksel en de vier schroeven terug.
Wielmaat en omvang De wielmaat wordt aan beide zijden van de band aangegeven. Kijk op pagina 18 voor informatie over het wijzigen van uw fietsprofiel.
2 Volg de instructies op het scherm. 3 Zorg dat het toestel tijdens het bijwerken Wielmaat L (mm) 700 × 18C 2070 700 × 19C 2080 700 × 20C 2086 700 × 23C 2096 700 × 25C 2105 700 × 28C 2136 700 × 30C 2170 • Ga naar www.garmin.com/intosports. 700 × 32C 2155 • Ga naar www.garmin.com/learningcenter. 700C (tubulair) 2130 • 700 × 35C 2168 700 × 38C 2180 700 × 40C 2200 Ga naar http://buy.garmin.
Problemen met de Forerunner oplossen Probleem Oplossing De toetsen reageren niet. Hoe kan ik het toestel resetten? 1 2 Houd ingedrukt tot het scherm uit gaat. Houd ingedrukt tot het scherm aan gaat. OPMERKING: uw gegevens en instellingen worden hierbij niet gewist. Ik wil alle gebruikersgegevens OPMERKING: hierdoor wordt alle door de gebruiker ingevoerde informatie gewist, maar wissen van mijn toestel. uw geschiedenis wordt niet verwijderd. 1 Schakel het toestel uit.
Problemen met de ANT+-sensor oplossen Probleem Oplossing Ik heb een ANT+-sensor van een ander bedrijf. Controleer of deze compatibel is met de Forerunner (www.garmin.com/intosports). Ik heb de batterij in mijn accessoire vervangen. U moet de sensor opnieuw koppelen met de Forerunner (pagina 22). De hartslaggegevens zijn onnauwkeurig of onregelmatig. • • • • • • 48 Controleer of de hartslagmeter dicht tegen uw lichaam is geplaatst. Voer gedurende vijf tot tien minuten een warming-up uit.
Berekeningen van hartslagzones Zone % van maximale hartslag Waargenomen inspanning Voordelen 1 50–60% Ontspannen, comfortabel tempo, regelmatige ademhaling Aerobische training voor beginners, verlaagt het stressniveau 2 60–70% Comfortabel tempo, iets diepere ademhaling, gesprek voeren is mogelijk Standaardcardiovasculaire training; korte herstelperiode 3 70–80% Gematigd tempo, gesprek voeren iets lastiger Verbeterde aerobische capaciteit, optimale cardiovasculaire training 4 80–90% Hoog te
Index A aanpassen gegevensvelden 36 instellingen 34 activiteiten opslaan 8 afstand gegevensvelden 36 waarschuwingen 9 afteltimer 21 ANT+ fietssensors 26 fitnessapparatuur 28 hartslagmeter 22 koppelen 22 USB ANT Stick 30 vermogensmeters 26 voetsensor 24 weegschaal 27 ANT+-sensors koppelen 22 Auto Lap 11–12 Auto Pause 12 Auto Scroll 12 B bandafmeting 45 barometrische hoogtemeter 6 batterij 3, 43 hartslagmeter 44 50 C cadans gegevensvelden 37 sensors 26 training 26 waarschuwingen 9 calorie gegevensvelden 3
kompas 33 L locaties 32, 35 looppauzes 10 M maateenheden 34 multisport 8 slim opslaan 34 snelheid 24, 39 software-updates 46 specificaties 43 sporen 31 sportmodi wijzigen 7 swolfscore 20 T R taal 34 terug naar start 33 tijd gegevensvelden 40 waarschuwingen 9 zones 34 timer 7 afteltimer 21 toestel registreren 44 toetsen 5 tonen 34 vergrendelen 6 tonen toetsen 34 Training Effect 35, 41 triatlontraining 8 roestvorming 3 U S USB ANT Stick 30, 43 N navigeren terug naar start 33 New Leaf 37, 47 O oefe
www.garmin.com/support 913-397-8200 1-800-800-1020 0808 238 0000 +44 870 850 1242 1-866-429-9296 43 (0) 3133 3181 0 00 32 2 672 52 54 00 45 4810 5050 00 358 9 6937 9758 00 331 55 69 33 99 0180 5 / 42 76 46 – 880 00 39 02 3669 9699 0800-0233937 815 69 555 00800 4412 454 +44 2380 662 915 00 35 1214 447 460 00 34 902 007 097 00 46 7744 52020 Garmin International, Inc 1200 East 151st Street, Olathe, Kansas 66062, VS Garmin (Europe) Ltd.