VHF 100/200-serie gebruikershandleiding 25W LOCAL USA DISTRESS 16 WATCH “‰°Š‹.Œ‘’’ƒ ˆ‰Š°‹Œ.
Alle rechten voorbehouden. Behoudens voor zover uitdrukkelijk hierin voorzien, mag geen enkel deel van deze handleiding worden vermenigvuldigd, gekopieerd, overgebracht, verspreid, gedownload of opgeslagen in enig opslagmedium voor enig doel zonder vooraf de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Garmin te hebben verkregen.
Inleiding Inleiding Met de marifoons uit de VHF 100- en VHF 200-serie kunt u communiceren op alle internationale, Amerikaanse en Canadese maritieme kanalen en vooraf ingestelde privékanalen. De Amerikaanse en Canadese frequentiebanden zijn niet beschikbaar op de VHF 100i. U kunt tevens tien WX-kanalen (weerkanalen) bewaken. De VHF 100, VHF 200 en GHS™ 10 zijn bestemd voor gebruik in NoordAmerika, terwijl de VHF 100i, VHF 200i en GHS 10i zijn bestemd voor gebruik in Europa en de rest van de wereld.
Inleiding VHF 100 VHF 100i VHF 200 VHF 200i ATIS-ondersteuning ● ● Instellen van privékanalen (vooraf ingesteld door de Garmin®-dealer) ● ● Meertalige gebruikersinterface: Engels, Frans, Italiaans, Duits en Spaans ● ● Uitleg over de handleiding Als in deze handleiding staat dat u een item moet selecteren met de kanaalknop, draai dan aan de kanaalknop om het desbetreffende item te markeren, en druk daarna op de kanaalknop om het item te selecteren.
Inleiding Inhoudsopgave Inleiding............................................................................................................................................ i Uitleg over de handleiding................................................................................................................................ ii Aan de slag.....................................................................................................................................
Inleiding Appendix....................................................................................................................................... 35 Waarschuwingen en berichten.......................................................................................................................35 Kanalenlijst.....................................................................................................................................................36 Specificaties...........................
Aan de slag Aan de slag Voorpaneel van zendontvanger Squelch 25W USA DISTRESS 16 WATCH Volume “‰°Š‹.Œ‘’’ƒ ˆ‰Š°‹Œ.‘’“’† ˆ‰:‹ŒPM UTC PA SCAN PWR of 16/9 Kanaal DISTRESS HI/LO DSC MENU CLEAR DISTRESS - Druk op deze knop om een noodoproep te starten als een MMSI-nummer in uw marifoon hebt geprogrammeerd. Squelch - Draai aan deze knop om het squelch-niveau af te stellen. Volume - Draai aan deze knop om het volume af te stellen.
Aan de slag Microfoon en handsets uit de GHS 10-serie Met uitzondering van het afstellen van het volume en de squelch, werkt de handset hetzelfde als de marifoon. PTT 25W PTT Pijl omhoog Pijl omlaag Kanaal CLEAR DSC 16+ of 16/9 USA DISTRESS 16 WATCH “‰°Š‹.Œ‘’’ƒ ˆ‰Š°‹Œ.‘’“’† ˆ‰:‹ŒPM UTC PA DISTRESS SCAN 16+ of 16/9 HI/LO MENU Volume/ Squelch PTT (Push-To-Talk) - Druk hierop om het huidige menu te verlaten en terug te gaan naar het startscherm om uit te zenden.
Aan de slag Zendontvanger en display van handset Het startscherm is het meest bekeken scherm in het systeem. Hier vindt u alle actuele informatie, zoals het huidige kanaal, de frequentieband en de kanaalnaam. Systeemstatuspictogrammen Kanaal RX TX 25W 1W ATIS LOCAL USA DISTRESS 16 WATCH “‰°Š‹.Œ‘’’ƒ ˆ‰Š°‹Œ.‘’“’† ˆ‰:‹Œ UTC ””MPH ˆ’”°T – PA Frequentieband Breedtegraad Lengtegraad Tijd Snelheid over de grond/ Koers over de grond SCAN Schermtoetsen Kanaal - Het huidige actieve kanaal.
Aan de slag Tips Houd de volgende tips in gedachten wanneer u de marifoon of de handset gebruikt: • Druk tijdens een reeks stappen op de knop PTT en laat deze weer los om terug te gaan naar het startscherm. • Druk op de knop CLEAR om het vorige scherm weer te geven. • Selecteer OK als u uw wijzigingen wilt opslaan en wilt teruggaan naar het startscherm. • Selecteer ab tijdens het invoeren van gegevens om terug te gaan naar het vorige teken.
Basisbediening Basisbediening De marifoon in- en uitschakelen Belangrijk: u moet eerst een MMSI-nummer (Mobile Maritime Safety Identity) invoeren om de DSCmogelijkheden van de marifoon te kunnen gebruiken. Zie pagina 15 voor meer informatie. U schakelt de marifoon uit door de knop 16/9 ingedrukt te houden. Als u geen MMSI-nummer hebt ingevoerd, druk dan op de knop CLEAR om naar het startscherm te gaan. U schakelt de marifoon uit door de knop 16/9 ingedrukt te houden.
Basisbediening Uitzenden met de marifoon of de handset 1. Selecteer het juiste kanaal. 2. Controleer of het kanaal vrij is voordat u gaat uitzenden. De FCC (Federal Communications Commission) en internationale regelingen vereisen dat u de communicatie van anderen niet verstoort. 3. Druk op de knop PTT op de microfoon of de handset om via het huidige kanaal uit te zenden. Het pictogram TX wordt boven in het scherm weergegeven. 4. Spreek uw bericht en laat de knop PTT los.
Basisbediening Kanalen opslaan U kunt elk kanaal opslaan in het geheugen van de zendontvanger, met uitzondering van de WX-kanalen (weerkanalen). U kunt de opgeslagen kanalen afzonderlijk scannen van alle kanalen die de marifoon ontvangt. Er is geen limiet voor wat betreft het aantal kanalen dat u kunt opslaan. Een kanaal opslaan: 1. Selecteer SCAN. 2. Draai aan de kanaalknop om naar verschillende kanalen te gaan. 3. Selecteer SAV CH om een kanaal op te slaan. Een kanaal aan.
Basisbediening Drie kanalen bewaken (Tri Watch) Met Tri Watch kunt u schakelen tussen het bewaken van het huidige kanaal dat u hebt geselecteerd, kanaal 16, en uw tweede-prioriteitskanaal. 1. Selecteer WATCH. 2. Selecteer TRI. Op het scherm wordt TRI WATCH, het huidige geselecteerde kanaal, kanaal 16, en uw tweede-prioriteitskanaal weergegeven (bijvoorbeeld TRI WATCH CH: 75 + 16 + 9). 3. Selecteer EXIT om Tri Watch te verlaten.
Basisbediening Als twee signalen via dezelfde frequentie worden verzonden, ontvangt een VHF-marifoon alleen het krachtigste signaal. Gebruik het laagste uitzendvermogen dat mogelijk is om te communiceren, behalve voor noodoproepen. Op die manier wordt zoveel mogelijk voorkomen dat uw uitzendingen de uitzendingen van niet-betrokken derden verstoren. Uitzendingen via de Amerikaanse frequentieband op kanaal 13 en 67 moeten standaard via laag vermogen (1 W) plaatsvinden.
Basisbediening 4. Laat de knop PTT los en luister naar een reactie. 5. Als u en de andere partij klaar zijn met praten, selecteer dan EXIT om terug te gaan naar het startscherm. Een intercomoproep ontvangen 1. Op het scherm wordt aangegeven welk station de oproep plaatst. Druk de knop PTT in en laat deze los om de oproep te accepteren. 2. Als de andere partij klaar is met spreken, houd de knop PTT dan ingedrukt en spreek uw bericht. 3.
Basisbediening Net als bij de megafoon worden bij handmatige bediening van de misthoorn de geluiden die worden ontvangen via de hoorn hoorbaar via de luidspreker van de marifoon. De misthoorn automatisch laten klinken 1. Selecteer PA > FOG. 2. Select AUTO in de lijst. 3. Selecteer een item. Kies uit de volgende mogelijkheden. De marifoon wisselt tussen het laten horen van toon- of klankpatronen en de ontvangst van marifoonverkeer.
Basisbediening 4. Selecteer ACCEPT als u uw wijzigingen wilt opslaan en wilt teruggaan naar het startscherm. Selecteer CANCEL om de wijzigingen te negeren en terug te gaan naar het vorige scherm. Luisteren naar NOAA-weeruitzendingen en weerwaarschuwingen inschakelen Op de marifoon zijn tien WX-kanalen (weerkanalen) voorgeprogrammeerd. Hiermee kunt u weeruitzendingen van de NOAA (National Oceanic and Atmospheric Organization) volgen. WX-kanalen kunnen uitsluitend worden beluisterd.
Basisbediening Automatic Transmitter Identification System (ATIS) ATIS is een vaartuigidentificatiesysteem dat kan worden gebruikt in bepaalde binnenwateren in bepaalde landen in Europa. De Garmin-dealer kan uw VHF 100i of VHF 200i of GHS 10i programmeren voor het gebruik van ATIS als u van plan bent de marifoon te gebruiken op waterwegen die binnen de grenzen van de Regional Arrangement Concerning the Radiotelephone Service on Inland Waterways (de Baselovereenkomst) vallen.
Basisbediening Uw ATIS-identificatienummer weergeven 1. Druk op de knop MENU. 2. Selecteer ATIS > MY ATIS ID. 3. Selecteer OK om terug te gaan naar het vorige scherm of druk op de knop MENU om terug te gaan naar het startscherm. ATIS-functionaliteit in- en uitschakelen 1. Druk op de knop MENU. 2. Selecteer ATIS > ATIS. 3. Selecteer ON of OFF. Als ATIS is ingeschakeld, wordt het pictogram ATIS op het scherm weergegeven. 4.
DSC (Digital Selective Calling) DSC (Digital Selective Calling) DSC is een belangrijk onderdeel van het GMDSS (Global Maritime Distress and Safety System). Met DSC kunnen VHF-marifoons rechtstreeks digitale oproepen plaatsen bij en ontvangen van andere schepen en stations langs de kust, inclusief de Amerikaanse en Canadese kustwacht. De marifoon beschikt over volledige DSC-functionaliteit van klasse D.
DSC (Digital Selective Calling) BELANGRIJK: ga zorgvuldig te werk bij het invoeren van uw MMSI-nummer: u kunt dit slechts eenmaal invoeren. Als u uw MMSI-nummer moet wijzigen nadat u het hebt ingevoerd, moet u de marifoon naar de Garmin-dealer brengen voor herprogrammering. Uw MMSI-nummer invoeren: 1. Druk op de knop MENU. 2. Selecteer DSC > MY MMSI. 3. Draai de kanaalknop rechtsom om het nummer te verhogen en linksom om het nummer te verlagen.
DSC (Digital Selective Calling) 2. De marifoon laat automatisch een waarschuwing klinken, schakelt over naar kanaal 70 en zendt uw oproep uit met HI-vermogen (25 W). U kunt op een willekeurige knop drukken om het waarschuwingsgeluid uit te schakelen. 3. Nadat uw noodoproep is verzonden, schakelt de marifoon automatisch over naar kanaal 16 op HIvermogen (25 W). Druk op de knop PTT op de microfoon of handset en spreek uw bericht in.
DSC (Digital Selective Calling) Bevestiging van een noodoproep ontvangen: 1. Als de marifoon bevestiging van een noodoproep ontvangt, zijn er pieptonen hoorbaar en wordt op het scherm "DISTRESS ACK" weergegeven Druk op een knop om de pieptonen uit te schakelen. 2. Selecteer ] voor meer informatie. Als het MMSI-nummer van het station dat de bevestiging (ACK) verzendt in uw adresboek is opgenomen, wordt de naam die bij dat MMSI-nummer hoort op het scherm weergegeven.
DSC (Digital Selective Calling) • RECENT CALLS: er wordt een scherm weergegeven waarmee u een van de recente oproepen kunt selecteren. Selecteer een item. 4. Nadat u het schip hebt geselecteerd of het MMSI-nummer handmatig hebt ingevoerd, selecteer dan het kanaal waarop u wilt communiceren. De marifoon verzendt dit verzoek tegelijk met uw oproep. Hieronder vindt u meer informatie over het selecteren van een kanaal. 5. Selecteer CALL.
DSC (Digital Selective Calling) Oproepen aan alle schepen plaatsen Een oproep aan alle schepen wordt verzonden naar alle stations binnen ontvangstafstand van uw marifoon. U kunt twee soorten oproepen aan alle schepen plaatsen: • Veiligheidsoproepen worden gebruikt om belangrijke informatie over navigatie of weer te versturen. • Spoedoproepen worden gebruikt om informatie te versturen over de veiligheid van een schip of persoon, als er geen direct gevaar is.
DSC (Digital Selective Calling) Oproepen ontvangen Noodoproepen en doorgegeven noodoproepen ontvangen De marifoon verstuurt, afhankelijk van de instelling van de MMSI-filtering, gegevens over de oproep via het NMEA-netwerk. Zie pagina 30 voor meer informatie. 1. Als een noodoproep of een doorgegeven noodoproep wordt ontvangen, wordt op het scherm de tekst "DISTRESS" of "DISTR RELAY" weergegeven, evenals informatie over de oproep (bijvoorbeeld het MMSI-nummer en de aard van het noodgeval).
DSC (Digital Selective Calling) Positieaanvraagoproepen ontvangen U kunt de marifoon zodanig configureren dat binnenkomende positieaanvragen automatisch worden beantwoord. U kunt ook aangeven dat u binnenkomende aanvragen wilt beoordelen en goedkeuren voordat deze worden beantwoord, of dat binnenkomende aanvragen moeten worden genegeerd (zie pagina 28 voor meer informatie).
DSC (Digital Selective Calling) Positiegegevens die worden ontvangen van stations die reageren op positieaanvraagoproepen, worden verzonden via het NMEA-netwerk zodat u deze schepen kunt volgen op uw Garmin-kaartplotter. Meer informatie over NMEA 0183 en NMEA 2000 vindt u op pagina 29. Schepen selecteren en de oproep activeren 1. Druk op de knop DSC. 2. Selecteer POS. TRACKING > ADD ENTRY. De lijst met bijgehouden posities kan niet meer dan drie schepen tegelijk bevatten.
DSC (Digital Selective Calling) Type oproep Oproeplog Noodoproep bevestigen Noodoproep Positie verzenden Positie Positieaanvraag Positie Groep Overige Alle schepen Overige Persoonlijk Overige Als u het oproepende station hebt ingevoerd in de schepenlijst, wordt de naam van het station weergegeven in de lijst met oproepen. Als u dat niet hebt gedaan, wordt het MMSI-nummer weergegeven.
DSC (Digital Selective Calling) Een oproep plaatsen vanuit een oproeplog Alle oproepen die worden geplaatst vanuit het oproeplog, zijn persoonlijke standaardoproepen. 1. Druk op de knop DSC. 2. Selecteer CALL LOG > DISTRESS LOG, POSITION LOG of OTHER LOG. 3. Selecteer het MMSI-nummer of de stationsnaam. 4. Selecteer CALL. Op het scherm wordt aangegeven dat het een persoonlijke standaardoproep betreft. 5. Selecteer het kanaal waarop u wilt communiceren.
DSC (Digital Selective Calling) De schepenlijst gebruiken De schepenlijst weergeven 1. Druk op de knop DSC. 2. Selecteer DIRECTORY. 3. Selecteer een stationsnaam in de schepenlijst. 4. Druk op de knop CLEAR om terug te keren naar het vorige scherm. Druk op de knop MENU om terug te keren naar het startscherm. Een individueel item toevoegen aan de schepenlijst 1. Druk op de knop DSC. 2. Selecteer DIRECTORY > ADD ENTRY. 3. Voer het MMSI-nummer in. 4. Voer een naam in. U kunt maximaal 10 tekens opslaan. 5.
DSC (Digital Selective Calling) 4. Voer een naam in. 5. Selecteer ACCEPT om de wijzigingen op te slaan. Selecteer CANCEL als u wilt terugkeren naar het vorige scherm zonder de wijzigingen op te slaan. Druk op de knop MENU om terug te keren naar het startscherm. Een groep bewerken 1. Druk op de knop DSC. 2. Selecteer GROUP > EDIT ENTRY. 3. Wijzig de tekens in het veld MMSI of Name. 4. Selecteer ACCEPT om de wijzigingen op te slaan.
DSC (Digital Selective Calling) De instelling voor automatische kanaalwijziging configureren Deze instelling bepaalt of de marifoon automatisch wordt afgestemd op kanaal 16 als de volgende soorten oproepen worden ontvangen: • Noodoproep • Doorgegeven noodoproep • Spoedoproep alle schepen Onder bepaalde omstandigheden kan het aan te raden zijn de functie voor automatische kanaalwijziging uit te schakelen, bijvoorbeeld als u een kanaal continu wilt volgen om ononderbroken communicatie met een ander schip te
Geavanceerd gebruik Geavanceerd gebruik NMEA 0183 en NMEA 2000 Als u de marifoon aansluit op een NMEA 0183-netwerk of een NMEA 2000-netwerk (alleen VHF 200/200i) kunnen de volgende gegevens worden doorgestuurd: • De marifoon kan ontvangen DSC-noodsignalen en positiegegevens doorsturen naar een compatibele kaartplotter. • De marifoon kan de GPS-positie ontvangen. De GPS-positie kan worden weergegeven op het startscherm en wordt verzonden met DSC-oproepen.
Geavanceerd gebruik NMEA 0183 of NMEA 2000 Omdat alleen de VHF 200, VHF 200i, GHS 10 en GHS 10i compatibel zijn met NMEA 2000 is deze instelling alleen beschikbaar op die toestellen. Deze instelling geeft aan of u bent aangesloten op een NMEA 0183-netwerk dan wel een NMEA 2000-netwerk. De marifoon kan met slechts één netwerktype tegelijk communiceren. 1. Druk op de knop MENU. 2. Selecteer COMMUNICATIONS > PROTOCOL. 3. Selecteer NMEA2000 of NMEA0183.
Geavanceerd gebruik 3. Draai aan de kanaalknop om de instelling voor de schermverlichting of het contrast te wijzigen. "MAX" geeft de maximale instelling aan; het cijfer 1 geeft de minimale instelling aan. 4. Selecteer CANCEL als u de wijzigingen wilt negeren en terugkeren naar het vorige scherm. Selecteer OK als u uw wijzigingen wilt opslaan en wilt teruggaan naar het startscherm.
Geavanceerd gebruik 3. Selecteer een van de volgende opties: • AUTO: COG/SOG-informatie wordt weergegeven op het startscherm. • HIDE: COG/SOG-informatie wordt niet weergegeven op het startscherm. Instellen of de tijd wordt weergegeven op het startscherm U kunt aangeven of de tijd moet worden weergegeven op het startscherm. De tijd wordt alleen bijgewerkt door de marifoon als u een GPS-apparaat aansluit op de marifoon.
Geavanceerd gebruik De maateenheid voor de snelheid wijzigen U kunt de maateenheid wijzigen voor de snelheidsberekeningen die worden weergegeven door de marifoon. De snelheid over de grond (SOG, Speed Over Ground) wordt op het startscherm weergegeven in de maateenheid die u hier instelt. 1. Druk op de knop MENU. 2. Selecteer SYSTEM > UNITS > SPEED. 3. Selecteer een van de volgende opties: • KNOTS: wijzigt de maateenheid in knopen. • MPH: wijzigt de maateenheid in mijl per uur.
Geavanceerd gebruik 2. Selecteer LANGUAGE. 3. Selecteer de systeemtaal. Kanaalnamen wijzigen De kanaalnamen worden weergegeven op het startscherm en bestaan uit negen tekens. Als de naam langer is dan negen tekens, schuift de volledige naam over de bovenkant van het scherm, waarna de verkorte naam wordt weergegeven. U kunt de kanaalnaam van negen tekens desgewenst wijzigen in een lokale naam. 1. Druk op de knop MENU. 2. Selecteer CHANNEL > NAME. 3 Selecteer het kanaal dat u wilt bewerken. 4.
Appendix Appendix Waarschuwingen en berichten De marifoon kan de volgende waarschuwingen en systeemberichten genereren. Accuwaarschuwing Als de accuspanning van de marifoon hoger dan 15,8 V gelijkspanning of lager dan 10 V gelijkspanning is, wordt de tekst "HIGH VOLTAGE" of "LOW VOLTAGE" weergegeven op het scherm. Controleer de bedrading als dit probleem zich voordoet.
Appendix • Selecteer SET om een nieuwe positie in te voeren. Zie pagina 27 voor meer informatie over het handmatig invoeren van positiegegevens. Positie bijhouden Na vijf mislukte pogingen om positie-informatie bij een schip op te vragen wordt de tekst "NO POS FOR [NAAM SCHIP]" weergegeven op het scherm. • Selecteer RETRY om de positieaanvraag nog een keer uit te voeren. • Selecteer REMOVE als u het schip niet langer wilt oproepen.
Appendix Kanaalnummer Zendfrequentie MHz Ontvangstfrequentie MHz Gebruiker 11 156,550 156,550 Beroepsvaart. VTS in geselecteerde gebieden. 12 156,600 156,600 Havenverkeer. VTS in geselecteerde gebieden. 13 156,650 156,650 Schip-schipnavigatie en veiligheid (brug-naar-brug). Schepen langer dan 20 meter houden in Amerikaanse wateren luisterwacht op dit kanaal. 14 156,700 156,700 Havenverkeer. VTS in geselecteerde gebieden. 15 -- 156,750 Milieu (alleen ontvangst).
Appendix Kanaalnummer Zendfrequentie MHz Ontvangstfrequentie MHz Gebruiker 70 156,525 156,525 Digital Selective Calling (geen spraakcommunicatie toegestaan) 71 156,575 156,575 Recreatievaart 72 156,625 156,625 Recreatievaart (alleen schip-schip) 73 156,675 156,675 Havenverkeer 74 156,725 156,725 Havenverkeer 77 156,875 156,875 Havenverkeer (alleen schip-schap) 78A 156,925 156,925 Recreatievaart 79A 156,975 156,975 Beroepsvaart. Alleen recreatievaart op de Great Lakes.
Appendix Kanaal Frequentie (MHz) WX5 162,45 WX6 162.5 WX7 162,525 Canadese kanalen Kanaalnummer Zendfrequentie MHz Ontvangstfrequentie MHz Werkgebied Gebruiker 01 156,050 160,650 PC Werkkanaal 02 156,100 160,700 PC Werkkanaal 03 156,150 160,750 PC Werkkanaal 04A 156,200 156,200 PC Schip-schip, schip-wal en veiligheid: Canadese kustwacht en SAR 04A 156,200 156,200 EC Schip-schip, schip-wal en beroepsvaart: alleen beroepsvissers.
Appendix Kanaalnummer Zendfrequentie MHz Ontvangstfrequentie MHz Werkgebied Gebruiker 13 156,650 156,650 Alle gebieden Schip-schip, beroepsvaart, recreatievaart en scheepsbewegingen: uitsluitend voor brugtot-brug navigatieverkeer. Laag vermogen van maximaal 1 Watt. 14 156,700 156,700 AC, GL Schip-schip, schip-wal, beroepsvaart, recreatievaart en scheepsbewegingen: havenverkeer en loodsinformatie- en berichten.
Appendix Kanaalnummer Zendfrequentie MHz Ontvangstfrequentie MHz Werkgebied Gebruiker 25 157,250 161,850 PC Schip-wal en werkkanaal: ook aangewezen voor verkeer in de regio Lake Winnipeg. 25B - 161,850 AC Veiligheid: CMB-uitzendingen (Continuous Marine Broadcast).
Appendix Kanaalnummer Zendfrequentie MHz Ontvangstfrequentie MHz Werkgebied Gebruiker 67 156,375 156,375 Alle gebieden Behalve EC Schip-schip, schip-wal, beroepsvaart, recreatievaart en veiligheid: mag ook worden gebruikt voor communicatie met vliegtuigen bij gecoördineerde SAR-acties en bij de bestrijding van verontreiniging. 68 156,425 156,425 Alle gebieden Schip-schip, schip-wal en recreatievaart: voor marina's en jachtverenigingen.
Appendix Kanaalnummer Zendfrequentie MHz Ontvangstfrequentie MHz Werkgebied Gebruiker 81A 157,075 157,075 PC Schip-schip, schip-wal en veiligheid: bestrijding van verontreiniging door Canadese kustwacht. 82A 157,125 157,125 PC Schip-schip, schip-wal en veiligheid: alleen voor gebruik door de Canadese kustwacht. 82A 157,125 157,125 83 157,175 161,775 PC Schip-wal en veiligheid: alleen voor gebruik door de Canadese kustwacht.
Appendix Kanaalnummer Zendfrequentie MHz Ontvangstfrequentie MHz Gebruiker 07 156,350 160,950 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen 08 156,400 156,400 Schip-schip 09 156,450 156,450 Schip-schip, havenverkeer en scheepsbewegingen 10 156,500 156,500 Schip-schip, havenverkeer en scheepsbewegingen 11 156,550 156,550 Havenverkeer en scheepsbewegingen 12 156,600 156,600 Havenverkeer en scheepsbewegingen 13 156,650 156,650 Veiligheid tussen schepen, havenverkeer en scheepsbew
Appendix Kanaalnummer Zendfrequentie MHz Ontvangstfrequentie MHz Gebruiker 62 156,125 160,725 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen 63 156,175 160,775 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen 64 156,225 160,825 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen 65 156,275 160,875 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen 66 156,325 160,925 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen 67 156,375 156,375 Schip-schip, havenverkeer en scheepsbewegingen 68 156,425 156,4
Appendix Kanaalnummer Zendfrequentie MHz Ontvangstfrequentie MHz Gebruiker 86 157,325 161,925 Werkkanaal, havenwerkzaamheden en scheepsbewegingen 87 157,375 157,375 Havenverkeer en scheepsbewegingen 88 157,425 157,425 Havenverkeer en scheepsbewegingen Specificaties Specificaties van VHF 100/100i en VHF 200/200i Algemeen Afmetingen: Verzonken gemonteerd: (B × H × D) 18,2 × 9,8 × 16,3 cm (7,16 × 3,86 × 6,42 inch) Aan beugel gemonteerd: (B × H × D) 19,2 × 11,8 × 16,3 cm (7,56 × 4,65 × 6,42 inc
Appendix Stroomverbruik: Stand-by: 350 mA Ontvangen: 600 mA Zenden: 6,0 A bij HI-vermogen (25 W); 2,0 A bij LO-vermogen (1 W) Max.
Appendix Audiovervorming: minder dan 10% Squelch-gevoeligheid bij 12 dB SINAD: Bij smalle uiteinde: minder dan 1 µV Bij drempel: minder dan 0,28 µV Ongewenste respons: meer dan 70 dB Selectiviteit aangrenzende kanalen: meer dan 70 dB Onderdrukking storing aangrenzende kanalen: meer dan 70 dB Onderdrukkingsverhouding intermodulatie: meer dan 70 dB Restruisniveau: minder dan 0 dB zonder squelching NMEA Ondersteunde NMEA 0183 IN-uitvoertelegrammen (NMEA 0183 versie 3.
Appendix Specificaties van de GHS 10 en de GHS 10i Afmetingen: 16,1 × 7,16 × 4,28 cm (6,34 × 2,82 × 1,69 inch) Gewicht: 368 g (12,98 oz.) Temperatuurbereik: van -10 ºC tot 50 ºC (14 ºF tot 122 ºF) Kompasveilige afstand: 500 mm (20 inch) Waterbestendigheidsclassificatie: IEC 60529 IPX7 (onderdompeling in 1 meter water gedurende 30 minuten) Onderdompelen in water Het toestel is waterbestendig volgens de IEC-standaard 60529 IPX7.
Index Index Symbols 1 W zendvermogen omzeilen 6 16/9-modus 8 A ATIS identificatienummer invoeren 13 identificatienummer weergeven 13 B breedtegraad en lengtegraad op startscherm 3 weergeven 31 C contrastniveau 30 D Dual watch 7 E eenheid voor snelheid, wijzigen wijzigen 33 F fabrieksinstellingen, terugzetten 34 frequentieband, selecteren 33 functies i – ii G Garmin contactgegevens 49 gevoeligheid ontvangst 9 groepen bewerken 27 oproepen ontvangen van 22 toevoegen 26 verwijde
Index M marifoon testen 34 meerdere kanalen bewaken 7 microfoonbediening 2 misthoorn 10 – 12 dieptepeiling, automatische 11 dieptepeiling, handmatige 11 frequentie, aanpassen 11 MMSI-filtering via NMEA-netwerk configureren 30 MMSI-nummer indelingen 23 weergeven 16 N NMEA NMEA 0183-telegrammen 48 NMEA 2000 PGN’s 48 overzicht van functies 29 selectie van NMEA 0183 of NMEA 2000 30 NOAA-weeruitzendingen 12 noodoproep 16 – 18 automatisch verzenden stoppen 18 gespecificeerde verzenden 17 int
Index specificaties GHS 10-serie 49 squelch aanpassen met handset 5 aanpassen met marifoon 5 locatie op handset 2 locatie op marifoon 1 stuurautomaatfunctionaliteit 29 systeemberichten positie bijhouden 36 primaire marifoon in gebruik 35 T taal, wijzigen 33 tijd indeling wijzigen 32 op startscherm 3 tijdverschil configureren 32 weergeven 32 Tri watch 8 tweede-prioriteitkanaal, herprogrammeren 8 U uitzenden met handset 6 met marifoon 6 UTC-verschil 32 W waarschuwingen batterij 35 GPS
Deze apparatuur is geschikt voor wereldwijd gebruik, met inbegrip van de volgende Europese landen: AT DK DE IT MT SK GB BE EE GR LV CY FI HU LT CZ FR IE LU CH NL SI IS BG PL ES LI RO PT SE NO TR © 2012-2013 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen Garmin International, Inc. 1200 East 151st Street Olathe, Kansas 66062, VS Garmin (Europe) Ltd. Liberty House, Hounsdown Business Park Southampton, Hampshire, SO40 9LR, Verenigd Koninkrijk Garmin Corporation No.