Operation Manual
GPSMAP
®
6000/7000-serie - gebruikershandleiding 53
Almanak-, omgevings- en bootgegevens
Selecteren welke motoren worden weergegeven in de meters
U dient handmatig het aantal motoren te selecteren dat wordt weergegeven in de brandstofmeters (pagina 52)
voordat u kunt selecteren voor welke motoren informatie wordt weergegeven.
1. Selecteer > > > > .
2. Selecteer .
3. Typ het nummer van de motor (1 tot en met 8) waarvoor u informatie wilt zien in de eerste meter of balk:
• Gebruik bij de GPSMAP 6000-serie de of het .
• Gebruik bij de GPSMAP 7000-serie het schermtoetsenbord.
Als u bijvoorbeeld 6 selecteert, ziet u in de eerste motormeter of balk informatie over de motor die in het NMEA
2000-netwerk wordt aangeduid als Motor 6.
4. Selecteer .
5. Herhaal desgewenst stap 3 en 4 voor de tweede, derde en vierde motormeter of balk.
Brandstofmeters
Maximaal twee brandstofmeters, één hoge en één lage, verschijnen boven en onder de snelheidsmeter in het midden
van de pagina Brandstofmeters. Uw brandstoftanks dienen te beschikken over sensors voor het brandstofniveau of
voor de brandstofstroom om de gegevens te kunnen registreren die worden weergegeven in de brandstofmeters.
Als u alleen een sensor voor de brandstofstroom gebruikt, verwijst de hoeveelheid brandstof aan boord naar het
geschatte brandstofniveau op basis van de totale omvang van de tank, de geregistreerde hoeveelheid brandstof in de
tanks en op de stroomsnelheid.
Het aantal weergegeven brandstofmeters en de instelling van deze meters is gebaseerd op het aantal en het type
brandstofsensors aan boord, zoals uit onderstaande tabel blijkt.
0 brandstofniveausensors 1 brandstofniveausensor 2 of meer
brandstofniveau-sensors
0 brandstof-
stroomsensors
Er worden geen
brandstofmeters
weergegeven.
Bovenste brandstofmeter
wordt weergegeven.
Bovenste en onderste
brandstofmeter worden
weergegeven.
1 of meer brand-
stofstroomsen-
sors
Er wordt een geschat brand-
stofniveau weergegeven op
de bovenste brandstofmeter.
Bovenste brandstofmeter
wordt weergegeven.
Bovenste en onderste
brandstofmeter worden
weergegeven.
Brandstofmeters weergeven
Om brandstonformatie te kunnen zien, moet uw kaartplotter zijn aangesloten op een externe brandstofsensor, zoals
de Garmin GFS
™
10.
1. Selecteer > in het startscherm.
2. Navigeer van de motormeterschermen naar het brandstofmeterscherm:
• Gebruik bij de GPSMAP 6000-serie de .
• Selecteer de pijlen links en rechts boven aan de pagina als u een toestel uit de GPSMAP 7000-serie hebt.
Metergrenzen aanpassen
Zie De motor- en brandstofmetergrenzen aanpassen (pagina 51).