Operation Manual
Weerwaarschuwingen weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de service
Geavanceerd weer aanschaffen met behulp van Smartphone
Link.
Terwijl u met het toestel onderweg bent, kunnen er
waarschuwingen over het weer op de kaart worden
weergegeven. U kunt ook een kaart met weerwaarschuwingen
weergeven voor uw huidige locatie of een geselecteerde plaats.
1
Selecteer Apps > Weer.
2
Selecteer indien nodig een plaats.
3
Selecteer > Weerwaarschuwingen.
De omstandigheden op de weg controleren
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de service
Geavanceerd weer aanschaffen met Smartphone Link.
1
Selecteer Apps > Weer.
2
Selecteer indien nodig een plaats.
3
Selecteer > Wegomstandigheden.
Recente routes en bestemmingen weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de functie voor
reisgeschiedenis inschakelen (Toestel- en privacyinstellingen).
U kunt uw voorgaande routes en plaatsen waar u bent gestopt
op de kaart bekijken.
Selecteer Apps > Waar ik was.
Het toestel aanpassen
Kaart- en voertuiginstellingen
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig.
Voertuig: Hiermee kiest u een pictogram voor het aangeven
van uw positie op de kaart. Ga naar www.garmingarage.com
voor meer pictogrammen.
Autokaartweergave: Hiermee stelt u het perspectief van de
kaart in.
Kaartdetail: Hiermee stelt u het detailniveau van de kaart in. Als
er meer details worden weergegeven, wordt de kaart
mogelijk langzamer opnieuw getekend.
Kaartthema: Hiermee kunt u de kleuren van de kaartgegevens
wijzigen.
Kaartfuncties: Hiermee selecteert u de snelkoppelingen die in
het menu met kaartfuncties worden weergegeven.
Kaartlagen: Hiermee stelt u de gegevens in die op de
kaartpagina worden weergegeven (De kaartlagen
aanpassen).
Mijn Kaarten: Hiermee stelt u in welke geïnstalleerde kaarten
het toestel gebruikt.
Kaarten inschakelen
U kunt kaartproducten inschakelen die op het toestel zijn
geïnstalleerd.
TIP: Ga voor het aanschaffen van andere kaartproducten naar
http://buy.garmin.com.
1
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Mijn Kaarten.
2
Selecteer een kaart.
Navigatie-instellingen
Als u de pagina met navigatie-instellingen wilt openen,
selecteert u vanuit het hoofdmenu Instellingen > Navigatie.
Berekenmodus: Hiermee stelt u de methode voor
routeberekening in.
Te vermijden: Hiermee stelt u in welke wegonderdelen u op
een route wilt vermijden.
Aangepast vermijden: Hiermee kunt u opgeven welke
specifieke wegen en gebieden u wilt vermijden.
Milieuzones: Hiermee stelt u uw voorkeuren in voor te
vermijden gebieden waarin mileu- of uitstootbeperkingen
gelden die van toepassing zijn op uw voertuig.
Tolwegen: Stel voorkeuren in voor het vermijden van tolwegen.
Tol en kosten: Stel voorkeuren in voor het vermijden van
tolwegen en tolvignetten.
OPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.
Beperkte modus: Hiermee schakelt u alle functies van het
navigatiesysteem uit die veel aandacht van de gebruiker
vragen en u tijdens het rijden kunnen afleiden.
GPS Simulator: Hiermee stelt u in dat het toestel geen GPS-
signalen meer ontvangt, waarmee u de batterij spaart.
Instellingen berekenmodus
Selecteer Instellingen > Navigatie > Berekenmodus.
De routeberekening is gebaseerd op de snelheidsgegevens van
een weg en de versnellingsgegevens van een voertuig voor een
bepaalde route.
Snellere tijd: Hiermee berekent u routes die sneller worden
afgelegd, maar mogelijk langer zijn.
Kortere afstand: Hiermee berekent u routes die korter zijn,
maar mogelijk langzamer worden afgelegd.
Zuinig rijden: Hiermee berekent u routes waarvoor minder
brandstof nodig is dan voor andere routes.
Offroad: Hiermee berekent u een rechte lijn van uw huidige
locatie naar uw bestemming.
Een gesimuleerde locatie instellen
Als u zich binnenshuis bevindt en het toestel ontvangt geen
satellietsignalen, kunt u de GPS gebruiken om een
gesimuleerde locatie in te stellen.
1
Selecteer Instellingen > Navigatie > GPS Simulator.
2
Selecteer Bekijk kaart in het hoofdmenu.
3
Tik twee keer op de kaart om een gebied te selecteren.
Het adres van de locatie wordt onder in het scherm
weergegeven.
4
Selecteer de beschrijving voor de locatie.
5
Selecteer Stel locatie in.
Camera-instellingen
Selecteer Instellingen > Camera.
Garmin Real Vision™: Geeft een camerabeeld weer bij het
naderen van sommige bestemmingen, (Aankomst op de
bestemming met Garmin Real Vision
™
).
Waarschuwing voor botsingen: Geeft een
waarschuwingssignaal als het toestel detecteert dat u te dicht
op het voor u rijdende voertuig rijdt (Waarschuwingssysteem
voor botsingen).
Waarschuwing bij rijbaan verlaten: Geeft een
waarschuwingssignaal als het toestel detecteert dat u
mogelijk per ongeluk een rijbaanmarkering overschrijdt
(Waarschuwingssysteem voor wisselen van rijbaan).
Plaatsing van de camera: Hiermee kunt u de plaatsing van uw
toestel in het voertuig aangeven.
Opnemen bij starten: De dashcam start automatisch met het
maken van video-opnamen als u het toestel inschakelt.
Automatische ongevallendetectie: Videobeelden worden
automatisch opgeslagen als het toestel een mogelijk ongeval
detecteert.
Geluidsopname: Tijdens video-opnamen worden via de
microfoon van het toestel geluidsopnamen gemaakt.
Het toestel aanpassen 17