Operation Manual
54 GPSMAP
®
6000/7000-serie - gebruikershandleiding
Almanak-, omgevings- en bootgegevens
Meteralarmen activeren en aanpassen
Zie “Alarmen voor motor- en brandstofmeterstatus activeren” (pagina 52) en “Alarmen voor motor- en
brandstofmeterstatus aanpassen” (pagina 52).
Brandstofmetermetingen synchroniseren met het brandstofniveau
1. Selecteer > > in het startscherm.
2. Voer een actie uit:
• Selecteer als uw tanks vol zijn. Het brandstofniveau wordt ingesteld op de maximale
capaciteit. Pas deze indien nodig aan.
• Selecteer toe als u niet een hele volle tank hebt toegevoegd. Als u een toestel uit de
GPSMAP 6000-serie gebruikt, geeft u de hoeveelheid getankte brandstof op aan de hand van de
of het . Gebruik bij de GPSMAP 7000-serie het schermtoetsenbord. Selecteer
. Er wordt dan een schatting van de hoeveelheid toegevoegde brandstof weergegeven. Pas deze indien
nodig aan.
• Selecteer om het totaal aan brandstof in de tanks op te geven. Als u
een toestel uit de GPSMAP 6000-serie gebruikt, geeft u de hoeveelheid brandstof op aan de hand van de
of het . Gebruik bij de GPSMAP 7000-serie het schermtoetsenbord.
Selecteer .
De gegevensbron voor brandstofverbruik selecteren
1. Selecteer > > > in het startscherm.
2. Bepaal de bron van de snelheidsgegevens aan de hand waarvan het brandstofverbruik wordt berekend.
• Selecteer > .
• Selecteer > om de gegevens van een snelheidswieltje te gebruiken.
Tripmeters
Tripmeters weergeven
Selecteer > in het startscherm.
Er wordt kilometerteller-, snelheid-, tijd- en brandstonformatie voor de trip weergegeven.
De tripmeters opnieuw instellen
1. Selecteer > in het startscherm.
2. Voer een actie uit:
• Selecteer om alle metingen voor de huidige trip in te stellen op 0,0.
• Selecteer om de meting van de maximumnelheid in te stellen op 0,0.
• Selecteer om de kilometerteller op 0,0 te zetten.
• Selecteer om alle waarden op 0,0 te zetten.