Operation Manual

16 GPSMAP
®
6000/7000-serie - gebruikershandleiding
Weergave van kaarten en 3D-kaarten
Wanneer er door een geactiveerd AIS-doel informatie over de koers over de grond, de voorliggende koers of de
richting van de koerswijziging wordt aangeleverd, wordt de geprojecteerde koers van het object berekend op basis
van de informatie over de koers over de grond en de richting van de koerswijziging. De richting waarin het object
draait, die eveneens is gebaseerd op de informatie over de richting van de koerswijziging, wordt aangegeven door de
richting van de pijlpunt aan het einde van de koerslijn. De lengte van de pijlpunt verandert niet.
MMSI
Voorliggende koers
Richting van koerswijziging
Geprojecteerde koers
Geactiveerd
gevaarlijk
doel
Doel met koers over de grond, voorliggende koers en richting
van de koerswijziging
Wanneer er door een geactiveerd AIS-doel wel informatie over de koers over de grond en de voorliggende koers
maar geen informatie over de richting van de koerswijziging wordt aangeleverd, wordt de geprojecteerde koers van
het object berekend op basis van de informatie over de koers over de grond.
MMSI
Voorliggende koers
Geprojecteerde koers
Geactiveerd
doel
Doel met koers over de grond en voorliggende koers
AIS-ontvangst uitschakelen
De ontvangst van het AIS-signaal is standaard ingeschakeld.
Selecteer in het startscherm  >  >  > .
De volledige AIS-functionaliteit op alle kaarten en in alle driedimensionale weergaven van kaarten wordt
uitgeschakeld, zoals het zoeken en volgen van AIS-schepen, aanvaringsgevaar wanneer schepen te dicht in de
buurt zijn en het weergeven van informatie over AIS-schepen.
AIS- en MARPA-schepen op een kaart of een driedimensionale weergave van een kaart weergeven
AIS werkt alleen als er een extern AIS-toestel en signalen van een actieve transponder van andere schepen worden
gebruikt. MARPA (Mini Automatic Radar Plotting Aid) werkt bij radar (pagina 77).
U kunt instellen hoe andere schepen op een kaart of een driedimensionale weergave van een kaart worden
weergegeven. Het weergavebereik en de MARPA-instellingen die voor één kaart of één driedimensionale weergave
van een kaart worden opgegeven, gelden alleen voor die kaart en de driedimensionale weergave
van die kaart. De instellingen voor details, geprojecteerde koers en sporen die voor één kaart of één driedi-
mensionale weergave van een kaart worden opgegeven, gelden voor alle kaarten en alle driedimensionale
kaartweergaven.
: de pictogrammen voor de viskaart en Roergangerbeeld 3D staan op een voorgeprogrammeerde
gegevenskaart van BlueChart g2 Vision.
1. Selecteer in het startscherm .
2. Selecteer , ,  of .
3. Selecteer  > > .
4. Voer een actie uit: