Operation Manual

34 GPSMAP 400-/500-serie - gebruikershandleiding
Informatie weergeven


De brandstofmeters kunnen informatie over maximaal vier motoren weergeven.
1. Selecteer in het startscherm  >  >  >  >
 >  > .
2. Selecteer het aantal motoren.
3. Selecteer .
U kunt de motoren selecteren waarvoor informatie wordt weergegeven in de 
meters door  te selecteren en stappen 2 t/m 5 in “Selecteren 
welke motoren in de meters worden weergegeven” (de volgende sectie) uit te 
voeren.


U moet handmatig het aantal motoren selecteren dat wordt weergegeven in 
de brandstofmeters (pagina 34) voordat u kunt selecteren voor welke motoren 
informatie wordt weergegeven.
1. Selecteer in het startscherm  > >  >  >
 >  > .
2. Selecteer .
3. Typ het nummer van de motor waarvoor u informatie wilt zien in de eerste
meter of balk.
Als u bijvoorbeeld 3 selecteert, ziet u in de eerste motorbalk informatie over de
motor die in het NMEA 2000-netwerk wordt aangeduid als Motor 3.
4. Herhaal desgewenst stap 3 voor de tweede, derde en vierde motorbalk.
5. Selecteer .

U kunt alleen motorgegevens weergeven als uw kaartplotter is aangesloten op 
een apparaat waarmee brandstofniveau, brandstofstroom of beide kan worden 
gemeten.
Selecteer in het startscherm >  > .
Brandstofmeter
Brandstofstroom

De hoeveelheid brandstof aan boord kan het totale brandstofniveau zijn 
(numeriek) of het niveau van afzonderlijke tanks (grasch).