Operation Manual

GPSMAP 400-/500-serie - gebruikershandleiding 17
Kaarten gebruiken
: hiermee kunt u de breedte van de koerslijn voor de navigatie 
aanpassen. Deze instelling heeft ook invloed op routes maar niet 
op automatische begeleiding.

Aan de hand van de dieptecontouren van de BlueChart g2 Vision-kaarten geeft 
Visoog 3D een onderwaterweergave van de bodem van de zee of het meer. Met 
de -toetsen kunt u de weergave aanpassen.
: u dient over een ''s''-model (bijvoorbeeld een GPSMAP 526s) 
en over een op een maritiem netwerk aangesloten transducer te beschikken om 
echoloodgegevens te kunnen ontvangen.

Druk in het scherm Visoog 3D op  voor toegang tot meer instellingen of 
opties.
: hiermee selecteert u een visoogweergave (, , of 
).
 (alleen beschikbaar als echolood aanwezig is): hiermee schakelt 
u een kegel in of uit die het bereik van uw transducer weergeeft.
(alleen beschikbaar als echolood aanwezig is): hiermee geeft 
u zwevende doelen, zoals vissen, weer. Doelen worden aangegeven als rode, 
groene en gele bollen. Rood verwijst hierbij naar de grootste doelen en groen 
naar de kleinste.
Zwevende doelen

: hiermee schakelt u het logboek met sporen in of uit.
: de waarden voor onder motor, navigatie, vissen, brandstof of 
onder zeil tonen of verbergen (pagina 8).

Gebruik de visserijkaart voor een gedetailleerde en ongehinderde weergave van 
de bodemcontouren op de kaart.