Operation Manual
58 GPSMAP
®
6000/7000-serie - gebruikershandleiding
Het toestel instellen
De kaartplotter automatisch inschakelen
Selecteer > > in het startscherm.
Als u selecteert, wordt de kaartplotter automatisch ingeschakeld wanneer de spanning wordt ingeschakeld.
Als u selecteert, moet u het toestel aanzetten met de
.
: als bij de optie Schakel automatisch in de instelling is geselecteerd en de kaartplotter
wordt uitgeschakeld met de
, en de spanning wordt uitgeschakeld en binnen twee minuten weer
ingeschakeld, dan moet u wellicht op de
drukken om de kaartplotter opnieuw op te starten.
Het scherm instellen
Het geluid instellen
U kunt instellen wanneer de kaartplotter hoorbare signalen afgeeft.
1. Selecteer in het startscherm > > > .
2. Voer een actie uit:
• Selecteer om de kaartplotter alleen te laten piepen wanneer de alarmen worden geactiveerd
(standaardinstelling).
• Selecteer om de kaartplotter te laten piepen wanneer de toetsen worden ingedrukt en
wanneer de alarmen worden geactiveerd.
De taal instellen
U kunt kiezen welke taal wordt weergegeven op de kaartplotter.
1. Selecteer > > in het startscherm.
2. Selecteer een taal.
Navigatievoorkeuren
Route-instellingen
Een labeltype selecteren voor een route
U kunt selecteren welk type labels wordt weergegeven voor koerswijzigingen op de kaart.
1. Selecteer > > > in het startscherm.
2. Voer een actie uit:
• Selecteer om koerswijzigingen aan te duiden aan de hand van waypointnamen.
• Select om koerswijzigingen aan te duiden aan de hand van nummers, zoals
Koerswijziging 1 en Koerswijziging 2.
Koerswijzigingovergangen instellen
U kunt instellen hoe ver of hoe lang voor een koerswijziging in een route u overgaat op het volgende deel. Door
deze waarde te verhogen, kunt u de nauwkeurigheid van de automatische piloot bij het navigeren van een route of
het volgen van een automatische begeleidingslijn vergroten bij veel wendingen en bij hoge snelheden. Voor rechtere
routes en lagere snelheden kan het verlagen van deze waarde de nauwkeurigheid van de stuurautomaat vergroten.
1. Selecteer > > > > in het startscherm.
2. Voer een actie uit:
• Selecteer . Selecteer . Als u een toestel uit de GPSMAP 6000-serie gebruikt,
geeft u de tijd op aan de hand van de of het . Gebruik bij de
GPSMAP 7000-serie het schermtoetsenbord.
• Selecteer . Selecteer.Als u een toestel uit de GPSMAP 6000-serie gebruikt, geeft
u de afstand op aan de hand van de of het . Gebruik bij de GPSMAP
7000-serie het schermtoetsenbord.
3. Selecteer .