Operation Manual

GPSMAP
®
6000/7000-serie - gebruikershandleiding 49
Almanak-, omgevings- en bootgegevens
U hebt verschillende sensors, transducers of antennes nodig voor het registreren van de gegevens die worden
weergegeven in de graeken. Raadpleeg de Technische handleiding voor Garmin NMEA 2000-producten op de
product-cd voor informatie over het aansluiten van de kaartplotter of randapparatuur met gebruik van een NMEA
2000-netwerk.
Een graek instellen
U kunt de schaal en de duur voor elke graek instellen. De duur verwijst naar het tijdinterval in de graek en
de schaal verwijst naar het bereik van de gemeten gegevens in de graek, inclusief specieke maximum- en
minimumwaarden.
1. Selecteer  >  in het startscherm.
2. Selecteer een type graek (, , ,  of ).
3. Selecteer .
4. Voer een actie uit:
Selecteer eerst  en vervolgens  of  om de duur in te stellen.
Selecteer . Selecteer ,  of . Als u  selecteert, stelt de kaartplotter de
optimale minimum- en maximumwaarden voor het bereik in op basis van de omgevingsomstandig heden. Als
de kaartplotter nieuwe informatie over de omgevingsomstandigheden ontvangt, wordt de schaal automatisch
aangepast.
Selecteer  om de kaartplotter toe te staan de optimale minimum- en maximumwaarden voor het
bereik in te stellen, op basis van de omgevingsomstandigheden.
Windsnelheidgegevens
De windsnelheidgraek weergeven
De kaartplotter moet zijn aangesloten op de hieronder vermelde randapparatuur om de gegevens te kunnen
registreren die worden weergegeven in de windsnelheidgraek.
Windsnelheid Beschrijving Vereiste sensors
Schijnbare
wind
Hiermee worden gegevens over de
windsnelheid weergegeven op basis van de
luchtstroom die wordt gemeten terwijl een
boot in beweging is.
Een windsensor.
Ware wind Hiermee worden gegevens over de
windsnelheid weergegeven op basis van
de luchtstroom die wordt gemeten op een
stationaire boot. De meest nauwkeurige
gegevens krijgt u als de instelling Bron
windsnelheid op Auto wordt gezet (pagina 59).
Een windsensor en een snelheidsensor; of
een windsensor en een GPS-antenne.
Grondwind Hiermee worden gegevens over de
windsnelheid weergegeven op basis van de
luchtstroom die wordt gemeten aan wal.
Een windsensor, een sensor voor de
watersnelheid, een koerssensor en een GPS-
antenne; of een windsensor en een GPS-
antenne; of een windsensor, een sensor voor
de watersnelheid en een koerssensor.
1. Selecteer  >  >  in het startscherm.
2. Selecteer het type windsnelheidgegevens dat in de graek moet worden opgenomen (, 
 of ).