Operation Manual
OPMERKING:
U kunt het toestel niet uitschakelen tijdens een
video-opname.
1
Plaats de opnameschakelaar zo nodig naar achteren om de
video-opname te stoppen.
2
Houd
POWER ingedrukt.
Uw gegevens worden opgeslagen en het toestel wordt
uitgeschakeld.
Als u de batterij wilt verwijderen, dient u te wachten totdat het
scherm en het opnamelampje zijn uitgeschakeld.
Het toestel in- en uitschakelen met de opnameschake-
laar
In opnamemodus kunt u het toestel in- en uitschakelen met de
opnameschakelaar. Met deze functie kunt u snel beginnen met
opnemen, maar ook het toestel automatisch uitschakelen om
batterijvermogen te besparen als u niet opneemt.
OPMERKING:
Het toestel kan alleen met de opnameschakelaar
worden uitgeschakeld, als u het met de opnameschakelaar
inschakelt.
1
Als het toestel is uitgeschakeld, plaatst u de
opnameschakelaar naar voren.
Het toestel wordt ingeschakeld en start een video-opname.
2
Als u klaar bent met opnemen, plaatst u de
opnameschakelaar naar achteren.
Het toestel stopt met opnemen en wordt uitgeschakeld.
Overzicht startscherm
Het startscherm geeft een overzicht van de resterende
geheugenkaartruimte en de huidige instellingen van uw toestel.
À
Geeft de sensorstatus en het resterende batterijvermogen weer.
Omvat
ANT+
®
sensors,
Bluetooth
®
, Wi‑Fi
®
en GPS.
Á
Geeft de resterende geheugenkaartruimte voor video-opnamen
weer.
Â
Geeft de resterende geheugenkaartruimte voor foto's weer.
Ã
Geeft beeldveld, videoresolutie en framerate weer.
Ä
Geeft de fotomodus weer.
De sensorschermen weergeven
De sensorschermen geven G-Metrix
™
gegevens van
ingebouwde sensors en gegevens van gekoppelde ANT+
sensors weer. Het sensorstatusscherm geeft de
verbindingsstatus voor ANT+
sensors, Wi‑Fi verbinding en
Bluetooth toestellen weer.
• Selecteer in het startscherm om het sensorstatusscherm
weer te geven.
• Selecteer in het startscherm om de
sensorgegevensschermen weer te geven.
Statusbalkpictogrammen
Er verschijnen pictogrammen boven aan het startscherm. Een
knipperend pictogram geeft aan dat het toestel een signaal
zoekt. Een niet-knipperend pictogram geeft aan dat het signaal
is gevonden of de sensor is verbonden.
GPS-status
Status
Wi‑Fi technologie
Status
Bluetooth technologie
Status
ANT+ sensor
Batterijniveau
Sensorstatuspictogrammen
Pictogrammen worden weergegeven op het
sensorstatusscherm. Een knipperend pictogram geeft aan dat
het toestel een signaal zoekt. Een niet-knipperend pictogram
geeft aan dat het signaal is gevonden of de sensor is
verbonden.
Hartslagstatus
Snelheid- en cadansstatus
Vermogensstatus
Temperatuurstatus
Headset- en audiostatus
OBD-II status
Video
Een video opnemen
OPMERKING: Als de batterijvoeding te laag wordt tijdens een
video-opname, wordt de opname automatisch onderbroken, de
video opgeslagen en het toestel uitgeschakeld.
1
Plaats de opnameschakelaar naar voren om de video-
opname te starten.
Als het toestel is uitgeschakeld, wordt het nu automatisch
ingeschakeld. Het toestel begint direct met het maken van
video-opnamen en het rode lampje gaat aan.
Op het scherm worden de verstreken opnametijd
À
, de
beschikbare opnametijd
Á
en de videomodus
Â
weergegeven.
2
Plaats de opnameschakelaar naar achteren om de video-
opname te stoppen.
De video wordt op de geheugenkaart opgeslagen als .mp4-
bestand. Het spoorlog voor de video- en sensorgegevens
wordt op de geheugenkaart opgeslagen als .fit-bestand.
Video-instellingen
KENNISGEVING
Om bij natte omstandigheden schade aan het toestel te
voorkomen, moet u de instelling Video uit
uitschakelen wanneer
het toestel niet is verbonden met een USB-kabel.
Houd MENU ingedrukt en selecteer Video.
Modus: Hiermee stelt u de video-opnamemodus in (Videomodi,
pagina 4).
Video 3