Operation Manual
16 GPSMAP 400-/500-serie - gebruikershandleiding
Kaarten gebruiken
1. Wijs het navigatiemiddel aan met de . Als u de cursor boven
het navigatiemiddel plaatst, wordt het desbetreffende middel gemarkeerd.
2. Druk op om informatie over het navigatiemiddel weer te geven.
In het scherm 3D Roergangerbeeld om meer instellingen of opties weer te
gevenDruk op .
Zie ''Navigatiekaartmenu'' op pagina 8 voor informatie over instellingen en opties
met betrekking tot waypoints en sporen, overige schepen en gegevensbalken.
Selecteer > om de weergave van het scherm 3D
Roergangerbeeld aan te passen.
: selecteer hoe kaartgegevens over 3D-terrein worden weergegeven.
: er wordt een kleurschema gebruikt om 3D-terrein aan te geven.
: kaartgegevens worden in een 3D-weergave verschaft.
: naast kaartinformatie worden ook satellietfoto's weergegeven.
: de gevarenkleuren in- of uitschakelen. De instelling
toont de kust zoals u deze vanaf het water ziet. De instellinggebruikt een
kleurenschaal om ondiep water en land aan te geven. Blauw geeft diep water aan,
geel betekent ondiep water en rood staat voor zeer ondiep water.
: de afstandcirkels voor de afstandsmeting in- of uitschakelen.
: hiermee stelt u in bij welke diepte gevaarlijke diepten rood
worden weergegeven.