Operation Manual
52 nüvi 2405/2505-serie – gebruikershandleiding
Kaart- en voertuiginstellingen
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig.
• Voertuig: hiermee kiest u een ander pictogram voor
het aangeven van uw positie op de kaart. Ga naar
www.garmingarage.com voor meer pictogrammen.
• Kaartweergave - Auto: hiermee stelt u het perspectief
voor de kaart in.
• Kaartweergave - Lopen: hiermee stelt u het
perspectief voor de kaart in.
• Kaartdetail: hiermee stelt u het detailniveau voor de
kaart in. Als er meer details worden weergegeven,
wordt de kaart mogelijk langzamer opnieuw getekend.
• Kaartthema: hiermee kunt u de kleuren van de
kaartgegevens wijzigen�
• Kaartknoppen: hiermee bepaalt u welke knoppen op
de kaart worden weergegeven. Er kunnen maximaal
drie knoppen op de kaart worden weergegeven.
• Kaartlagen: hiermee stelt u de gegevens in die op de
kaart worden weergegeven (pagina 25).
• Dashboards: hiermee stelt u de dashboardindeling in.
• Mijn Kaarten
Kaarten inschakelen
TIP: ga voor het aanschaffen van andere kaartproducten
naar www.garmin.com/maps.
1�
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Mijn
Kaarten.
2�
Selecteer een kaart.
Navigatie-instellingen
Selecteer Instellingen > Navigatie.
• Berekenmodus: hiermee stelt u de routevoorkeur in.
• Te vermijden: hiermee stelt u in welke wegonderdelen
u tijdens een route wilt mijden.
• Aangepast vermijden: hiermee kunt u opgeven welke
specieke wegen en gebieden u wilt vermijden.
• Geavanceerde omwegen: hiermee kunt u de lengte
van een omweg instellen.