Operation Manual
48 GPSMAP 400-/500-serie - gebruikershandleiding
De kaartplotter congureren
U kunt de toestelinstellingen congureren in het conguratiescherm.
U kunt de softwareversie, de basiskaartversie, aanvullende kaartinformatie
(indien beschikbaar) en het toestel-ID voor uw kaartplotter weergeven. U
kunt deze gegevens nodig hebben om de systeemsoftware bij te werken of
aanvullende kaartgegevens aan te schaffen.
Selecteer in het startscherm > > .
Om de algemene systeeminstellingen te wijzigen, gaat u naar het startscherm
en selecteert u > .
: hiermee zet u de simulatormodus Aan of Uit. Selecteer om
simulatoropties in te stellen, zoals een gesimuleerde positie, snelheid en richting.
: selecteer om in te stellen wanneer het toestel
geluidsignalen moet geven. Selecteer > om
de schermverlichting lichter of donkerder te maken. Selecteer >
om te schakelen tussen de dag- en nachtmodus (pagina 4).
: hiermee zet u AutoVoeding op of . Wanneer is
geselecteerd, wordt de kaartplotter automatisch ingeschakeld telkens wanneer
stroom wordt toegevoerd, tenzij de kaartplotter wordt uitgeschakeld met de aan-
uitknop voordat de stroom wegvalt.
: GPS-satellieten weergeven.
: hiermee kunt u de GPS-satellietpositie weergeven.
: hiermee kunt WAAS (in Noord-Amerika) of EGNOS (in
Europa) in- of uitschakelen. WAAS/EGNOS biedt nauwkeurigere informatie
omtrent de GPS-positie. Vergeet echter niet dat het toestel meer tijd nodig
heeft om de satellieten te vinden wanneer u WAAS/EGNOS gebruikt.
: selecteer , of . Het snelheidslter middelt
de snelheid van uw boot over een korte tijdsperiode voor meer verjnde
snelheidswaarden.
: geef systeeminformatie weer en herstel de
fabrieksinstellingen (pagina 56). De opties >
wordt aangeboden om eventuele problemen op te lossen. Een medewerker
van de productondersteuning van Garmin kan u vragen deze functie te gebruiken
om gegevens over uw kaartplotter op te halen.
: hiermee geeft u een lijst met systeemgebeurtenissen weer.
Selecteer een gebeurtenis om extra informatie weer te geven.