Operation Manual

7
Selecteer de eindbestemming.
Een lijst met routes weergeven
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Routes.
Een opgeslagen route bewerken
U kunt de naam van een route wijzigen of de koerswijzigingen
in een route aanpassen.
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Routes.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Herzie > Wijzig route.
4
Selecteer een optie:
Als u een naam wilt wijzigen, selecteert u Naam en voert
u de naam in.
Als u een waypoint wilt selecteren in de
koerswijzigingslijst, selecteert u Wijzig koerswijzigingen
> Gebruik lijst met koerswijzigingen en selecteert u
een waypoint in de lijst.
Als u een koerswijziging wilt selecteren, gaat u naar
Wijzig koerswijzigingen > Gebruik kaart en selecteert u
een locatie op de kaart.
Naar een opgeslagen route zoeken en navigeren
Voordat u een lijst met routes kunt doorzoeken en naar de
gewenste route kunt navigeren, moet u ten minste één route
maken en opslaan.
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Routes.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Navigeren naar.
4
Selecteer een optie:
Selecteer Vooruit om de route te navigeren vanaf het
beginpunt dat is gebruikt bij het maken van de route.
Selecteer Achteruit om de route te navigeren vanaf het
bestemmingspunt van de route dat is gebruikt bij het
maken van de route.
Er wordt een magenta lijn weergegeven. Een dunnere
paarse lijn in de magenta lijn geeft de gecorrigeerde koers
van uw huidige positie naar de bestemming aan. De
gecorrigeerde koers is dynamisch en beweegt met uw boot
mee wanneer u van de koers afwijkt.
5
Controleer de koers die met de magenta lijn wordt
aangegeven.
6
Volg de magenta lijn langs elk traject van de route, vermijd
land, ondiep water en andere obstakels.
7
Wanneer u van de koers bent afgeweken, volg dan de
paarse lijn (gecorrigeerde koers) om naar uw bestemming te
gaan of ga terug naar de magenta lijn (directe koers).
Naar een opgeslagen route zoeken en parallel aan
deze route navigeren
Voordat u een lijst met routes kunt doorzoeken en naar de
gewenste route kunt navigeren, moet u ten minste één route
maken en opslaan.
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Routes.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Navigeren naar.
4
Selecteer Offset om op een opgegeven afstand parallel aan
de oorspronkelijke route te navigeren.
5
Geef aan hoe u langs de route wilt navigeren:
Selecteer Vooruit - bakboord om de route te volgen
vanaf het vertrekpunt bij het maken van de route naar
links van de oorspronkelijke route.
Selecteer Vooruit - stuurboord om de route te volgen
vanaf het vertrekpunt bij het maken van de route naar
rechts van de oorspronkelijke route.
Selecteer Achteruit - bakboord om de route te volgen
vanaf het bestemmingspunt bij het maken van de route
naar links van de oorspronkelijke route.
Selecteer Achteruit - stuurboord om de route te volgen
vanaf het bestemmingspunt bij het maken van de route
naar rechts van de oorspronkelijke route.
6
Selecteer OK indien nodig.
Er wordt een magenta lijn weergegeven. Een dunnere
paarse lijn in de magenta lijn geeft de gecorrigeerde koers
van uw huidige positie naar de bestemming aan. De
gecorrigeerde koers is dynamisch en beweegt met uw boot
mee wanneer u van de koers afwijkt.
7
Controleer de koers die met de magenta lijn wordt
aangegeven.
8
Volg de magenta lijn langs elk traject van de route, vermijd
land, ondiep water en andere obstakels.
9
Wanneer u van de koers bent afgeweken, volg dan de
paarse lijn (gecorrigeerde koers) om naar uw bestemming te
gaan of ga terug naar de magenta lijn (directe koers).
Een opgeslagen route verwijderen
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Routes.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Herzie > Wis.
Alle opgeslagen routes verwijderen
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Wis
gebruikergegevens > Routes.
Sporen
Een spoor (track) is een registratie van de door uw boot
afgelegde weg. Het spoor dat momenteel wordt geregistreerd is
het actieve spoor. Dit kan worden opgeslagen. U kunt sporen
weergeven op elke kaart of in elke 3D-kaartweergave.
Sporen weergeven
Selecteer vanuit een kaart of 3D-kaartweergave Menu >
Kaartmenu > Waypoints en sporen > Sporen > Aan.
Een lijn achter uw boot op de kaart geeft uw route aan.
De kleur van het actieve spoor instellen
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen > Actieve
spooropties > Spoorkleur.
2
Selecteer een spoorkleur.
Het actieve spoor opslaan
Het spoor dat momenteel wordt geregistreerd, wordt het actieve
spoor genoemd.
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen > Actief
spoor opslaan.
2
Selecteer een optie:
Selecteer de tijd waarop het actieve spoor is begonnen.
Selecteer Geheel log.
3
Selecteer Sla op.
Een lijst met opgeslagen sporen weergeven
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen >
Opgeslagen sporen.
Een opgeslagen spoor bewerken
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen >
Opgeslagen sporen.
2
Selecteer een spoor.
3
Selecteer Wijzig spoor.
4
Selecteer een optie:
Selecteer Naam en voer een nieuwe naam in.
10 Navigatie met een kaartplotter