Operation Manual

24 Gebruiksaanwijzing Oregon-serie
De Oregon aanpassen
Tekstformaat: selecteer het
tekstformaat voor kaartitems.
Detail: hiermee stelt u in hoeveel
details op de kaart worden
weergegeven. Door het weergeven van
meer details is het mogelijk dat de kaart
langzamer opnieuw wordt getekend.
Kaartinformatie: tik op het selectievakje
om een kaart weer te geven. Dit kan
handig zijn als er meerdere kaarten
op de Oregon zijn geladen.
Track-instellingen
Een track is een registratie van uw route.
Tik in het hoofdmenu op Instellingen >
Tracks.
Tracklog: hiermee kunt u trackregistratie
in- en uitschakelen.
Opnamemethode: selecteer een
opnamemethode voor tracks. Tik
op Afstand, Tijd of Auto. Als de
opnamemethode is ingesteld op Tijd of
Afstand, geeft u het specieke tijds- of
afstandsinterval op. Tik op Auto om de
tracks met variabele snelheden op te slaan
zodat een optimaal beeld ontstaat van uw
tracks.
Interval: selecteer een opnamesnelheid
voor het tracklog. Bij meer frequente
registratie van punten ontstaat er een
gedetailleerdere track, maar raakt het
tracklog ook sneller vol.
Het hoofdmenu instellen
Als u de Oregon gebruikt voor geocaching,
trektochten of vissen, zult u sommige
toepassingen meer gebruiken dan andere.
U kunt toepassingen die u veel gebruikt,
op de eerste pagina van het hoofdmenu
zetten.
De volgorde van toepassingen in het
hoofdmenu wijzigen:
1. Tik in het hoofdmenu op Instellingen >
Hoofdmenu.
2. Tik op de toepassing die u wilt
verplaatsen.
3. Tik op
Omhoog of Omlaag.
4. Tik steeds opnieuw op de toepassing
en op Omhoog of Omlaag tot de
toepassing op de juiste plaats staat.