GPSMAP® 620 GPSMAP 640 gebruikershandleiding
© 2008-2011 Garmin Ltd. of de dochtermaatschappijen van Garmin Ltd. Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitdrukkelijk hierin voorzien, mag geen enkel deel van deze handleiding worden vermenigvuldigd, gekopieerd, overgedragen, verspreid, gedownload, of opgeslagen in enig opslagmedium, voor enig doel, zonder voorafgaande uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Garmin.
Inleiding Inleiding De GPSMAP® 620 en GPSMAP 640 zijn GPS-navigatietoestellen die geschikt zijn voor gebruik op een boot en in de auto. Wanneer u het toestel op een boot in de steun plaatst, wordt automatisch de maritieme modus ingeschakeld. Wanneer u het toestel in de auto in de steun plaatst, wordt automatisch de automodus ingeschakeld. Opmerking: de GPSMAP 620 kan alleen in de automodus worden gebruikt als u de optionele City Navigator NT-kaarten hebt aangeschaft en in het toestel hebt geladen.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding.................................................................................................i Productregistratie............................................................................................. i Contact opnemen met Garmin® . ..................................................................... i Uitleg van de handleiding................................................................................. i Aan de slag.....................................
Inhoudsopgave Maritieme modus: het dashboard gebruiken..................................24 Het scherm Kompas gebruiken..................................................................... 24 Het scherm Cijfers gebruiken........................................................................ 25 Het scherm Trip gebruiken............................................................................ 25 Maritieme modus: de almanakgegevens bekijken.........................
Inhoudsopgave Uw eigen routes gebruiken............................................................................ 58 Coördinaten invoeren.................................................................................... 59 Offroad navigeren.......................................................................................... 59 Automodus: de kaart gebruiken......................................................60 Volgende afslag.......................................................................
Aan de slag Aan de slag Een overzicht van de functies van de GPSMAP 620 en GPSMAP 640 ➊ ➋ Een overzicht van de montagesteunfuncties ➍ ➍ ➌ ➎ ➌ Maritieme montagesteun ➏ ➍ ➊ ➋ Aan-uitknop: hiermee schakelt u het toestel handmatig in of uit. ➌ ➍ ➎ MCX-connector: hierop kunt u een externe GPS-antenne aansluiten. ➏ Batterij: verwisselbare lithium-ionbatterij (oplaadbaar). DC-ingang: hierop kunt u een externe voedingskabel aansluiten om het toestel van stroom te voorzien en de batterij op te laden.
Aan de slag LET OP De kogelsteunadapter van de GPSMAP 620 en GPSMAP 640 is alleen compatibel met de meegeleverde steun en niet met andere steunen van Garmin. Bevestig het toestel niet op een voorruit. Opmerking Droog de metalen contactpunten en gebruik de meegeleverde beschermkap om corrosie te voorkomen als u de GPSMAP 620 of GPSMAP 640 uit de maritieme montagesteun verwijdert. De montagesteun gebruiken Opmerking Gebruik de montagesteun voor de auto niet op een boot.
Aan de slag Het toestel in- en uitschakelen De GPSMAP 620 of GPSMAP 640 inschakelen: • Als de montagesteun in de boot of auto op een voedingsbron is aangesloten, wordt het toestel ingeschakeld zodra u het in de steun plaatst. • Het toestel wordt ook ingeschakeld als het via de DC IN-aansluiting van stroom wordt voorzien. • Als u het toestel handmatig wilt inschakelen, houd Garmin-logo op het scherm wordt weergegeven.
Aan de slag Belangrijke opmerkingen over de batterij: • Voordat u de GPSMAP 620 of GPSMAP 640 voor het eerst gaat gebruiken, moet u de batterij minimaal zes uur op te laden. 2. Plaats een SD-kaart in de opening met het label omhoog en met de contactpunten van de SD-kaart weggericht van de contactpunten van de batterij. • Het batterijpak met lithium-ionbatterijen dat in het toestel wordt gebruikt dient voornamelijk voor reservedoeleinden.
Maritieme modus: aan de slag Maritieme modus: aan de slag Stap 1: de GPSMAP 620 of GPSMAP 640 bevestigen Stap 4: de GPSMAP 620 of GPSMAP 640 gebruiken ➊ ➋➌ ➍ 1. Raadpleeg de installatie-instructies voor scheepsmontage van de GPSMAP 620/640 als u de montagesteun op de boot gaat bevestigen. 2. Plaats het toestel in de maritieme montagesteun (pagina 2).
Maritieme modus: aan de slag Rechtstreeks naar een bestemming navigeren 1. Tik in het startscherm op Kaarten > Waterkaart. 2. Tik in de waterkaart op de plaats waarheen u wilt navigeren. • • en om in en uit te zoomen. Tik op de kaart en versleep de Tik op kaart door uw vinger over het scherm te bewegen. Zie pagina 8 voor meer informatie over het gebruik van kaarten. zich op de locatie bevindt waarheen u wilt navigeren, 3. Als de kaartwijzer tik dan op Navigeren naar > Ga naar. 4.
Maritieme modus: aan de slag Tips: • U kunt ook een route maken of het toestel een route laten bepalen in plaats van rechtstreeks naar uw bestemming te navigeren. Zie pagina 13 voor geavanceerde navigatieopties. • U kunt ook het scherm Kompas gebruiken om naar uw bestemming te navigeren door de wijzer van het kompas te volgen. Zie pagina 24 voor meer informatie. Stoppen met navigeren 1. Tik boven de waterkaart op Menu. De schermverlichting aanpassen 1. Druk vanuit een willekeurig scherm kort op . 2.
Maritieme modus: kaarten gebruiken Maritieme modus: kaarten gebruiken De GPSMAP 620 is voorzien van een standaard wereldkaart. De GPSMAP 640 is voorzien van een standaard wereldkaart en gedetailleerde BlueChart® g2-cartografie voor de Amerikaanse wateren. Opmerking: Mariner's Eye 3D en Fish Eye 3D zijn alleen beschikbaar als u een BlueChart g2 Vision SD-kaart gebruikt (pagina 10).
Maritieme modus: kaarten gebruiken Voorwerpen op de waterkaart interactief gebruiken Extra informatie weergeven over een voorwerp of de kaart 2. Tik op een optie: 2. Tik op Informatie en kies een van de volgende opties: 1. Tik op een punt op de waterkaart. Opmerking: de opties die worden weergegeven zijn dynamisch en afhankelijk van het punt van de kaart waarop u tikt. • Herzie: hiermee kunt u details weergeven over de voorwerpen op de kaart in de buurt van de aanwijzer.
Maritieme modus: kaarten gebruiken Luchtfoto's weergeven U kunt luchtfoto's van de jachthavens en andere belangrijke navigatiepunten weergeven die door de geplaatste BlueChart g2 Vision SD-kaart worden ondersteund. 1. Tik op de waterkaart op een camerapictogram. ) verwijst naar een panoramische • Een standaardcamerapictogram ( foto. • ) verwijst naar Een camerapictogram met een kegelvormige lijn ( een foto vanuit een lager perspectief.
Maritieme modus: kaarten gebruiken Mariner's Eye 3D gebruiken U kunt het scherm Mariner's Eye 3D gebruiken als u over een BlueChart g2 Vision SD-kaart beschikt. Het scherm Mariner's Eye 3D lijkt op het scherm Perspective 3D (pagina 10), maar dan in True 3D. Deze weergave is nuttig voor het navigeren rond verraderlijke ondiepten, riffen, bruggen of kanalen en komt van pas bij het binnenvaren en verlaten van onbekende havens of ankerplaatsen.
Maritieme modus: kaarten gebruiken Selecteer Kaarten > Viskaart om het scherm Viskaart vanuit het startscherm te openen. Tik op en om in en uit te zoomen. U kunt met de viskaart op dezelfde manier navigeren als met de waterkaart. Als deze functie is ingeschakeld, worden de satellietbeelden met hoge resolutie alleen weergegeven bij lagere zoomniveaus.
Maritieme modus: navigeren Maritieme modus: navigeren Als u met de GPSMAP 620 of GPSMAP 640 wilt navigeren, kiest u eerst een bestemming. Stel vervolgens een koers in of stel een route samen. Volg de koers of route op de waterkaart of in het scherm Perspective 3D of Mariner's Eye 3D screen. TIP: U kunt ook het scherm Kompas gebruiken om een koers of een route op de waterkaart, in het scherm Perspective 3D of het scherm Mariner's Eye 3D te volgen. Zie pagina 24 voor meer informatie.
Maritieme modus: navigeren • Begeleid naar: de kaartgegevens van de BlueChart g2 Vision-SD-kaart gebruiken om automatisch een route te berekenen van uw huidige locatie naar uw bestemming (pagina 17). 1. Tik nadat u in het startscherm een koers hebt ingesteld achtereenvolgens op Kaarten, Waterkaart, Mariner's Eye of Perspective 3D. Volg de koers nadat u deze hebt ingesteld op de waterkaart of via het scherm Perspective 3D of Mariner's Eye 3D. 3.
Maritieme modus: navigeren Directe koers 2. Tik op de locatie waar u de laatste koerswijziging naar uw bestemming wilt maken. Gecorrigeerde koers Een directe koers volgen in het scherm Mariner's Eye 3D Opmerking: als u een koers volgt, wordt in de gegevensbalk boven aan de kaart belangrijke informatie weergeven met betrekking tot de navigatie. Zie pagina 46 voor het aanpassen van de instellingen van de gegevensbalk. Een route maken (Route naar) 1.
Maritieme modus: navigeren 5. Tik op OK om de route af te ronden en de koers in te stellen of tik op Route annuleren om de route te verwijderen. LET OP Zelfs als u een route nauwkeurig hebt ingesteld, kan een deel van de route over land of ondiep water lopen. Gebruik visuele waarnemingen om land, ondiep water en andere gevaarlijke objecten te vermijden.
Maritieme modus: navigeren 5. Wanneer u afwijkt van de koers, volgt u de oranje pijl (te volgen koers) om terug te keren naar de magenta en paarse lijn (routedeel). Koerswijziging Te volgen koers Routedeel Beginpunt Als u een voorgeprogrammeerde BlueChart g2 Vision SD-kaart gebruikt, kunt u de functie Autobegeleiding gebruiken om automatisch een route te bepalen op basis van de beschikbare BlueChart g2 Vision-kaartinformatie. Zie pagina 42 voor het instellen van de functie Autobegeleiding voor uw boot.
Maritieme modus: navigeren 1. Tik nadat u met Begeleid naar een automatische koers hebt gemaakt in het startscherm op Kaarten en vervolgens op Waterkaart, Perspective 3D of Mariner's Eye 3D. 2. Volg de magenta lijn van het beginpunt tot het eindpunt. 3. Wijk van de koers af om land, ondiep water en andere obstakels in het water te vermijden. 4. Stuur indien mogelijk terug naar de magenta lijn als u van koers bent afgeweken.
Maritieme modus: Waarheen? Maritieme modus: Waarheen? Gebruik de optie Waarheen? in het startscherm om te zoeken en te navigeren naar brandstofleveranciers, reparatiewerkplaatsen en andere services, en naar waypoints en routes. Zoeken naar maritieme diensten OPMERKING: deze functie is niet in alle regio’s beschikbaar. 1. Tik in het startscherm op Waarheen? > Buitengaats diensten. 2. Tik op het soort maritieme dienst waar u naartoe wilt navigeren.
Maritieme modus: Waarheen? Opgeslagen tracks zoeken 1. Tik in het startscherm op Waarheen? > Tracks. 2. Tik op de opgeslagen track die u voor de navigatie wilt gaan gebruiken. 3. Tik op Volg track om de geselecteerde opgeslagen track te volgen. Zie pagina 22 voor meer informatie over tracks. Op naam zoeken Met het menu Zoek op naam kunt u op zoek gaan naar alle maritieme diensten, waypoints, opgeslagen routes en opgeslagen tracks. 1. Tik in het startscherm op Waarheen? > Zoek op naam. 2.
Maritieme modus: waypoints en tracks gebruiken Maritieme modus: waypoints en tracks gebruiken Maak waypoints voor locaties waar u naartoe wilt terugkeren, zoals uw jachthaven of een goede vislocatie. U kunt maximaal 1500 maritieme waypoints opslaan en u kunt voor elk waypoint de naam, het symbool, de diepte en de watertemperatuur opgeven. Een track is een registratie van uw route. De track die momenteel wordt vastgelegd, is de actieve track. U kunt uw actieve track opslaan.
Maritieme modus: waypoints en tracks gebruiken Een waypoint maken met de waterkaart 1. Tik in het startscherm op Kaarten > Waterkaart. 2. Tik op de locatie die u als waypoint wilt markeren. Het pictogram de locatie aan. geeft 3. Tik op Aanmaken waypoint. Waypointgegevens bijwerken 1. Tik in het startscherm op Informatie > Gebruikergegevens > Waypoints om de lijst met waypoints weer te geven of tik op een waypoint op de waterkaart. 2. Tik op de naam van het waypoint dat u wilt wijzigen. 3.
Maritieme modus: waypoints en tracks gebruiken De actieve track opslaan U kunt maximaal twintig tracks bewaren, met maximaal 700 punten per bewaarde track. Een opgeslagen track volgen 1. Tik in het startscherm op Waarheen? > Tracks. 2. Tik op de naam van de opgeslagen track die u wilt volgen. 1. Tik in het startscherm op Informatie > Gebruikersgegevens > Tracks > Actieve track opslaan. 3. Tik op Volg track. 2.
Maritieme modus: het dashboard gebruiken Maritieme modus: het dashboard gebruiken Gebruik het dashboard om alle belangrijke informatie in één scherm weer te geven, zoals navigatie- en reisinformatie, zonder dat u daarvoor de verschillende kaartschermen hoeft weer te geven. Het scherm Kompas gebruiken Tik in het startscherm op Dashboard > Kompas om het scherm Kompas weer te geven.
Maritieme modus: het dashboard gebruiken Het scherm Cijfers gebruiken Tik in het startscherm op Dashboard > Cijfers om belangrijke navigatiecijfers weer te geven, zoals de koers en de GPS-snelheid. Zie pagina 52 voor meer informatie over het configureren van het scherm Cijfers. Het scherm Trip gebruiken Het scherm Trip bevat handige statistieken over de reis. Tik in het startscherm op Dashboard > Trip om het scherm Trip te openen. De gegevens in het scherm Trip resetten 1.
Maritieme modus: de almanakgegevens bekijken Maritieme modus: de almanakgegevens bekijken • Tik op een willekeurig punt in de getijdenkaart om het getijdenniveau voor een ander tijdstip weer te geven. U kunt ook met uw vinger over de grafiek bewegen om het beeld te verschuiven. Gebruik het scherm Informatie om de almanakgegevens over getijden en stromingen en gegevens over de zon- en maanstanden weer te geven. • Tik op Nabije stations om andere getijdenstations in de buurt van uw positie te bekijken.
Maritieme modus: de almanakgegevens bekijken Zon- en maaninformatie weergeven U kunt de almanakgegevens over de zon- en maanstanden weergeven voor uw huidige locatie. U kunt informatie over het opkomen/ondergaan van de zon en de maan en de maanfasen weergeven, en bij benadering de positie van de zon en de maan. Als u zon- en maaninformatie wilt weergeven, tikt u in het startscherm op Informatie > Zon en maan. • Tik op Wijzig datum > Handmatig om informatie voor een andere datum weer te geven.
Maritieme modus: de gebruikersgegevens beheren Maritieme modus: de gebruikersgegevens beheren Selecteer in het startscherm op Informatie > Gebruikersgegevens als u de gebruikergegevens wilt weergeven. • Waypoints-lijst: de lijst met alle opgeslagen waypoints weergeven. • Routes: de lijst met opgeslagen routes weergeven. • Tracks: de lijst met opgeslagen tracks weergeven. • Data verzenden: waypoints, routes en tracks van en naar een SD-kaart overzetten.
Maritieme modus: de gebruikersgegevens beheren Een back-up van de maritieme gegevens naar het toestel terugzetten 5. Selecteer in het venster Verzenden naar toestel het station van de SD- kaartlezer en de gegevenstypen die u naar het toestel wilt kopiëren. 1. Kopieer het bestand .ADM van de computer naar de map Garmin\UserData op een SD-kaart 6. Klik op Verzenden. MapSource draagt een bestand met de naam USERDATA.adm naar de SD-kaart over. 2. Plaats de SD-kaart in het toestel. 7.
Maritieme modus: informatie over andere schepen beheren Maritieme modus: informatie over andere schepen beheren AIS-schip Gebruik het scherm Informatie om informatie over andere schepen te bekijken en te beheren. Gevaarlijk object Opmerking: voordat u informatie over andere schepen kunt weergeven, moet het toestel zijn aangesloten op een extern AIS- (Automatic Identification System) of DSC-toestel (Digital Selective Calling).
Maritieme modus: informatie over andere schepen beheren Gevaarlijk object binnen bereik. Het object knippert als het waarschuwingssignaal klinkt en er een melding verschijnt. Nadat het alarm is bevestigd, geeft een rode driehoek met een rode lijn de locatie en de voorliggende koers van het object aan. Als het AIS-alarm op Uit staat, knippert het object maar gaat er geen waarschuwingssignaal af en wordt er geen melding getoond.
Maritieme modus: informatie over andere schepen beheren Wanneer er door een geactiveerd AIS-doel wel informatie over de koers over de grond en de voorliggende koers maar geen informatie over de richting van de koerswijziging wordt aangeleverd, wordt de geprojecteerde koers van het object berekend op basis van de informatie over de koers over de grond.
Maritieme modus: informatie over andere schepen beheren • Selecteer Geprojecteerde koers, geef de tijd op voor de geprojecteerde koers voor de AIS-schepen en selecteer OK. • Selecteer Sporen om de tracks van de schepen met AIS weer te geven en selecteer de lengte van het spoor dat moet worden weergegeven. Een doel voor een AIS-schip activeren 1. Selecteer Kaarten in het startscherm. 2. Selecteer Waterkaart, Viskaart, Perspective 3D of Mariner's Eye 3D. 3. Tik op een schip met AIS. 4.
Maritieme modus: informatie over andere schepen beheren Een lijst met AIS-doelen weergeven Opmerking: Mariner's Eye 3D is alleen beschikbaar als u een BlueChart g2 Vision SD-kaart gebruikt. De viskaart is alleen beschikbaar als u een BlueChart g2 Vision SD-kaart of een BlueChart g2 SD-kaart gebruikt, of als de geïntegreerde kaart ondersteuning biedt voor viskaarten. 1. Selecteer Kaarten in het startscherm. 2. Selecteer Waterkaart, Viskaart, Perspective 3D of Mariner's Eye 3D. 3.
Maritieme modus: informatie over andere schepen beheren DSC-informatie gebruiken Alle ontvangen DSC-informatie verwijderen • Wijzig: een naam aan de DSC-oproep of -melding toevoegen, zodat u het schip aan het MMSI-nummer kunt herkennen. Inkomende noodoproepen Als u DSC-noodoproepen en -positiemeldingen wilt wijzigen of op een oproep of melding wilt reageren, selecteert u een noodoproep of positiemelding in de DSC-lijst.
Maritieme modus: informatie over andere schepen beheren Positie bijhouden Wanneer u uw Garmin-kaartplotter via NMEA 0183 aansluit op een marifoon, kunt u de positie bijhouden van schepen die positierapporten verzenden. Iedere ontvangen oproep met een positiemelding wordt in de DSC-lijst opgenomen. Een positiemelding weergeven 1. Ga naar het startscherm en selecteer Informatie > Overige schepen > DSC-lijst. Informatie in een positiemelding bewerken 1.
Maritieme modus: informatie over andere schepen beheren Sporen van schepen op de waterkaart U kunt het spoor van de schepen waarvan u de positie bijhoudt weergeven op de waterkaart, de viskaart en in de weergave Mariner's Eye 3D. Standaard wordt een zwarte stip weergegeven voor elke eerder gemelde positie van een schip waarvan u de positie bijhoudt. Een blauwe vlag geeft de laatst gemelde positie van het schip aan. Daarnaast wordt een zwarte lijn weergegeven met de route van het schip.
Maritieme modus: geavanceerde configuratie Maritieme modus: geavanceerde configuratie Met het menu Configureer kunt u de algemene instellingen van het toestel configureren. Met het scherm Menu op de verschillende kaartschermen kunt u kaartspecifieke informatie configureren. Systeeminstellingen configureren Tik in het startscherm op Configureer > Systeem. Simulator: de simulatormodus Aan of Uit zetten. Tik op Instellingen om de opties voor de simulator te wijzigen.
Maritieme modus: geavanceerde configuratie GPS: de GPS-informatie weergeven en de GPS-instellingen wijzigen. • Skyview: hiermee kunt u de GPS-satellietpositie weergeven. • WAAS/EGNOS: hiermee kunt WAAS (in Noord-Amerika) of EGNOS (in Europa) in- of uitschakelen. Met WAAS/EGNOS ontvangt u nauwkeurigere informatie over de GPS-positie, maar wanneer u WAAS/ EGNOS gebruikt, heeft het toestel wel meer tijd nodig om de satellieten te vinden.
Maritieme modus: geavanceerde configuratie • Hoogte: de maateenheid voor hoogte instellen op Voet of Meter. Tijd: de tijdinstellingen wijzigen. • Atmosferische druk: de maateenheid voor de luchtdruk instellen op Millibar of Inches kwik. • Tijdweergave: de tijdsindeling instellen (12-uurs, 24-uurs of UTC). Koers: de referentiepunten instellen voor het berekenen van de koers. • Automatisch magnetisch: de magnetische afwijking voor uw positie automatisch laten instellen.
Maritieme modus: geavanceerde configuratie NMEA-instelling: de NMEA 0183-uitvoer in- of uitschakelen voor route- en systeemtelegrammen en de Garmin NMEA-instellingen aanpassen. • Positie- miswijzing: hiermee selecteert u het aantal decimalen (2 cijfers, 3 cijfers of 4 cijfers) voor de overdracht van NMEA-uitvoer. • Waypoint-ID's: geef aan hoe de waypoint-ID's moeten worden uitgevoerd (Namen of Cijfers).
Maritieme modus: geavanceerde configuratie Systeemwaarschuwingen instellen Mijn boot configureren Wekker: hiermee stelt u een waarschuwing in met behulp van de systeemklok (GPS). Voor gebruik van de wekker moet het toestel zijn ingeschakeld. Kiel offset: een offset is een correctiewaarde. Hier kunt u de afstand tussen de transducer en de onderkant van de kiel opgeven zodat de diepte vanaf de bodem van de kiel wordt gemeten in plaats vanaf de positie van de transducer.
Maritieme modus: geavanceerde configuratie Overige schepen configureren Tik in het startscherm op Configureer > Overige schepen. OPMERKING: als u de AIS- of DSC-gegevens voor andere schepen wilt configureren, moet het toestel op een extern AIS- of DSC-toestel zijn aangesloten. AIS: AIS in- of uitschakelen. AIS waarschuwt u door de ID, positie, koers en snelheid van schepen te melden die zich binnen het bereik bevinden en zijn uitgerust met een transponder. DSC: DSC in- of uitschakelen.
Maritieme modus: geavanceerde configuratie • Afstand tot kustlijn: Hiermee kunt u instellen hoe dicht u op de kust wilt varen: Dichtstbijzijnd, Nabij, Normaal, Ver of Verst. De instelling Afstand tot kustlijn geeft aan hoe dicht op de kust u de automatische begeleidingslijn wilt plaatsen. De automatische begeleidingslijn wordt mogelijk verplaatst als u deze instelling tijdens het navigeren wijzigt.
Maritieme modus: geavanceerde configuratie • Als de koerswijzigingen in de automatische begeleidingslijn te groot zijn, kiest u in het startscherm Configureer > Navigatie > Autobegeleiding > Afstand tot kustlijn > Dichtstbijzijnd. 10. Als u in stap 9 Verst of Dichtstbijzijnd hebt gekozen, controleer dan de plaatsing van de automatische begeleidingslijn. Bepaal of de lijn veilig om bekende obstakels heen gaat en of de route met koerswijzigingen een efficiënte route is.
Maritieme modus: geavanceerde configuratie • Waypoint-weergave: geef aan of labels voor waypoints moeten worden weergegeven, inclusief de waypointnaam en een opmerking, of dat alleen het symbool moet worden weergegeven. U kunt een waypoint op de kaart ook verbergen. Hierdoor beperkt u het aantal waypoints op de kaart tot de waypoints die voor de huidige activiteit van belang zijn. Overige schepen: toegang tot AIS- en DSC-snelkoppelingen en tot de kaartspecifieke AIS-scherminstellingen.
Maritieme modus: geavanceerde configuratie Kompasroos: hiermee kunt u de kompasrichting, ware windrichting of schijnbare windrichting op basis van de koers van de boot. De ware of schijnbare windrichting wordt weergegeven als de kaartplotter is aangesloten op een compatibele maritieme windsensor. Ware wind: de gegevens over de windrichting worden weergegeven op basis van de luchtstroom die wordt gemeten op een stilliggende boot.
Maritieme modus: geavanceerde configuratie • Kompaslijn: hier geeft u de huidige koers weer. Tijdens het navigeren wordt een indicatie van de peiling voor de gewenste koers weergegeven. Wanneer u van de koers afwijkt, wordt de afstand tussen uw huidige koers en de gecorrigeerde koers (de te volgen koers) met een oranje arcering weergegeven op de kompaslijn. Peiling indicator Koers indicator Kaartweergave: hier kunt u de weergave van de waterkaart aanpassen.
Maritieme modus: geavanceerde configuratie • Wereldkaart: schakelen tussen een eenvoudige wereldkaart en een volledige wereldkaart. ◦◦ Op de eenvoudige wereldkaart worden de kustcontouren weergegeven en land wordt in de kleur geel weergegeven. ◦◦ Op de volledige wereldkaart worden de kustcontouren weergegeven en land wordt met foto's met een lage resolutie weergegeven. • Puntpeilingen: dieptepeilingen in- en uitschakelen en een gevaarlijke diepte instellen.
Maritieme modus: geavanceerde configuratie Wind VMG wordt onder de volgende voorwaarden weergegeven: • Wind VMG wordt in de gegevensbalk Onder zeil weergegeven wanneer u een route aflegt of een automatische begeleidingslijn volgt. • Wind VMG wordt op de gegevensbalk Onder zeil weergegeven wanneer de gegevensbalk Routedeel is ingeschakeld en u een route aflegt.
Maritieme modus: geavanceerde configuratie Instellingen voor Fish Eye 3D Tik in het scherm Fish Eye 3D op Menu. Kompasroos: net als op de waterkaart kompasrozen met informatie rondom het bootpictogram inschakelen. Zie pagina 46. Weergave: het gezichtspunt wijzigen. Kies de richting waarin de camera moet wijzen. Als u bijvoorbeeld op Bakboord tikt, wordt de camera aan stuurboord geplaatst en kijkt u over de boot heen naar bakboord.
Maritieme modus: geavanceerde configuratie De opties voor actieve tracks configureren • Wijzig: de waarde voor de interval instellen. Opslagmodus: kies Uit, Vul of Vervangen. Het scherm Cijfers configureren Tik in het startscherm op Informatie > Gebruikersgegevens > Tracks > Actieve trackopties. • Uit: er wordt geen track vastgelegd. • Vul: het logboek met tracks wordt bijgehouden tot het geheugen vol is.
Automodus: aan de slag Automodus: aan de slag Stap 1: de GPSMAP 620 of GPSMAP 640 bevestigen 1. Plaats het voetstuk van de montagesteun op het dashboard van de auto. 2. Klik de montagesteun op de bevestigingsarm en plaats de GPSMAP 620 of de GPSMAP 640 in de montagesteun (pagina 2). 3. Sluit de luidspreker-/voertuigvoedingskabel aan op een stroomvoorziening in de auto. Als u de auto start terwijl het toestel is aangesloten, wordt het toestel automatisch ingeschakeld in de automodus.
Automodus: aan de slag ➎ ➏ ➐ ➑ Tik hierop als u een bestemming wilt zoeken. Tik hierop als u de kaart wilt weergeven. Tik hierop als u het volume wilt aanpassen. Tik hierop als u de opties in het menu Extra wilt gebruiken, zoals Instellingen en Eigen routes. Uw bestemming vinden De pagina Waarheen? bevat verschillende categorieën die u kunt gebruiken bij het zoeken naar adressen, plaatsen en andere locaties.
Automodus: Waarheen? Automodus: Waarheen? Op de pagina Waarheen? staan enkele categorieën die u kunt gebruiken bij het zoeken naar locaties. Zie pagina 54 voor meer informatie over het uitvoeren van eenvoudige zoekopdrachten. Een adres zoeken Opmerking: afhankelijk van de versie van de kaarten die op het toestel zijn geladen, kunnen de knoppen een andere naam hebben en kunnen sommige stappen anders zijn geordend. 1. Tik op Waarheen? > Adres. 2. Wijzig zo nodig het land, de staat of de provincie. 3.
Automodus: Waarheen? Opties voor de pagina Ga! ➊ ➌ Het schermtoetsenbord gebruiken Als er een schermtoetsenbord wordt weergegeven, kunt u letters en cijfers invoeren door op het toetsenbord te tikken. ➋ ➍ De pagina Ga! ➊ ➋ ➌ ➍ Tik hier om een kaart met alle afslagen naar deze locatie weer te geven. Tik op &?% om speciale tekens, zoals leestekens, op te geven. Zoeken nabij een andere locatie 1. Tik op Waarheen? > Nabij.... 2.
Automodus: Waarheen? Recent gevonden plaatsen verwijderen Tik op Wis > Ja om alle locaties in de lijst met recent gevonden plaatsen te verwijderen. Opmerking: als u op Wis tikt, worden alle items uit de lijst verwijderd. De plaats wordt echter niet van het toestel verwijderd. Opgeslagen plaatsen wijzigen 1. Tik op Waarheen? > Favorieten. 2. Selecteer de categorie en de locatie die u wilt wijzigen. 3. Tik op Wijzig. 4.
Automodus: Waarheen? Een plaats zoeken met behulp van de kaart Uw eigen routes gebruiken Tips voor zoeken op de kaart Een eigen route maken Gebruik de pagina Zoek op kaart om andere delen van de kaart weer te geven. Tik op Waarheen? > Zoek op kaart. • Tik op het scherm en versleep de kaart om andere delen van de kaart weer te geven. • Tik op en om in en uit te zoomen. • Raak een voorwerp op de kaart aan. Daarop wordt een pijl weergegeven die het voorwerp aanwijst.
Automodus: Waarheen? Uw eigen routes bewerken 1. Tik op Waarheen? (of Extra) > Eigen routes. 2. Selecteer de route die u wilt bewerken. 3. Tik op Wijzig. 4. Tik op een optie om de route te wijzigen: Coördinaten invoeren Als u de geografische coördinaten van uw bestemming kent, kunt u het toestel gebruiken om met behulp van de coördinaten van de lengte- en breedtegraad (of andere coördinaten) naar uw bestemming te navigeren. Dit is vooral handig bij het zoeken naar geocaches.
Automodus: de kaart gebruiken Automodus: de kaart gebruiken De route wordt aangegeven met een magenta lijn. Tijdens de reis begeleidt de GPSMAP 620 of GPSMAP 640 u naar uw bestemming met behulp van gesproken berichten, pijlen op de kaart en instructies boven de kaart. Uw bestemming wordt aangegeven met een geruite vlag. Als u van de oorspronkelijke route afwijkt, berekent het toestel de route opnieuw en worden de aanwijzingen aangepast. ➊ Tik hierop om de volgende afslag weer te geven.
Automodus: de kaart gebruiken Tripcomputer De tripcomputer geeft uw huidige snelheid aan en bevat handige statistieken over uw rit. Als u de tripcomputer wilt weergeven, tik dan op de kaart op het veld Snelheid. Als u onderweg regelmatig stopt, schakel het toestel dan niet uit zodat de verstreken reistijd nauwkeurig kan worden vastgelegd. De tripcomputer resetten Reset de tripcomputer voordat u een nieuwe reis begint. Tik op de kaart op het veld Snelheid.
Automodus: bestanden beheren Automodus: bestanden beheren U kunt bestanden als JPEG-afbeeldingen in het interne geheugen van de GPSMAP 620 of GPSMAP 640 of op een SD-kaart opslaan. Opmerking: de GPSMAP 620 en GPSMAP 640 zijn niet compatibel met Windows® 95, 98, Me of Windows NT®. Ze zijn ook niet compatibel met Mac® OS 10.3 en ouder. Dit geldt voor alle USB-toestellen voor massaopslag. De GPSMAP 620 en GPSMAP 640 ondersteunen onderstaande bestandstypen: • JPEG- en JPG-afbeeldingsbestanden.
Automodus: bestanden beheren Autogegevens naar het toestel kopiëren met MapSource 1. Controleer welke versie van MapSource op uw computer staat door op Help > Info over MapSource te klikken. Als de versie ouder is dan 6.12.2, voer dan een update uit naar de meest recente versie door op Help > Controleren op software-updates te klikken of ga naar de website van Garmin: www.garmin.com. 2. Sluit een mini-USB-stekker op de achterkant van de GPSMAP 620 of GPSMAP 640 aan. 3.
Automodus: het menu Extra gebruiken Automodus: het menu Extra gebruiken Het menu Extra bevat functies die van pas kunnen komen tijdens de reis. Tik op de menupagina op Extra om het menu Extra te openen. Een diavoorstelling weergeven Tik op Diashow om een diavoorstelling te starten. Iedere afbeelding wordt dan korte tijd weergegeven, gevolgd door de volgende afbeelding. Instellingen Tik op een willekeurige plek op het scherm om de diavoorstelling te stoppen.
Automodus: geavanceerde configuratie Automodus: geavanceerde configuratie 1. Tik op Extra > Instellingen. De navigatie-instellingen wijzigen Tik op Extra > Instellingen > Navigatie. 2. Tik op de instelling die u wilt wijzigen. Routevoorkeur: uw voorkeur voor het berekenen van de route selecteren: 3. Tik op de knop onder de naam van de instelling die u wilt wijzigen. • Snellere tijd: hiermee worden de snelste routes berekend, maar die kunnen langer in lengte zijn.
Automodus: geavanceerde configuratie Helderheid: de helderheid van de schermverlichting aanpassen. De levensduur van de batterijen neemt toe als u de helderheid van de schermverlichting verlaagt. Tip: u kunt het helderheidsniveau vanuit ieder scherm aanpassen door kort op de aan-uitknop te drukken . Herstel: de oorspronkelijke weergave-instellingen herstellen. Het volume aanpassen Tik in de menupagina op Volume. Tik op en om het volume af te stellen. Tik op het vakje naast Demp om het geluid te dempen.
Automodus: geavanceerde configuratie De kaartinstellingen wijzigen De beveiligingsinstellingen wijzigen Kaartdetails: de hoeveelheid details bepalen die op de kaart worden weergegeven. Doorgaans geldt: hoe meer details er worden weergegeven hoe langer het duurt voor de kaart opnieuw wordt getekend. Veilige modus: de veilige modus in- of uitschakelen.
Appendix Appendix Het scherm kalibreren Schakel het toestel in in de maritieme modus of schakel over naar de maritieme modus. Zie pagina 38 voor instructies over het kalibreren. De GPSMAP 620 of GPSMAP 640 resetten Als de GPSMAP 620 of GPSMAP 640 niet meer reageert, schakel het toestel dan uit en vervolgens weer in. Als dit niet helpt, moet u het toestel resetten door de batterij te verwijderen en opnieuw te plaatsen. De software bijwerken 1. Ga naar www.garmin.
Appendix De GPSMAP 620 of GPSMAP 640 opladen • Voordat u het toestel voor de eerste keer gaat gebruiken, moet u de batterij ten minste zes uur opladen. • Plaats het toestel in de montagesteun en sluit deze aan op een voedingsbron. De mogelijkheid bestaat dat de GPSMAP 620 of GPSMAP 640 pas wordt opgeladen als u de contactsleutel in de stand ON/ACC zet. • Sluit als alternatief de GPSMAP 620 of GPSMAP 640 met de meegeleverde netadapter aan op een stopcontact.
Appendix Onderdompelen in water Het toestel is waterbestendig volgens de IEC-standaard 60529 IPX7. Het toestel is bestand tegen onderdompelen in tot één meter diep water, gedurende maximaal dertig minuten. Langer onderdompelen kan schade aan het toestel veroorzaken. Droog het toestel na onderdompelen goed af en laat het goed drogen voordat u het opnieuw gebruikt.
Appendix Specificaties Afmetingen: B × H × D: 151 × 102,49 × 47,25 mm (6 × 4 × 1 7/8 inch) Gewicht: 490,4 g (17,3 oz) Scherm: 132 mm diagonaal, 800 × 480 pixels; helder WVGA liggend TFT-scherm; witte schermverlichting; aanraakscherm Behuizing: waterbestendig volgens IEC 529-IPX-7 Bedrijfstemperatuur: -15 tot 55 °C Batterijtype: vervangbare, oplaadbare lithium-ionbatterij GPS-ontvanger: hoge gevoeligheid Zoektijden*: warm: <1 sec. koud: <33 sec. fabrieksinstellingen herstellen: <36 sec.
Appendix Garmin Ltd. en/of haar dochterondernemingen ("Garmin") kent u een beperkte licentie toe om de software die is ingebouwd in dit toestel (de "software") in binaire, uitvoerbare vorm te gebruiken bij het normale gebruik van dit product. De titel, eigendomsrechten en intellectuele eigendomsrechten in en op de Software blijven in bezit van Garmin en/of haar dochtermaatschappijen.
Appendix Probleem/vraag Oplossing/antwoord Hoe weet ik of de GPSMAP 620 of GPSMAP 640 in de modus voor USBmassaopslag staat? Als het toestel in de modus voor USB-massaopslag staat, wordt er een afbeelding weergegeven van een GPSMAP 620 of GPSMAP 640 die op een computer is aangesloten. Bovendien moeten er dan twee nieuwe verwisselbare schijfstations worden weergegeven in Deze computer. Mijn computer ziet de GPSMAP 620 of GPSMAP 640 niet als ik het toestel op de computer aansluit. 1.
Index Index Symbolen 2D-, 3D-kaartweergave 67 A aanraakscherm instellingen 66 kalibreren 38, 72 aan-uitknop 1 aanvaringsgevaar 30 accessoires 70 accu 68 borgring 1 status 5, 72 vervangen 3 achtergrondkleur auto 65 maritiem 7 actieve tracks 45 adressen 55 afslag-voor-afslag aanwijzingen 60 afstandcirkels 50 afstand tot kustlijn 44 AIS 30, 43 doelzoeken 30 alarmen 73 aankomst 41 aanvaring 30 diep water 42 GPS-nauwkeurigheid 42 klok 42 74 koersfout 41 krabbend anker 41 ondiep water 42 systeem 42 vis 42 w
Index H helderheid, scherm auto 66 maritiem 7 hoogte, toestelinstellingen 40 huidige locatie, opslaan 57 I ID-nummer waypoints 41 ingebouwde kaart kopiëren 28 instellingen, herstellen 67 J JPEG-afbeeldingsbestanden 62 K kaart bijwerken 70 bladeren 58 detailkaarten inschakelen 67 detailniveau 67 instellingen 67 knop Kaartinfo 67 toevoegen 70 versie 67 weergeven 67 zoomen 58 kaartdatum 40 kaarten navigatie 8 vissen 8, 10 kaartgrenzen, BlueChart 49 kaartweergave Mariner’s Eye 3D 50 Perspective 3D 50 v
Index reinigen 69 reisinformatie, resetten 61 ringen 50 routebeschrijvingen 60 routedeel, gegevensveld 47 routelabels 43 routes, auto aangepast 58–59 bewerken 59 offroad 65 simuleren 65 stoppen 54, 66 stopplaats toevoegen 54 voorkeuren 65 route simuleren 65 routes, maritiem annuleren 16 maken 15 opgeslagen weergeven 28 opslaan 16 stoppen 7 volgen 16 weergeven 28 S satellietbeelden 10, 12 satellietbeelden met hoge resolutie 10 satellietsignalen 70 schermafdruk maken auto 65 maritiem 38 76 scherm, helderh
Index via-punt, toevoegen 54 Vision BlueChart g2 10 viskaart 11 vissen 47 VMG 47 voeg in van kaart 28 voertuigpictogram 67 volgende afslag 60 volume, aanpassen 7, 38, 54, 66 voorliggende koers 40 W Waar ben ik? 64 Waarheen? auto 55–59 maritiem 13, 19 WAAS/EGNOS 39 ware noorden 40 ware wind 47 waterkaart 8 watertemperatuuralarm 42 waypoints labels 46 lijst 45 maken 9, 22 verwijderen 21, 22 weergeven 28 WebUpdater 68 weergeven gebruikergegevens 28 stromingen 26 wekker 42 wereldkaart 49 wind schijnbaar 47 s
Ga voor de nieuwste gratis software-updates (exclusief kaartgegevens) gedurende de gehele levensduur van uw Garmin-producten naar de website van Garmin op www.garmin.com. © 2008-2011 Garmin Ltd. of de dochtermaatschappijen van Garmin Ltd. Garmin International, Inc. 1200 East 151st Street, Olathe, Kansas 66062, USA Garmin (Europe) Ltd. Liberty House, Hounsdown Business Park, Southampton, Hampshire, SO40 9LR, V.K. Garmin Corporation No. 68, Zhangshu 2nd Rd., Xizhi Dist., New Taipei City 221, Taiwan (R.O.C.