Operation Manual
18 Het toestel aanpassen
• Toetsenbordindeling: hiermee stelt u de indeling
van het toetsenbord in.
• Veilige modus: hiermee schakelt u alle functies
van het navigatiesysteem uit die veel aandacht
van de gebruiker vragen en u tijdens het rijden
kunnen aeiden.
• Over: hiermee geeft u het versienummer
van de nüvi-software, het id-nummer van het
toestel en informatie over verschillende andere
softwarefuncties weer. U hebt deze gegevens
nodig om de systeemsoftware bij te werken of
aanvullende kaartgegevens aan te schaffen.
Navigatie-instellingen
Selecteer Instellingen > Navigatie.
• Routevoorkeur: hiermee selecteert u een
voorkeur voor het berekenen van de route.
• Te vermijden: hiermee selecteert u de wegtypen
die u op uw routes wilt vermijden.
Scherminstellingen
Selecteer Instellingen > Scherm.
• Kleurmodus: hiermee kunt u een lichte
achtergrond (Dag) of een donkere achtergrond
(Nacht) instellen of automatisch laten
overschakelen tussen de twee achtergronden op
basis van de tijd van de zonsopkomst en de tijd
van de zonsondergang op de locatie waar u zich
bevindt (Auto).
• Schermafdruk: hiermee maakt u een opname van
het toestelscherm. Schermafbeeldingen worden
op het toestel in de map Screenshot opgeslagen.
• Helderheid: hiermee wijzigt u de helderheid van
het scherm. U kunt de levensduur van de batterij
verlengen door de helderheid te verlagen.
Tijdinstellingen
Selecteer Instellingen > Tijd.
• Tijdweergave: hiermee kiest u UTC-, 12-uurs- of
24-uurs-tijdweergave.










