Operation Manual

Gegevens over het verwachte zicht voor een andere
tijdsperiode weergeven
1
Selecteer Weer
> Grafieken > Zicht > MENU
.
2
Selecteer een optie:
Als u de verwachte zichtcondities voor de volgende 36 uur
wilt bekijken in stappen van 12 uur, selecteert u Volgende
verwachting meerdere keren.
Als u de verwachte zichtcondities voor de vorige 36 uur
wilt bekijken in stappen van 12 uur, selecteert u Vorige
verwachting
meerdere keren.
Boeirapporten weergeven
De metingen in het rapport zijn de meetgegevens van boeien en
observatiestations langs de kust. Deze gegevens worden
gebruikt voor het bepalen van luchttemperatuur, dauwpunt,
watertemperatuur, getijde, hoogte en duur van de golven,
windrichting en -snelheid, zicht en barometerdruk.
1
Selecteer in een weerkaart.
2
Selecteer
Boei.
Gegevens over het plaatselijke weer bij de boei
weergeven
U kunt een gebied bij de boei selecteren en de verwachting
bekijken.
1
Selecteer een locatie op de kaart in een weerkaart.
2
Selecteer
Lokaal weer.
3
Selecteer een optie:
Selecteer
Huidige conditie als u de actuele
weersomstandigheden van een lokaal weerstation wilt
bekijken.
Selecteer
Weersverwachting als u de plaatselijke
weersverwachting wilt bekijken.
Selecteer
Zeeoppervlak voor informatie over de
oppervlaktewind en barometerdruk.
Selecteer Weerbericht voor de scheepvaart als u de
gegevens over de wind en de golven wilt bekijken.
Een waypoint op een weerkaart maken
1
Selecteer een locatie in een weerkaart.
2
Selecteer Nieuw via-punt.
Weeroverlay
Bij de weeroverlay worden er weergegevens en informatie die
betrekking heeft op het weer, op de navigatiekaart, de viskaart
en de Perspective 3D-kaartweergave geprojecteerd. Op de
navigatie- en viskaart kunnen de volgende gegevens worden
weergegeven: weerradar, de hoogte van de toppen van de
wolken, bliksem, weerboeien, waarschuwingen voor regio's en
waarschuwingen voor orkanen. Op de Perspective 3D
kaartweergave kan de weerradar worden weergegeven.
De instellingen voor de weeroverlay die voor een bepaalde kaart
worden opgegeven, gelden niet voor andere kaarten. Deze
instellingen moeten voor elke kaart afzonderlijk worden
opgegeven.
OPMERKING:
In sommige gebieden is de kaart voor
diepzeevissen beschikbaar bij premiumkaarten.
De weeroverlay inschakelen op een kaart
Selecteer vanuit de water- of viskaart MENU
>
Kaartinstelling > Weer > Weer > Aan
.
Weeroverlay-instellingen op de navigatiekaart
Selecteer vanuit de navigatiekaart MENU > Kaartinstelling
>
Weer
.
Weer: Hiermee schakelt u de weeroverlay in en uit.
Neerslag: Toont neerslaggegevens.
Bewolking: Toont gegevens over de bewolking.
Zicht: Toont zichtgegevens.
Boeien: Toont weerboeien.
Legenda: Toont de weerlegenda.
Weeroverlay-instellingen op de viskaart
Selecteer vanuit de viskaart MENU > Kaartinstelling > Weer.
Neerslag: Toont neerslagradar.
Zeetemperatuur: Toont de zeetemperatuurgegevens.
Boeien: Toont weerboeien.
Legenda: Toont de weerlegenda.
Informatie over weerabonnementen
weergeven
U kunt informatie bekijken over weerdiensten waarop u zich
hebt geabonneerd, en zien hoeveel minuten er zijn verstreken
sinds de gegevens voor elke dienst zijn bijgewerkt.
Selecteer op een weerkaart
MENU >
Weerabonnement
.
Video weergeven
Voordat u video kunt weergeven, moet u verbinding maken met
een compatibele bron.
Compatibele toestellen omvatten videotoestellen die zijn
aangesloten op de poorten van de kaartplotter of op het Garmin
Marine Network, maar ook ondersteunde netwerkvideocamera's
(IP-camera's), encoders en thermische camera's.
Selecteer
A/V, meters, bediening >
Video
.
Een videobron selecteren
1
Selecteer in het videoscherm MENU
> Bron
.
2
Selecteer de bron van de videoweergave.
Wisselen tussen meerdere videobronnen
Als u twee of meer videobronnen hebt, kunt u hiertussen
wisselen met behulp van een specifiek tijdsinterval.
1
Selecteer in het videoscherm MENU
> Bron > Wisselen
.
2
Selecteer Tijd en selecteer hoelang iedere video wordt
weergegeven.
3
Selecteer
Bron en selecteer de videobronnen die u aan de
wisselende reeks wilt toevoegen.
Videotoestellen in het netwerk
LET OP
Een Garmin
Power over Ethernet (PoE) Isolation Coupler (P/N
010-10580-10) moet worden gebruikt voor het aansluiten van
een PoE toestel, zoals een FLIR
®
camera, op een Garmin
Marine Network. Een PoE toestel direct aansluiten op een
Garmin Marine Network kaartplotter beschadigt de Garmin
kaartplotter en kan het PoE toestel beschadigen.
Voordat u videotoestellen, zoals IP-camera's, encoders en
thermische camera's, op uw kaartplotter kunt weergeven en
bedienen, moet op uw kaartplotter een compatibel videotoestel
zijn aangesloten en moet u een maritieme netwerkkabel met
Power over Ethernet (PoE) Isolation Coupler hebben
geïnstalleerd. Ga naar www.garmin.com voor een lijst met
compatibele toestellen of om een PoE Isolation Coupler aan te
schaffen.
U kunt meerdere ondersteunde videocamera's en maximaal
twee video-encoders aansluiten op het Garmin
Marine Network.
U kunt maximaal vier videobronnen tegelijk selecteren en
weergeven. Kaartplotters met meerdere ingebouwde composite
video-ingangen kunnen maar één ingebouwde videobron
weergeven. Als de camera's zijn aangesloten, worden ze
Video weergeven 43