nüvi 2405/2505-serie ® gebruikershandleiding modellen: 2405, 2415, 2445, 2455, 2475, 2495, 2515, 2545, 2555, 2565, 2595 Oktobernüvi 20112405/2505-serie – gebruikershandleiding 190-01355-35_0A Gedrukt in Taiwan a
© 2011 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitdrukkelijk hierin voorzien, mag geen enkel deel van deze handleiding worden vermenigvuldigd, gekopieerd, overgedragen, verspreid, gedownload, of opgeslagen in enig opslagmedium, voor enig doel, zonder voorafgaande uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Garmin.
Inhoudsopgave Aan de slag ������������������������������������������������������������1 Het toestel aansluiten op voertuigvoeding...........................1 Mijn Dashboard...................................................................2 Info over de slaapstand.......................................................4 De helderheid van het scherm aanpassen..........................4 Het volume regelen.............................................................4 Over Automatisch volume.....................
De Apps gebruiken ����������������������������������������������34 Help gebruiken..................................................................34 Info over ecoRoute ...........................................................34 Informatie over luisterboeken............................................38 Een reis plannen................................................................40 Afbeeldingen weergeven...................................................41 Recente routes en bestemmingen weergeven......
Appendix ��������������������������������������������������������������57 Voedingskabels.................................................................57 Verzorging van het toestel.................................................57 Gebruikersgegevens wissen.............................................58 Controleer de zekering in de voertuigvoedingskabel.........59 Plaatsing op het dashboard...............................................60 Het toestel, de houder en de steun verwijderen................
Aan de slag WAARSCHUWING L ees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie. 1 2 3 4 Het toestel aansluiten op voertuigvoeding (pagina 1). Het toestel bevestigen (pagina 1). Het toestel registreren (pagina 3). Controleren op updates. • Software-updates (pagina 3). • Gratis kaartupdate (pagina 3).
Mijn Dashboard ➍ Gebruik Mijn Dashboard voor het registreren van uw toestel, het controleren op software- en kaartupdates, toegang tot producthandleidingen en ondersteuning, enzovoort. ➌ ➊ ➋ ➎ Mijn Dashboard instellen 1 Sluit een USB-kabel ➊ aan op de USB-poort ➋ op het toestel. 6 Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op een stroomvoorziening in uw auto. 7 Verbind wanneer nodig de externe antenne met de ➊ verkeersinformatie-ontvanger en bevestig deze met de zuignappen op de voorruit.
Het toestel registreren 1 Open Mijn Dashboard (pagina 2). 2 Volg de instructies op het scherm. De software bijwerken 1 Open Mijn Dashboard (pagina 2). 2 Klik onder Software-updates op Nu bijwerken. 3 Volg de instructies op het scherm. nüMaps Guarantee ™ Als u het toestel binnen 90 dagen nadat u voor de eerste keer satellietsignalen hebt ontvangen terwijl u een rit maakt bij Mijn Dashboard registreert, komt uw toestel mogelijk in aanmerking voor een gratis kaartupdate. Ga naar www.garmin.
Het toestel resetten U kunt het toestel opnieuw instellen als het niet meer reageert. Houd de aan-uitknop 10 seconden ingedrukt. Info over de slaapstand Gebruik de slaapstand om te voorkomen dat de batterij leegraakt terwijl het toestel niet wordt gebruikt. De slaapstand verbruikt zeer weinig stroom. Als de batterij is opgeladen, kunt u het toestel weken achtereen in de slaapstand laten staan. Slaapstand inschakelen Druk op de aan-uitknop.
Over Automatisch volume OPMERKING: Automatisch volume is niet op alle modellen beschikbaar. Uw toestel kan het volume automatisch verlagen of verhogen op basis van achtergrondgeluiden. Automatisch volume inschakelen 1 Selecteer Volume > > Automatisch volume. 2 Selecteer Ingeschakeld. Statusbalkpictogrammen De statusbalk bevindt zich boven in het hoofdmenu. De pictogrammen op de statusbalk bevatten informatie over de functies van het toestel.
Satellietsignalen Nadat u het toestel hebt ingeschakeld, gaat het toestel op zoek naar satellietsignalen. Het toestel dient mogelijk vrij zicht op de satellieten te hebben om satellietsignalen te kunnen ontvangen. Als ten minste één -balk groen is, ontvangt het toestel satellietsignalen. Ga voor meer informatie over GPS naar www.garmin.com/aboutGPS. GPS-signaalstatus weergeven Houd drie seconden ingedrukt.
Batterijgegevens Zodra het toestel op de voeding wordt aangesloten, begint het opladen. op de statusbalk geeft de status van de interne batterij aan. Als u de nauwkeurigheid van de batterijmeter wilt vergroten, dient u de batterij volledig te ontladen en vervolgens volledig op te laden. Koppel het toestel pas los wanneer het volledig is opgeladen. Werken met het schermtoetsenbord • Selecteer scherm. • Houd ingedrukt om snel terug te gaan naar het hoofdmenu.
Locaties zoeken Info over snelkoppelingen U kunt snelkoppelingen toevoegen aan het menu Waarheen?. Een snelkoppeling kan verwijzen naar een locatie, een categorie of een zoekfunctie. Een snelkoppelingspictogram toevoegen Het menu Waarheen? kan uit 36 snelkoppelingspictogrammen bestaan. 1 Selecteer Waarheen? > Voeg kortere manier toe. 2 Selecteer een item. Een snelkoppeling verwijderen 1 Selecteer Waarheen? > > Wis snelkoppeling(en). 2 Selecteer de snelkoppeling die u wilt verwijderen.
Over locaties Op de gedetailleerde kaarten op uw toestel staan locaties, bijvoorbeeld restaurants, hotels en garages. Met de functie Categorieën kunt u naar bedrijven en attracties in de buurt zoeken. Een locatie zoeken op categorie 1 Selecteer Waarheen?. 2 Selecteer een categorie of selecteer Categorieën. 3 Selecteer indien nodig een subcategorie. 4 Selecteer een locatie. Zoeken binnen een categorie Om uw zoekresultaten te beperken, kunt u binnen enkele categorieën zoeken. 1 2 3 4 Selecteer Waarheen?.
• Als u een specifiek bedrijf wilt zoeken, voert u de naam van het bedrijf gedeeltelijk of helemaal in. • Als u een adres bij u in de buurt wilt zoeken, voert u een straatnaam en een nummer in. • Als u een adres in een andere plaats wilt zoeken, voert u een straatnaam in, het nummer, de plaats en de provincie. • Als u een plaats wilt zoeken, voert u de plaats en de provincie in. • Als u op coördinaten wilt zoeken, voert u de breedte- en lengtegraad in.
Deze informatie wordt naar Garmin verzonden als u uw toestel met behulp van uw computer met myGarmin™ verbindt. De sterrenbeoordeling wordt bijgewerkt op het toestel. Locatiegegevens wijzigen Selecteer een locatie in de lijst. Met de zoekfuncties kunt u steden, adressen, kruispunten en coördinaten zoeken. De zoekfunctie voor adressen wordt standaard weergegeven in het menu Waarheen?. Als u op coördinaten en kruispunten wilt zoeken, moet u die zoekfuncties toevoegen aan het menu Waarheen? (pagina 8).
4 Selecteer indien nodig het adres. Een stad zoeken Als u naar steden wilt zoeken, moet u die zoekfunctie aan het menu Waarheen? toevoegen (pagina 8). 1 Selecteer Waarheen? > Steden. 2 Selecteer Voer zoekopdracht in. 3 Voer de naam van een plaats in en selecteer . 4 Selecteer een stad. 5 Voer de tweede straatnaam in en selecteer Volgende. 6 Selecteer indien nodig de straat. 7 Selecteer indien nodig de kruising.
Een locatie op de kaart zoeken Voordat u plaatsen kunt zoeken die zijn opgenomen in de kaartgegevens, zoals restaurants, ziekenhuizen en tankstations, moet u de kaartlaag voor plaatsen onderweg inschakelen (zie pagina 25). 1 Selecteer Bekijk kaart. 2 Selecteer het scherm. 3 Versleep de kaart en zoom in om het te doorzoeken gebied weer te geven. Locatiemarkeringen voor plaatsen onderweg worden op de kaart weergegeven.
Een thuislocatie opslaan Zoeken naar recent gevonden plaatsen 1 Selecteer Waarheen? > 1 Selecteer Waarheen? >Recent. 2 Selecteer een locatie. U kunt een thuislocatie instellen voor de locatie waar u het vaakst naartoe terugkeert. thuislocatie. > Instellen als 2 Selecteer Voer mijn adres in, Gebruik mijn huidige locatie of Recent. De locatie wordt opgeslagen als “Thuis” in de map Opgeslagen (pagina 16). Naar huis gaan Selecteer Waarheen? > Naar huis.
Fotonavigatie gebruiken Een gesimuleerde locatie instellen 1 Sluit het toestel aan op uw computer (pagina 50). 2 Ga naar http://connect.garmin.com/photos. 3 Volg de aanwijzingen op de website om foto's te 1 2 3 4 U kunt afbeeldingen naar het toestel of de geheugenkaart uploaden die informatie over de locaties bevatten en waarmee u routes naar de afgebeelde locaties kunt maken. selecteren en te laden. 4 Koppel het toestel los van uw computer. 5 Schakel het toestel in.
Locaties opslaan U kunt locaties opslaan zodat u deze snel kunt opzoeken en routes er naartoe kunt plannen. Een locatie opslaan 1 Zoek een locatie (pagina 9). 2 Selecteer een locatie in de lijst. 3 Selecteer . 4 Selecteer Sla op. 5 Voer indien nodig een naam in en selecteer OK. 16 Uw huidige locatie opslaan 1 Selecteer het voertuigpictogram op de kaart. 2 Selecteer Sla op. 3 Voer een naam in en selecteer OK. 4 Selecteer OK.
Een opgeslagen locatie bewerken 1 Selecteer Waarheen? > Opgeslagen. 2 Selecteer indien nodig een categorie. 3 Selecteer een locatie. 4 Selecteer . 5 Selecteer Wijzig. 6 Selecteer een optie: • Selecteer Naam. • Selecteer Telefoonnummer. • Selecteer Categorieën als u categorieën aan de favoriet wilt toewijzen. • Selecteer Foto toewijzen als u een foto bij de favoriet wilt opslaan (pagina 42).
Een opgeslagen locatie verwijderen De activeerzin instellen 1 Selecteer Waarheen? > Opgeslagen. 2 Selecteer > Wis opgeslagen plaatsen. 3 Selecteer het vak naast de opgeslagen locaties die u TIP: u kunt het per ongeluk activeren van de spraakherkenning voorkomen door een ongebruikelijke zin als activeerzin te gebruiken. OPMERKING: verwijderde locaties kunnen niet worden teruggezet. wilt wissen en selecteer Wis.
Tips voor spraakopdrachten • Spreek op normale toon in de richting van het toestel. • Zorg voor weinig achtergrondgeluiden, bijvoorbeeld stemmen of de radio, om de nauwkeurigheid van de stemherkenning te verbeteren. • Spreek de opdrachten uit zoals deze op het scherm worden weergegeven. • Reageer indien nodig op de aanwijzingen van het toestel. • Maak uw activeerzin langer als u het aantal keren dat de spraakbediening per ongeluk wordt geactiveerd, wilt verkleinen.
Instructies dempen U kunt de gesproken aanwijzingen van spraakopdrachten uitschakelen zonder het toestel te dempen. 1 Selecteer Apps > Spraakopdracht > . 2 Selecteer Dempinstructies > Ingeschakeld. 5 Zeg Navigeren. Een adres zoeken 1 Zeg Spraakopdracht. 2 Zeg Zoek adres. 3 Spreek het volledige adres uit. 20 Spraakopdrachten uitschakelen U kunt spraakopdrachten uitschakelen om te voorkomen dat u Spraakopdracht per ongeluk activeert wanneer u iets zegt. 1 Selecteer Apps > Spraakopdracht > .
Navigatie Een route beginnen 1 2 3 4 Zoek naar een locatie (pagina 8). Selecteer een locatie. Selecteer Ga!. Selecteer indien nodig een optie: • Selecteer Rijden. • Selecteer Loop. • Selecteer Openbaar vervoer om de route te berekenen die u gecombineerd te voet en met het openbaar vervoer wilt afleggen. OPMERKING: u moet cityXplorer™-kaarten op het toestel hebben geladen om met openbaar vervoer te kunnen navigeren (pagina 25). 5 Selecteer indien nodig een route.
Een autoroute volgen De navigatiekaart voor auto's gebruiken De route wordt aangegeven met een magenta lijn. Uw bestemming wordt aangegeven met een geruite vlag. Als de modus Auto is geactiveerd, kunt u onderstaande functies selecteren. Tijdens uw reis leidt het toestel u naar uw bestemming met gesproken berichten, pijlen op de kaart en instructies boven aan de kaart. Als u de route verlaat, berekent het toestel de route opnieuw en krijgt u nieuwe instructies. 1 Selecteer de kaart.
Een punt aan een route toevoegen De route stoppen 1 Selecteer Afritten met diensten Voordat u een stop aan een route kunt toevoegen, moet u een route navigeren in de modus Auto. tijdens het navigeren van een route om terug te keren naar het hoofdmenu. 2 3 4 5 Selecteer Waarheen?. Zoek naar de locatie (pagina 9). Selecteer Ga!. Selecteer Voeg toe aan route. Een omweg maken Tijdens het volgen van een autoroute kunt u via omwegen obstakels zoals wegwerkzaamheden vermijden.
• Selecteer te geven. om nabijgelegen restaurants weer • Selecteer geven. om nabijgelegen logies weer te • Selecteer geven. om nabijgelegen toiletten weer te 4 Selecteer een interessante locatie. Punten vermijden op de route 1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Te vermijden. 2 Selecteer de obstakels die u niet op uw routes wilt tegenkomen en selecteer Sla op.
OPMERKING: cityXplorer-kaarten worden niet bij het toestel meegeleverd. Zie http://my.garmin.com voor de aanschaf van cityXplorer-kaarten. OPMERKING: u kunt de typen openbaar vervoer wijzigen en de loopafstand op een route in de modus Voetganger beperken (pagina 53). De navigatiekaart voor voetgangers gebruiken Zie pagina 22 voor meer kaartfuncties. Kaartpictogrammen • Als u navigeert in de modus Voetganger, geeft bij benadering uw positie en richting op de kaart aan waarin u zich beweegt.
2 Selecteer het type openbaar vervoer dat u wilt opnemen in de routes en selecteer Sla op. Het kaartgegevensveld aanpassen 1 Selecteer het gegevensveld op de kaart, in de linkerbenedenhoek. Kaartpagina's De kaart aanpassen De kaartlagen aanpassen U kunt aanpassen welke informatie op de kaart wordt weergegeven, zoals pictogrammen voor nuttige punten en wegomstandigheden. 1 Selecteer op de kaart. 2 Selecteer Kaartlagen. 3 Selecteer welke lagen u op de kaart wilt weergeven en selecteer Sla op.
• Selecteer 3D om de kaart driedimensionaal weer te geven. Hulpmiddelen op de kaart wijzigen Kaarthulpmiddelen worden op de kaart als knoppen weergegeven en bieden snel toegang tot de functies op het toestel. U kunt bijvoorbeeld een knop toevoegen voor het afwijken van de route, het aanpassen van de helderheid en het bekijken van afritten met diensten. U kunt maximaal drie hulpmiddelen weergeven op de kaart. 1 Selecteer in het hoofdmenu Instellingen > Kaart en voertuig > Kaartknoppen.
2 Selecteer een afrit. De details van de afrit worden weergegeven. Als er een afbeelding van de afrit beschikbaar is, wordt die weergegeven. De gehele route op de kaart weergeven 1 Selecteer tijdens het navigeren van een autoroute de navigatiebalk boven aan de kaart. 2 Selecteer > Kaart.
Realtime verkeerswaarschuwingen weergeven Tijdens het navigeren van een route per auto kunnen er realtime verkeerswaarschuwingen op de navigatiebalk worden weergegeven. Selecteer de melding om meer informatie weer te geven. Reisinformatie weergeven Op de reisinformatiepagina wordt uw huidige snelheid weergegeven en wordt nuttige informatie over uw reis gegeven. Opmerking: als u onderweg regelmatig stopt, laat het toestel dan ingeschakeld staan, zodat deze de verstreken reistijd nauwkeurig kan meten.
De huidige locatiegegevens weergeven Gebruik de pagina Waar ben ik? voor informatie over uw huidige locatie. Deze functie komt van pas als u uw locatie moet doorgeven aan hulpdiensten. Selecteer op de kaart > Waar ben ik?. Nabije services vinden 1 Selecteer op de kaart > Waar ben ik?. 2 Selecteer Ziekenhuizen, Politiebureaus of Brandstof om de dichtstbijzijnde locaties voor die categorieën weer te geven.
Uw telefoon koppelen U moet het toestel koppelen met een compatibele mobiele telefoon voordat u handsfree kunt bellen. Door uw telefoon aan het toestel te koppelen herkennen de telefoon en het toestel elkaar en kunnen deze snel verbinding maken met elkaar. 1 Plaats uw telefoon binnen 10 m van uw toestel. 2 Schakel Bluetooth draadloze technologie in op uw toestel (pagina 30). 3 Selecteer een optie: • Selecteer Telefoon toevoegen. • Als u al een andere telefoon had gekoppeld, selecteer dan Telefoon > .
• • Wanneer u het toestel inschakelt, probeert het toestel een koppeling tot stand te brengen met de laatste telefoon waaraan het was gekoppeld. Mogelijk dient u de mobiele telefoon zodanig in te stellen dat deze automatisch koppelt met het toestel wanneer dat wordt ingeschakeld. Een oproep ontvangen Wanneer u een oproep ontvangt, selecteert u een optie: • Selecteer Beantwoord. • Selecteer Negeer om de oproep te negeren. Telefoneren Een nummer kiezen 1 Selecteer Telefoon > Kies. 2 Voer het nummer in.
De oproepinfo gebruiken Uw oproepinfo wordt telkens wanneer u de telefoon op het toestel aansluit van de telefoon naar het toestel overgezet. Het kan enkele minuten duren voordat de oproepinfo beschikbaar is. Sommige telefoons ondersteunen deze functie niet. De gespreksopties gebruiken 1 Selecteer tijdens een gesprek. 2 Selecteer een optie: • TIP: gebruik deze functie als u het toestel wilt uitschakelen terwijl u het telefoongesprek voortzet of als u behoefte hebt aan privacy.
Een telefoonnummer thuis opslaan TIP: nadat u een telefoonnummer thuis hebt opgeslagen, kunt u het nummer wijzigen via de optie "Thuis" in Opgeslagen (pagina 16). > Telefoonnummer thuis Selecteer Telefoon > instellen, voer uw telefoonnummer in en selecteer OK. Naar huis bellen U kunt uw telefoonnummer thuis alleen met de knop Thuis bellen als u dat telefoonnummer hebt opgegeven. Selecteer Telefoon > Bel thuis.
ecoRoute HD-accessoire Als het toestel is aangesloten op de ecoRoute HDaccessoire, kan het realtime voertuiginformatie ontvangen, zoals foutberichten, het toerental en het accuvoltage. Het toestel bevat voertuiggegevens die tijdens het berekenen van de ecoRoute-gegevens door de ecoRoute HDaccessoire zijn gelezen. Ga naar www.garmin.com/ecoroute voor informatie over aanschaf en compatibiliteit. Het voertuigprofiel instellen 3 Selecteer Ja.
De ecoChallenge Met behulp van ecoChallenge kunt u uw rijgedrag beoordelen en uw brandstofverbruik mogelijk verminderen. Hoe hoger uw ecoChallenge-scores, hoe meer brandstof u bespaart. Met ecoChallenge worden gegevens verzameld en wordt een score berekend als uw voertuig in beweging is en de transportmodus Auto wordt gebruikt. Uw ecoChallenge-scores bekijken • Uw huidige score in het op de kaart weergeven. • Selecteer ecoChallenge-pictogram om gedetailleerde scores weer te geven.
Het brandstofverbruik weergeven Een afstandsrapport bekijken 1 Selecteer Apps > ecoRoute > Brandstofverbruik. 2 Selecteer een deel van de grafiek om in te zoomen. TIP: u kunt afstandsrapporten ook openen in de map Rapporten op het station of het volume van het toestel (pagina 50). U kunt het brandstofverbruik, de totale brandstofkosten en het gemiddelde brandstofverbruik berekenen.
Informatie over luisterboeken Op het toestel kunt u luisterboeken van Audible.com afspelen. Voor deze functie hebt u een abonnement bij Audible.com nodig. Ga naar www.audible.com/garmin om een proefabonnement van 30 dagen te activeren. Luisterboeken op uw toestel laden Voordat u luisterboeken op het toestel kunt laden, moet u een abonnement afsluiten op Audible.com. Ga naar www.audible.com/garmin voor meer informatie. 1 Sluit het toestel aan op uw computer (pagina 2).
• Houd ingedrukt om versneld vooruit te bladeren. • ingedrukt om versneld terug te Houd bladeren. Een bladwijzer toevoegen Tijdens het afspelen van een luisterboek wordt het afspelen automatisch hervat vanaf het punt waar u de vorige keer bent gestopt. U kunt ook een bladwijzer toevoegen om een bepaalde plek in het luisterboek te markeren. Selecteer tijdens het afspelen van een luisterboek > Bladwijzer. Het afspelen vanaf een bladwijzer hervatten 1 Selecteer tijdens het afspelen van een luisterboek.
Een reis plannen ➋ U kunt de Reisplanner gebruiken om een reis met meerdere bestemmingen te maken en op te slaan. 1 2 3 4 5 6 7 8 Selecteer Apps > Reisplanner. Selecteer . Selecteer Selecteer startlocatie. Zoek naar een locatie (pagina 9). Selecteer Selecteer. Selecteer om locaties toe te voegen. Selecteer Volgende. Voer een naam in en selecteer OK. Een routebeschrijving bewerken 1 Selecteer Apps > Reisplanner. 2 Selecteer een opgeslagen reis.
Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis 1 Selecteer Apps > Reisplanner. 2 Selecteer een opgeslagen reis. 3 Selecteer Ga!. 4 Selecteer een route als daarom wordt gevraagd (pagina 21). Een opgeslagen reis bewerken 1 Selecteer Apps > Reisplanner. 2 Selecteer een opgeslagen reis. 3 Selecteer . 4 Selecteer een optie: • Selecteer Naam van reis wijzigen. • Selecteer Bewerk bestemmingen om locaties toe te voegen of te verwijderen, of om de volgorde van locaties te wijzigen. • Selecteer Reis verwijderen.
4 Gebruik de knoppen op het scherm om de achtergrond te wijzigen. 5 Selecteer Sla op. Foto's verwijderen 1 Selecteer Apps > Fotoalbum. 2 Selecteer een foto. 3 Selecteer > Herstel > Ja. Recente routes en bestemmingen weergeven Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de functie voor reisgeschiedenis inschakelen (pagina 57). U kunt uw recente routes en plaatsen waar u bent gestopt op de kaart bekijken. Selecteer Apps > Waar ik ben geweest. De wereldklok gebruiken 1 Selecteer Apps > Wereldklok.
Eenheden omrekenen 1 Selecteer Apps > Eenheden. 2 Selecteer zo nodig de knop naast Omrekenen, selecteer een maateenheidcategorie en selecteer Sla op. 3 Selecteer zo nodig een maateenheidknop, selecteer een maateenheid en selecteer Sla op. 4 Selecteer het veld onder de maateenheid die u wilt omrekenen. 5 Voer een telefoonnummer in en selecteer OK. Wisselkoersen handmatig instellen U kunt de conversiekoersen van de valuta's handmatig bijwerken, zodat u altijd de recentste koersen gebruikt.
De taalgids gebruiken Aanbiedingen bekijken LET OP Schrijf geen couponcodes op tijdens het rijden. 1 Selecteer een aanbieding op het scherm als u de dichtstbijzijnde locatie wilt zoeken die verband houdt met die aanbieding. 2 Selecteer, indien beschikbaar, couponcode weer te geven. om de 3 Noteer deze code en laat de code zien als u op de locatie bent gearriveerd.
Woorden en zinnen vertalen 1 Selecteer Apps > Taalgids > Woorden en zinnen. 2 Selecteer een categorie en een of meer subcategorieën. 3 Selecteer indien nodig selecteer OK. , voer een trefwoord in en 4 Selecteer een woord of zin. 5 Selecteer om de vertaling te beluisteren. Het tweetalige woordenboek gebruiken 1 Selecteer Apps > Taalgids > Tweetalige woordenboeken. 2 Selecteer een woordenboek. 3 Kies indien nodig , voer een woord in en selecteer OK. 4 Selecteer een woord.
Verkeerscamera's uitschakelen OPMERKING: door verwarmde (gemetalliseerde) ruiten kunnen de prestaties van de verkeersinformatie-ontvanger afnemen. Het toestel zal geen verkeerscameragegevens meer ontvangen maar de routes voor auto's blijven mogelijke filegebieden vermijden met behulp trafficTrends, indien ingeschakeld (pagina 55). Verkeersinformatie-ontvanger 1 2 Schakel het selectievakje Verkeerscamera's uit. Selecteer Instellingen.
Informatie over het verkeerspictogram Er staat een verkeerspictogram op de kaart als er verkeersinformatie wordt ontvangen. Het verkeerspictogram verandert van kleur om de ernst van de verkeerssituatie aan te geven. Kleur Ernst Betekenis Groen Laag Het verkeer stroomt normaal door. Geel Middel Het verkeer rijdt maar er zijn opstoppingen. Er is sprake van enige filevorming. Rood Hoog Het verkeer staat stil of rijdt langzaam. Er zijn ernstige opstoppingen.
3 Selecteer een gebeurtenis. Verkeer in uw omgeving Handmatig verkeer op uw route vermijden op de kaart. 1 Selecteer 2 Selecteer Files op route. 3 Gebruik zo nodig de pijlen om andere vertragingen op Vertragingen zoeken op de kaartpagina. 1 Selecteer 2 Selecteer Verkeerssituaties > . 3 Selecteer een item in de lijst. 4 Als er meerdere vertragingen zijn, gebruik dan de uw route weer te geven. 4 Selecteer > Vermijd. pijlen om de overige vertragingen weer te geven.
Verkeersabonnementen Abonnement activeren U hoeft het abonnement dat bij uw FM-verkeersinformatieontvanger werd geleverd, niet te activeren. Het abonnement wordt automatisch geactiveerd nadat uw toestel satellietsignalen heeft ontvangen en ook verkeersinformatiesignalen ontvangt van de provider van de betaalservice. Levenslange abonnementen Sommige modellen bevatten levenslange abonnementen voor bepaalde functies.
Gegevensbeheer U kunt bestanden, zoals JPEG-bestanden, op het toestel opslaan. In het geheugenslot van het toestel kan een extra geheugenkaart worden geplaatst. OPMERKING: het toestel is niet compatibel met Windows 95, 98, Me, Windows NT® en Mac® OS 10.3 en eerder. ® Bestandstypen Het toestel ondersteunt de volgende bestandstypen: • JPEG- en JPG-afbeeldingbestanden (pagina 42) • Kaarten en GPX-waypointbestanden van MapSource® (pagina 62).
Opmerking: sommige computers met meerdere netwerkstations kunnen geen nüvi-stations weergeven. Zie het Help-bestand van uw besturingssysteem voor meer informatie over het toewijzen van de stations. 2 3 Selecteer het bestand. 4 Klik op Wijzig > Kopieer. 5 Open het station of volume voor Garmin of de Open de bestandsbrowser op de computer. geheugenkaart. 6 Selecteer Wijzig > Plak. Het bestand wordt weergegeven in de lijst met bestanden in het toestelgeheugen of op de geheugenkaart.
Kaart- en voertuiginstellingen Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig. • Dashboards: hiermee stelt u de dashboardindeling in. • Mijn Kaarten • Voertuig: hiermee kiest u een ander pictogram voor het aangeven van uw positie op de kaart. Ga naar www.garmingarage.com voor meer pictogrammen. • Kaartweergave - Auto: hiermee stelt u het perspectief voor de kaart in. • Kaartweergave - Lopen: hiermee stelt u het perspectief voor de kaart in.
• Lopen beperken: hiermee stelt u de maximale loopafstand in voor voetgangers. • Kortere afstand: hiermee berekent u routes die korter zijn, maar mogelijk langzamer worden afgelegd. • Openbaar vervoer: typen openbaar vervoer in- of uitschakelen. • Zuinig rijden: hiermee berekent u routes waarvoor minder brandstof nodig is dan voor andere routes.
• Time-out voor scherm: hiermee kunt u opgeven hoe lang het moet duren voordat het toestel in de slaapstand wordt gezet. • Telefoon of Telefoon toevoegen: hiermee kunt u de verbindingen tussen het toestel en mobiele telefoons met draadloze Bluetooth-technologie beheren. • Schermafdruk: hiermee maakt u een opname van het toestelscherm. Schermafbeeldingen worden op het toestel in de map Screenshot opgeslagen.
Bluetooth wordt uitgeschakeld 1 Selecteer Instellingen > Bluetooth. 2 Selecteer Bluetooth. Verkeersinstellingen Selecteer Instellingen > Verkeersinfo. • Verkeersinfo: hiermee schakelt u verkeersinformatie en aanbiedingen in. • Abonnementen: hiermee worden de huidige verkeersinformatieabonnementen weergegeven.
Instellingen voor eenheden en tijd • Selecteer Instellingen > Eenheden en tijd. • Huidige tijd: de tijd voor het toestel instellen. • Eenheden: de maateenheid voor afstanden instellen. • Tijdweergave: hiermee kunt u een 12-uurs, 24-uurs of UTC-tijdweergave selecteren. Taal- en toetsenbordinstellingen Gevarenzonealarminstellingen Selecteer Instellingen > Gevarenzonealarm. • Audio: hiermee kunt u de toon van een waarschuwing instellen.
• Reisgeschiedenis behouden: hiermee kunt u instellingen opgeven voor het behoud van informatie voor de functies Waar ik ben geweest (pagina 42) en Triplog (pagina 26). • Wis reisgeschiedenis De instellingen herstellen U kunt een bepaalde categorie met instellingen of alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen. 1 Selecteer Instellingen. 2 Selecteer indien nodig een instellingencategorie. 3 Selecteer > Herstellen.
Gebruik nooit een hard of scherp object om het aanraakscherm te bedienen omdat het scherm daardoor beschadigd kan raken. De behuizing schoonmaken opmerking Gebruik geen chemische schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen die de kunststofonderdelen kunnen beschadigen. 1 Maak de behuizing van het toestel (niet het aanraakscherm) schoon met een doek die is bevochtigd met een mild sopje. 2 Veeg het toestel vervolgens droog. Het aanraakscherm schoonmaken 1 Gebruik een zachte, schone, pluisvrije doek.
Alle oorspronkelijke instellingen worden hersteld. De levensduur van de batterij verlengen • Stel uw toestel niet bloot aan sterke temperatuurschommelingen. • Zet het toestel in de slaapmodus (pagina 4). • Verminder de helderheid van het scherm (pagina 4). • Laat het toestel niet in direct zonlicht staan. • Verlaag het volume (pagina 4). • Schakel aanbiedingen en verkeersinfo uit (pagina 44). • Schakel Bluetooth uit (pagina 55).
4 Zorg dat het zilverkleurige pinnetje in de dop zit. 5 Schroef de dop vast in de voertuigvoedingskabel. Plaatsing op het dashboard Opmerking De permanente plakstrip is zeer moeilijk te verwijderen nadat deze is geïnstalleerd. Gebruik de meegeleverde montageschijf om het toestel op het dashboard te monteren en zo aan de regelgeving in bepaalde landen te voldoen. 1 Reinig en droog de plaats op het dashboard waar u de schijf wilt plaatsen.
De zuignapsteun van de voorruit halen 1 Draai de hendel op de zuignapsteun naar u toe. 2 Trek het lipje van de zuignap naar u toe. Kaarten bijwerken Het is mogelijk om de kaarten op uw toestel bij te werken. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com /mapupdates, en selecteer Map Update User Guide. nüMaps Lifetime Bij bepaalde modellen wordt een abonnement op nüMaps Lifetime geleverd, waarmee u gedurende de levensduur van uw toestel elk kwartaal kaartupdates ontvangt. Ga naar www.garmin.
In sommige landen is flitspaalinformatie beschikbaar. Kijk op http://my.garmin.com voor de beschikbaarheid van deze informatie. In deze landen geeft de nüvi de locatie van honderden flitspalen weer. Uw nüvi waarschuwt u wanneer u een flitspaal nadert en wanneer u te hard rijdt. De gegevens worden ten minste eenmaal per week bijgewerkt, dus u beschikt altijd over de meest actuele gegevens. U kunt op elk gewenst moment de gegevens van een nieuwe regio aanschaffen of een bestaand abonnement uitbreiden.
Problemen oplossen Probleem Oplossing Mijn toestel ontvangt geen satellietsignalen • • • • Controleer of de GPS-simulator is uitgeschakeld (pagina 52). Selecteer in het hoofdmenu achtereenvolgens Instellingen > Navigatie > GPS Simulator > Uit. Neem uw toestel mee naar een open plek, buiten parkeergarages en uit de buurt van hoge gebouwen en bomen. Blijf enkele minuten stilstaan. De zuignap blijft niet op de voorruit zitten. • • • Reinig de zuignap en de voorruit met schoonmaakalcohol.
Het toestel is aangesloten op de computer, maar ik kan de modus voor massaopslag niet activeren. 1 2 3 4 Koppel de USB-kabel los van de computer. Schakel het toestel uit. Sluit de USB-kabel aan op een USB-poort van uw computer en op het toestel. Het toestel wordt automatisch ingeschakeld en schakelt over naar de modus USB-massaopslag. Sluit het toestel aan op een USB-poort en niet op een USB-hub.
Index Symbols 2D-, 3D-kaartweergave 25 A aanbiedingen 44 uitschakelen 44 weergeven 44 accessoires 62 adressen 11 afstandsrapport 37 automatisch volume 5 inschakelen 5 B batterij 63 bestanden ondersteunde typen 50 verwijderen 52 bewaren huidige positie 16 bewerken bestemmingen 41 kaartsymbool wijzigen 17 opgeslagen locaties 17 opgeslagen reis 41 thuislocatie 14 wijzig categorieën 17 bijwerken kaarten 3 software 3 Bluetooth-technologie 31–70 gebruiksvriendelijke naam 55 instellingen 54 koppelen met telefoo
G gebruikersgegevens, verwijderen 59 gedetailleerde kaarten 50, 53 geheugenkaart 50 geocaching 12 gesproken afslag-voor-afslag aanwijzingen 26 GPS instellingen 53 simulator 15 H help 35 houder verwijderen 61 huidige locatie opslaan 16 J JPEG-afbeeldingbestanden 50 K kaarten detailniveau 52 fouten 10 thema 52 toevoegen 62 weergave 25 66 kaartknoppen 26 knooppuntbeeld 27 Koers boven 25 koppelen met mobiele telefoon 31 L lijst met afslagen 26 locaties 9 locaties zoeken foto's gebruiken 15 op adres 11 op
oproepen beantwoorden 32 dempen 34 ophangen 34 thuis 34 P parkeerplaats 14 bewaren 43 vorige parkeerplaats 43 PIN Bluetooth 32 problemen oplossen 63 R reisplanner 40 routebeschrijvingen 26 routes offroad 24, 54 stoppen 23 routes opnieuw berekenen 23 S satellietsignalen 6 schermafbeeldingen 54 scherminstellingen 24, 30 schermknoppen 7 schoolzonedatabase 62 software versie 57 spraakherkenning 18 spraakopdracht activeerzin 18 activeren 18 navigeren met 19 tips voor gebruik 19 systeeminstellingen 53 T taal
vermijden diefstal 59 typen openbaar vervoer 24, 30 verkeer 48 verwijderen alle gebruikersgegevens 59 bestanden 52 foto's 42 lijst met recent gevonden punten 14 opgeslagen locaties 18 reizen 41 teken 7 verzorging van het toestel 58 voetgangersmodus instellingen 24, 30 voicemail 34 volgende afrit 27 volume aanpassen 4 audiomixer 4 automatisch 5 68 W Waar ben ik? 30 Waarheen? menu 8 aanpassingen snelkoppelingspictogram, toevoegen 8 snelkoppelingspictogram, verwijderen 8 Waar ik ben geweest inschakelen 57 w
www.garmin.com/support 913-397-8200 1-800-800-1020 0808 2380000 +44 (0) 870.8501241 1-866-429-9296 43 (0) 3133 3181 0 00 32 2672 5254 00 45 4810 5050 00 358 19 311 001 00 33 1 5517 81 89 00 39 02 3669 9699 0800-0233937 815 69 555 00 35 1214 447 460 00 902 00 70 97 00 46 7744 52020 0180 5 / 42 76 46 - 880 0180 5 / 42 76 46 - 550 00800 4412 454 +44 2380 662 915 Garmin International, Inc. 1200 East 151st Street, Olathe, Kansas 66062, V.S. Garmin (Europe) Ltd.