Operation Manual

GPSMAP
®
6000/7000-serie - gebruikershandleiding 103
Echolood
Geavanceerde echoloodinstellingen congureren
: deze functies zijn alleen beschikbaar op de GSD 24 en GSD 26.
Voordat u  kunt instellen moet u een GSD 26 hebben en meer dan één watertemperatuursensor of
transducer met temperatuurmeting.
Bij de GSD 24 en GSD 26 kunt u diverse echoloodweergaven en gegevensbroninstellingen congureren.
1. Selecteer  in het startscherm.
2. Selecteer een echoloodweergave.
3. Selecteer > > .
4. Selecteer een of meer opties:
Selecteer  als u niet wilt dat de transducer uitzendt.
Selecteer  als u de versterking afgezet tegen de tijd (Time-Varying Gain) wilt aanpassen, waarmee u de
hoeveelheid ruis kunt verminderen.
Selecteer  als u wilt aanpassen hoe de doelen op het scherm worden weergegeven. Als
de echo te breed is, vallen de doelen samen. Als de echo te smal is, zijn de doelen mogelijk te klein en te
moeilijk om te zien.
Selecteer  als u wilt selecteren welke frequentie u wilt gebruiken om de diepte te bepalen.
Selecteer op de GSD 26 de optie  om te selecteren welke watertemperatuursensor of
transducer met temperatuurmeting de bron voor het watertemperatuurlog is.
Frequenties
Frequenties selecteren
U kunt aangeven welke frequenties worden gebruikt als u een transducer met dubbele frequentie gebruikt. Op de
GSD 26 kunt u een chirp-frequentie gebruiken om gedetailleerdere doelen op het scherm weer te geven.
1. Selecteer  in het startscherm.
2. Selecteer een echoloodweergave.
3. Selecteer  > .
4. Voer een van onderstaande handelingen uit:
Selecteer om de gegevens van een 200-kHz echoloodsignaal te tonen. Deze instelling is vooral
handig in ondiep binnenwater.
Selecteer  om de gegevens van een 50-kHz echoloodsignaal te tonen. Deze instelling is vooral handig
in dieper water.
Selecteer op de GSD 22 of de GSD 24 de optie  om zowel 200kHz- als 50kHz-gegevens weer te
geven.
Selecteer bij een GSD 26 die in combinatie met een broadband transducer wordt gebruikt de optie
 om een chirp-signaal uit te zenden op het hoge kanaal.
Selecteer bij een GSD 26 die in combinatie met een broadband transducer wordt gebruikt de optie
 om een chirp-signaal uit te zenden op het lage kanaal.
Frequenties beheren
: deze functie is alleen beschikbaar op de GSD 26.
U kunt de GSD 26 zodanig instellen dat deze op diverse populaire, specieke visfrequenties werkt. Stel de
frequentie laag in voor een maximale dieptewerking.
Nieuwe frequenties instellen
1. Selecteer  in het startscherm.
2. Selecteer een echoloodweergave.
3. Selecteer  >  > .
4. Selecteer .
5. Selecteer  of .
6. Voer een frequentie in:
Gebruik bij de GPSMAP 6000-serie de  of het .
Gebruik bij de GPSMAP 7000-serie het schermtoetsenbord.
7. Selecteer .