Operation Manual

gelijke druk met elkaar. Aan de hand van drukmetingen kunnen
de weers- en windomstandigheden worden bepaald.
Hogedrukgebieden zijn doorgaans voorbodes van goed weer.
Lagedrukgebieden geven over het algemeen wolken en kans op
regen. Isobaren die dicht op elkaar staan, laten een sterke
drukstijging zien. Sterke drukstijgingen wijzen op gebieden met
meer wind.
Drukeenheden worden weergegeven in millibar (mb), inches
kwik (inHg) of hectopascal (hPa).
Kleurarceringen, zoals gedefinieerd in de legenda linksboven op
het scherm, geven de oppervlaktetemperatuur van het water
aan.
Verwachtingen van vislocaties
U kunt voor bepaalde vissoorten gebieden met optimale
weersomstandigheden weergeven.
1
Selecteer op de weerkaart voor vissen Menu > Weermenu >
Vissoorten.
2
Selecteer een vissoort.
3
Selecteer Aan.
4
Herhaal stap 2 en 3 om voor andere vissoorten gebieden
met optimale weersomstandigheden weer te geven.
Gearceerde gebieden geven optimale visgebieden aan. Als u
meerdere vissoorten hebt geselecteerd, kunt u een
gearceerd gebied kiezen en de vissoorten bekijken die in dat
gebied voorkomen.
Zichtgegevens
Zicht is het verwachte, maximale horizontale zicht aan het
oppervlak, zoals wordt aangegeven in de legenda links op het
scherm. Variaties in de zichtarcering geven de verwachte
verandering in het zicht aan de oppervlakte aan.
Selecteer Weer > Menu > Weermenu > Wijzig weer > Zicht.
Gegevens over het verwachte zicht voor een andere
tijdsperiode weergeven
1
Selecteer Weer > Menu > Weermenu > Wijzig weer >
Zicht.
2
Selecteer een optie:
Als u de verwachte zichtcondities voor de komende 12
uur wilt bekijken, selecteer dan Volgende verwachting of
. Selecteer opnieuw Volgende verwachting of voor de
volgende verwachtingen tot maximaal 48 uur in stappen
van 12 uur.
Als u de verwachte zichtcondities van de vorige 12 uur
wilt bekijken, selecteer dan Vorige verwachting of .
Selecteer opnieuw Vorige verwachting of voor de
vorige verwachtingen tot maximaal 48 uur in stappen van
12 uur.
Boeirapporten weergeven
De metingen in het rapport zijn de meetgegevens van boeien en
observatiestations langs de kust. Deze gegevens worden
gebruikt voor het bepalen van luchttemperatuur, dauwpunt,
watertemperatuur, getijde, hoogte en duur van de golven,
windrichting en -snelheid, zicht en barometerdruk.
1
Selecteer in een weerkaart.
2
Selecteer Boei.
Gegevens over het plaatselijke weer bij de boei
weergeven
U kunt een gebied bij de boei selecteren en de verwachting
bekijken.
1
Selecteer een locatie op de kaart in een weerkaart.
2
Selecteer Lokaal weer.
3
Selecteer een optie:
Selecteer Huidige omstandigheden als u de actuele
weersomstandigheden van een lokaal weerstation wilt
bekijken.
Selecteer Weersverwachting als u de plaatselijke
weersverwachting wilt bekijken.
Selecteer Zeeoppervlak voor informatie over de
oppervlaktewind en barometerdruk.
Selecteer Weerbericht voor de scheepvaart als u de
gegevens over de wind en de golven wilt bekijken.
Een waypoint op een weerkaart maken
1
Selecteer een locatie in een weerkaart.
2
Selecteer Waypoint maken.
Weeroverlay
Bij de weeroverlay worden er weergegevens en informatie die
betrekking heeft op het weer, op de waterkaart, de viskaart en
de Perspective 3D-kaartweergave geprojecteerd. Op de water-
en viskaart kunnen de volgende gegevens worden
weergegeven: weerradar, de hoogte van de toppen van de
wolken, bliksem, weerboeien, waarschuwingen voor regio's en
waarschuwingen voor orkanen. Op de Perspective 3D-
kaartweergave kan de weerradar worden weergegeven.
De instellingen voor de weeroverlay die voor een bepaalde
kaart worden opgegeven, gelden niet voor andere kaarten.
Deze instellingen moeten voor elke kaart afzonderlijk worden
opgegeven.
OPMERKING: In sommige gebieden is de kaart voor
diepzeevissen beschikbaar met geavanceerde kaarten.
De weeroverlay inschakelen op een kaart
Selecteer vanuit de water- of viskaart Menu >
Kaartinstelling > Weer > Weer > Aan.
Weeroverlay-instellingen op de navigatiekaart
De weeroverlay moet zijn ingeschakeld (pagina 24) voordat u
de instellingen van de weeroverlay kunt wijzigen in de
navigatiekaart.
Selecteer vanaf de navigatiekaart Menu > Kaartinstelling >
Weer.
Weerradar: Toont de weerradar.
Bewolking: Toont gegevens over de bewolking.
Zicht: Toont zichtgegevens.
Weerboeien: Toont de boeien.
Legenda: Toont de weerlegenda.
Weeroverlay-instellingen op de viskaart
De weeroverlay moet zijn ingeschakeld (pagina 24) voordat u
de instellingen van de weeroverlay kunt wijzigen in de viskaart.
Selecteer in de viskaart Menu > Weer.
Weerradar: Toont de weerradar.
Zeetemperatuur: Toont de zeetemperatuurgegevens.
Weerboeien: Toont de boeien.
Legenda: Toont de weerlegenda.
Informatie over weerabonnementen
weergeven
U kunt informatie bekijken over weerdiensten waarop u zich
hebt geabonneerd, en zien hoeveel minuten er zijn verstreken
sinds de gegevens voor elke dienst zijn bijgewerkt.
Selecteer op een weerkaart Menu > Weermenu > Wijzig
weer > Weerabonnement.
24 SiriusXM