Operation Manual
GPSMAP
®
6000/7000-serie - gebruikershandleiding 23
Weergave van kaarten en 3D-kaarten
Gevarenkleuren weergeven of verbergen
1. Selecteer in het startscherm > > > >
.
2. Voer een actie uit:
• Selecteer om ondiep water en land met behulp van een kleurenschaal weer te geven. Blauw geeft diep
water aan, geel betekent ondiep water en rood staat voor zeer ondiep water.
• Selecteer om het land gezien vanaf het water weer te geven.
Roergangersbeeld 3D,
gevarenkleuren uitgeschakeld
Roergangersbeeld 3D,
gevarenkleuren ingeschakeld
Afstandcirkels weergeven
Zie “Afstandcirkels weergeven” (pagina 20).
Een veilige diepte selecteren
U kunt de weergave van een veilige diepte voor Roergangerbeeld 3D instellen.
: deze instelling heeft alleen gevolgen voor de gevarenkleuren in Roergangerbeeld 3D.
Er zijn geen gevolgen voor de veilige waterdiepte van de instelling Autobegeleiding (pagina 59) of voor de instelling
van het ondiepwateralarm (echolood) (pagina 106).
1. Selecteer in het startscherm > > > >
.
2. Voer een actie uit:
• Gebruik bij de GPSMAP 6000-serie de of het om de diepte op te geven.
• Gebruik bij de GPSMAP 7000-serie het schermtoetsenbord om de diepte op te geven.
3. Selecteer .
Een corridorbreedte selecteren
Zie “Een corridorbreedte selecteren” (pagina 20).
Overige schepen weergeven
Zie “De weergave van andere schepen congureren” (pagina 66).
Oppervlakteradar weergeven
Zie “Oppervlakteradar weergeven” (pagina 20).
Gegevensbalken weergeven en congureren
Zie “Gegevensbalken” (pagina 62).
Waypoints en sporen gebruiken
Zie “Waypoints” (pagina 34) of “Sporen” (pagina 39).