Operation Manual

8 GPSMAP
®
6000/7000-serie - gebruikershandleiding
Weergave van kaarten en 3D-kaarten
De navigatie- of viskaart verschuiven
U kunt van uw huidige locatie naar andere gebieden op de navigatie- of viskaart verschuiven.
: de viskaart staat op een voorgeprogrammeerde gegevenskaart van BlueChart g2 Vision.
1. Selecteer in het startscherm .
2. Selecteer of .
3. Voer een actie uit:
Bij de GPSMAP 6000-serie verschuift u de kaart op met de .
Bij de GPSMAP 7000-serie verschuift u de kaart op door deze met een vinger te verschuiven.
Het positiepictogram (
) blijft op uw huidige locatie staan. Als het positiepictogram tijdens het schuiven van de
kaart verdwijnt, wordt er een klein venster (bijkaart) aan de linkerzijde van het scherm weergegeven, zodat u uw
huidige positie kunt bijhouden. De coördinaten van de cursor staan linksboven
op de kaart en daarbij staan tevens de afstand en de peiling van de cursor vanaf uw huidige locatie.
Cursor
Bijkaart
Verschuifopties
Cursorafstand
en peiling vanaf
huidige positie
Cursorcoördinaten
4. Selecteer om het verschuiven te stoppen en terug te keren naar uw huidige locatie op het scherm.
Een bijkaart weergeven
U kunt zelf bepalen of er een bijkaart bij de navigatiekaart of de viskaart moet worden weergegeven.
: de viskaart staat op een voorgeprogrammeerde gegevenskaart van BlueChart g2 Vision.
1. Selecteer in het startscherm .
2. Selecteer  of .
3. Selecteer  >  > .
4. Voer een actie uit:
Selecteer  als u de bijkaart altijd wilt laten weergeven.
Selecteer  als u de bijkaart tijdens het schuiven wilt laten weergeven wanneer het positiepictogram (
)
niet meer op het scherm staat.