Operation Manual

32 Gebruiksaanwijzing Oregon-serie
Appendix
< 36 seconden (automatisch
locatie bepalen)
Ontvangstfrequentie: 1 x per seconde,
continu
Kompas: nauwkeurigheid: ± 2 graden
(± 5 graden bij extreme
noordelijke of zuidelijke
breedte)
*
Resolutie: 1 graad
Hoogtemeter: nauwkeurigheid: ± 3 m*
Resolutie: 0,3 m Bereik:
van -610 tot 9144 m
*
Afhankelijk van de juiste kalibratie door de
gebruiker.
De demonstratiemodus
gebruiken
De demonstratiemodus schakelt de GPS-
ontvanger uit, voor gebruik binnenshuis of
om te oefenen. Het apparaat ontvangt in de
demonstratiemodus geen satellietsignalen.
LET OP: u kunt in de demonstratiemodus
niet navigeren, omdat de GPS-ontvanger
is uitgeschakeld. De signaalsterktebalken
die worden weergegeven zijn slechts
simulaties en geven dus niet de sterkte van
echte satellietsignalen weer.
Tik op Instellingen > Systeem >
GPS > Demonstratiemodus om de
demonstratiemodus in te schakelen.
De Oregon op een
computer aansluiten
U kunt de Oregon met de meegeleverde
USB-kabel op uw computer aansluiten.
De Oregon op een computer
aansluiten:
1. Verwijder het beschermkapje aan de
onderkant van de Oregon.
2. Steek de kleine stekker van de USB-
kabel in de mini-B-aansluiting.
3. Sluit de grotere stekker van de kabel
aan op een beschikbare USB-poort op
uw computer.
Een microSD
-kaart
plaatsen
De microSD-kaartsleuf van de Oregon
bevindt zich onder de AA-batterijen.
MicroSD-kaarten zijn verkrijgbaar bij
elektronicawinkels; u kunt bij uw
Garmin-dealer ook MapSource
®
-kaarten
kopen met gedetailleerde kaartgegevens.