Operation Manual
20 Trainen met de Forerunner
Selecteer de lengte van het zwembad of voer
een aangepaste lengte in.
Selecteer zo nodig > >
>
om de trainingspagina's
voor zwemmen aan te passen.
Kijk voor de volledige lijst met beschikbare
gegevensvelden op pagina 36.
Druk op .
Als u wilt stoppen of rusten, druk dan op
. Druk opnieuw op als u weer gaat
zwemmen.
Er wordt dan een rustinterval ingelast, dat is
gescheiden van uw zweminterval.
Selecteer nadat u uw zwemsessie hebt
voltooid.
Houd ingedrukt om uw gegevens op te
slaan en de timer opnieuw in te stellen.
Identicatie van het type slag is alleen in de modus
Zwemmen in zwembad beschikbaar. Het type slag
wordt aan het eind van een baan weergegeven.
Vrije slag
Rugslag
Borstslag
Vlinderslag
Meerdere slagtypen in een interval
• Een baan is één keer de lengte van het
zwembad.
• Een interval bij zwemmen is als een ronde
bij hardlopen. U kunt een zwemsessie
onderverdelen in zwemintervallen en
rustintervallen.
• Elke keer dat uw arm waaraan de Forerunner
is bevestigd een volledige cyclus voltooid,
wordt er een slag geteld.
• De swolf-score is de som van de tijd voor
één baan en het aantal slagen voor die baan.
Bijvoorbeeld: 30 seconden plus 15 slagen is
gelijk aan een swolf-score van 45. Swolf is een
meeteenheid voor zwemefciency en, net als
bij golf, is een lage score beter.
• De zwemefciencyindex is de som van de
tijd en het aantal slagen dat nodig is om
25 meter te zwemmen. Hiermee kunt u uw
zwemefciency vergelijken met een ander
zwembad of een zwemsessie in open water.
Een lagere zwemefciencyindex is beter.