Operation Manual

Nederlands
79
BELANGRIJK
Een hoge omgevingstemperatuur (zoals op warme
zomerdagen) en een koude temperatuurinstelling kunnen
leiden tot een continue werking van de koeler. De reden
hiervoor is dat de compressor continue moet draaien om de
lage temperatuur in de koeler te behouden. Het apparaat kan
dan niet automatisch ontdooien omdat dit alleen mogelijk
is als de compressor niet draait (zie hoofdstuk ontdooien).
Hierdoor kan het gebeuren dat er een dikke rijp- of ijslaag
vormt aan de achterste binnenwand.
8.3 Geluiden tijdens werking apparaat
Normale geluiden
Zoemen – Wordt veroorzaakt door de compressor, als
hij in werking is. Het klinkt sterk als hij in- of uitschakelt.
Vloeistofverplaatsing – Ontstaat door de circulatie van de
koelvloeistof in het aggregaat.
Klikkend geluid – De temperatuurregelaar schakelt de compressor
aan of uit.
9 Ontdooien/uitschakelen
Tijdens de fase van het koelen en ontdooien vormt zich een dunne
ijslaag of verschijnen waterdruppels aan de binnenwand. Het
dooiwater wordt verzameld in een opvangbak en verdampt. Let erop
dat het afvoerkanaal niet is verstopt. Het kan met een pijpenrager
voorzichtig worden schoongemaakt.
Hoewel uw koeler automatisch ontdooit dient u het toch af en toe
handmatig te ontdooien als er een dikkere ijslaag ontstaat in de
binnenkant van het apparaat. Volg hiervoor de richtlijnendie zijn
omschreven onder punt 10.1 in deze handleiding. Indien gewenst
kunt u, om het dooiproces te versnellen, een schaal met warm water
in het apparaat plaatsen of een föhn gebruiken.
ELDC300_ELDC300XL_GCGD310_360_GCKS360_GCDC350_400_800_1050_UC100_200_300_Manual_DE_EN_NL_DIN A5_1509.indd 79ELDC300_ELDC300XL_GCGD310_360_GCKS360_GCDC350_400_800_1050_UC100_200_300_Manual_DE_EN_NL_DIN A5_1509.indd 7924.11.2015 15:49:3824.11.2015 15:49:38