Operation Manual
ANT+-sensors 27
Raadpleeg de documentatie van de fabrikant
voor instructies over het kalibreren van uw
vermogensmeter.
Selecteer > Instellingen >
> etsnaam > .
Selecteer in het veld
.
Selecteer .
Zorg dat de vermogensmeter actief blijft
door te blijven trappen tot het bericht wordt
weergegeven.
U kunt de vermogenszones pas congureren als de
etsmodus actief is.
U kunt zeven aangepaste vermogenszones
invoeren, waarbij 1 de laagste zone is en 7
de hoogste. Als u weet wat uw FTP-waarde
(Functional Threshold Power) is, kunt u deze
opgeven zodat de Forerunner automatisch uw
vermogenszones kan berekenen.
Selecteer > Instellingen >
> etsnaam >
.
Selecteer een optie:
• Select om de zones als een
percentage van uw FTP-waarde weer te
geven en te wijzigen.
• Selecteer om de zones in watt weer
te geven en te wijzigen.
De instelling voor gegevensgemiddelden die niet
gelijk zijn aan nul is beschikbaar als u tijdens het
trainen een optionele vermogensmeter gebruikt.
Standaard worden lege waarden die optreden als u
niet trapt in de gegevens opgenomen.
Als u gemiddelden die niet gelijk zijn aan nul
wilt in- of uitschakelen, selecteer dan >
> >
> .
Als er een vermogensmeter van een andere
leverancier (pagina 26) aan het toestel is
gekoppeld, neemt de Forerunner iedere seconde
punten op. Dit vergt meer van het beschikbare
geheugen van de Forerunner, maar er ontstaat ook
een bijzonder nauwkeurige opname van uw koers.
Als u een ANT+-compatibele weegschaal hebt, kan
de Forerunner de gegevens van de weegschaal
aezen.
Selecteer > Instellingen > >
.