GE Security Advisor Advanced Gebruikershandleiding P/N 1069066 • REV 2.
Copyright © 2009 GE Security, Inc. Het is niet toegestaan dit document zonder schriftelijke toestemming vooraf van GE in zijn geheel of gedeeltelijk te kopiëren of op andere wijze te reproduceren, behalve wanneer dit specifiek wordt toegestaan volgens de Amerikaanse en internationale auteursrechtwetgeving. Disclaimer De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. GE Security, Inc.
Inhoud Voorwoord iii Typografische conventies iii Belangrijke opmerking iii Regelgeving informatie iv Bediendelen en lezers 1 Algemene toetsreeksen voor LCD-bediendeel 2 Algemene toetsreeksen voor niet-LCD-bediendeel 3 Toegang tot het systeem met uw PIN-code en/of kaart 5 Deur toegang 6 Deur toegang via LCD-bediendeel 6 Deur toegang via bediendeel zonder LCD 6 Het systeem in- en uitschakelen 7 Wanneer inschakelen 7 Wanneer gedeeltelijk inschakelen 7 Wanneer uitschakelen 7 De uitlooptijd voor het verlaten va
Ingang overbruggen/overbrugging opheffen 18 Status centrale bekijken 18 Uw eigen PIN-code wijzigen 18 Service functies 18 Het Advisor Advanced menu 19 Hoe zijn de menu opties gerangschikt in deze handleiding 19 Menutoegang 19 1 Ingangen overbruggen 21 4 Paneel status 22 5 PIN wijzigen 23 7 Service 24 7.
Voorwoord In dit document vindt u een productoverzicht en gedetailleerde instructies voor gebruik van uw Advisor Advanced-systeem. Om dit document efficiënt te kunnen gebruiken, dient u te beschikken over een basiskennis van alarmsystemen en onderdelen. Lees deze instructies en alle bijbehorende documentatie volledig door voordat u dit product in gebruik neemt. Opmerking: De installatie van alle materiaal moet altijd volgens de geldende normen door een gekwalificeerd installateur worden verricht.
Regelgeving informatie Deze apparatuur voldoet aan EN 50131, Grade 2, Klasse II.
Bediendelen en lezers Figuur 1: Het bediendeel 1. NetspanningsLED Groen aan: netspanning aanwezig 2. Toegangs-LED: Blauw knipperend: kaart wordt gelezen 3. Storings-LED Geel aan: systeemfout actief Geel knipperend: algemene waarschuwing (EN 50131) 4. Alarm-LED Rood aan: alarmtoestand actief 5. LCD-display Voor het weergeven van berichten 6. a / OMHOOG Omhoog lopen door de menu’s. Waarde wijzigen Verwijderen 7. HELP Helptekst weergeven Woordenlijst in-/uitschakelen 8.
Figuur 2: ATS1190/ATS1192-lezers 1. Blauwe LED Toegang verleend 2. Rode LED Aan: gebied ingeschakeld Knipperend: algemene waarschuwing (EN 50131) 3. 2 kleuren LED Groen aan: netspanning aanwezig Groen knipperend: netspanning afwezig, of ontgrendeld terwijl uitgeschakeld Rood aan: gebieden ingeschakeld Rood knipperend: ontgrendeld terwijl ingeschakeld Figuur 3: ATS1197-lezer met bediendeel 4. Gele LED Aan: Alle ingangen in veilige status Knipperend: algemene waarschuwing (EN 50131) 5.
Actie Gedeeltelijk inschakelen Deurt oegang Menu toegang Geprogrammeerde methode Toetsreeks Beschikbaar Uitschakelen met kaart & PIN- OFF, kaart, PIN, ENTER, of code Kaart, PIN, OFF Uitschakelen met 1ste kaart Kaart Gedeeltelijk inschakelen met PIN-code GEDEELTELIJK IN, PIN, ENTER, of PIN, GEDEELTELIJK IN Gedeeltelijk inschakelen met kaart GEDEELTELIJK IN, kaart Gedeeltelijk inschakelen met kaart & PIN-code GEDEELTELIJK IN, kaart, PIN, ENTER, of Kaart, PIN, GEDEELTELIJK IN Deur
Als een geldige PIN-code wordt ingevoerd, wordt dit aangegeven met 2 pieptonen en knipperende rode en groene LED’s. 7 pieptonen betekent dat de bewerking niet kan worden uitgevoerd. Zie “Wanneer in- of uitschakelen niet mogelijk is” op pagina 8 voor meer informatie.
Toegang tot het systeem met uw PIN-code en/of kaart U hebt een PIN-code en/of een kaart nodig om het Advisor Advanced-systeem te kunnen gebruiken. Een PIN-code is een uniek nummer van 4 tot 10 cijfers. De installateur van het beveiligingssysteem heeft uw gebruikersaccount aangemaakt met een PIN-code en/of kaart. Daarnaast zijn opties toegewezen waarmee u bepaalde handelingen kunt uitvoeren, zoals het in- of uitschakelen van het systeem. U kunt menu opties openen die aan uw gebruikersaccount zijn toegewezen.
Deur toegang Indien geprogrammeerd, is het mogelijk om toegang te krijgen tot een bepaalde deur met behulp van het bediendeel of de lezer die aan deze deur is toegewezen. Deur toegang via LCD-bediendeel Afhankelijk van de systeeminstellingen kunt u op de volgende manieren een deur ontgrendelen via een LCD-bediendeel. Met een kaart Met een PIN-code Met een kaart & PIN-code Bied uw kaart aan op de lezer. Voer uw PIN-code in. Bied uw kaart aan op de lezer. Druk op ENTER. Voer uw PIN-code in.
Het systeem in- en uitschakelen Wanneer inschakelen Het beveiligingssysteem moet worden ingeschakeld als u de laatste persoon bent die het pand (of uw gebied) verlaat, bijvoorbeeld aan het einde van de dag. Indien na inschakeling de alarmdetectie indringers detecteert, wordt een alarm geactiveerd. Wanneer gedeeltelijk inschakelen Voor het geval u zich nog in het pand of in een gebied bevindt, is het mogelijk om slechts een gedeelte van het gebied in te schakelen.
De inlooptijd voor uitschakeling Als het systeem is ingeschakeld, moet u het gebied uitschakelen binnen een vooraf ingestelde tijd (“inlooptijd”) omdat anders het alarm wordt geactiveerd. De hoofdgebruiker van het systeem dient iedereen op de hoogte te stellen van deze inlooptijd. Normaal hoort u een pieptoon gedurende de tijd die is toegewezen voor uitschakeling. Uitschakelen tijdens een alarm Indien er zich een alarmtoestand voordoet terwijl u het systeem uitschakelt, wordt het alarm hersteld.
Alle geactiveerde ingangen worden weergegeven: 1>Ing verstoord Zone 3 U kunt de gebieden nu niet inschakelen. Indien de aangeduide ingangen verstoord moeten blijven (omdat bijvoorbeeld een raam open moet blijven), kan dit probleem op de volgende manieren worden opgelost: • Annuleer de instelling met de knop CLEAR. Activeer het gebruikersmenu en overbrug de ingang indien deze geactiveerd moet blijven. Zie “1 Ingangen overbruggen” op pagina 21 voor meer informatie.
Overbrugde ingangen en storingen Indien er overbrugde storingen of ingangen aanwezig zijn, moet informatie hieromtrent worden bevestigd. WAARSCHUWING Overbrugd Alle overbrugde ingangen en storingen worden weergegeven: 1>Overbrugd Zone 3 2>Accu storing Panel • Druk op ENTER om de waarschuwing te bevestigen. Hierna wordt de inschakelprocedure voortgezet. • Annuleer de instelling met de knop CLEAR.
Met een kaart Met een PINcode Met een kaart en PIN-code Met een PINcode Met een kaart en PIN-code 3 x kaart Kies gebieden indien daarom wordt gevraagd. Zie “Weergeven gebieden tijdens het in-/uitschakelen” op pagina 13 voor meer informatie. Indien er in bepaalde gebieden overbrugde of geblokkeerde ingangen zijn, worden deze op het scherm weergegeven. Druk op ENTER als u wilt doorgaan met inschakelen. Druk anders op CLEAR om het inschakelproces te annuleren.
Gebieden uitschakelen met het LCD-bediendeel Afhankelijk van de systeeminstellingen zijn er een aantal verschillende manieren om gebieden uit te schakelen met het LCD-bediendeel. Met een kaart Met een PINcode Met een kaart en PIN-code Met een PINcode Met een kaart en Met 1ste kaart PIN-code Ga het pand/gebied binnen via de toegewezen inloop-/uitlooproute. U hoort een onderbroken inloopzoemer.
Met een kaart Met een PIN-code Met een kaart en PIN-code Met een kaart en PIN-code 3 x kaart Indien de bewerking niet mogelijk is, piept het bediendeel 7 keer. Zie “Wanneer in- of uitschakelen niet mogelijk is” op pagina 8 voor meer informatie. U hoort de uitloopzoemer. Dit kan een aanhoudende of een onderbroken toon zijn. Verlaat het pand/gebied via de toegewezen inloop-/uitlooproute. De uitloopzoemer schakelt zich uit. Wanneer een gebied is ingeschakeld, gaat de LED rood branden.
De gebieden-LED’s gaan branden wanneer de inschakelprocedure succesvol is afgerond. Wanneer de gebieden worden weergegeven die aan uw PIN-code zijn toegewezen, worden alle uitgeschakelde gebieden weergegeven, bijvoorbeeld: 0>Alle 1 Gebied 1 U beschikt nu over de volgende opties: Optie Actie Resultaat Alle gebieden in/uitschakelen Druk op 0 —of— selecteer “0 Alle” en druk op ENTER. Alle gebieden worden in één keer in/uitgeschakeld. U keert nu terug naar het oorspronkelijke scherm.
Wat te doen in een alarmsituatie In een alarmsituatie gaat de LED van het gebied waarvoor het alarm is geactiveerd en de alarm-LED op het bediendeel knipperen. Indien de screensaver is geactiveerd, knipperen de LED's nadat een gebruikerscode is ingevoerd. Het tijd- en datumbericht wordt niet meer weergegeven. Aan een gebied kunnen meerdere ingangen zijn gekoppeld. In een alarmsituatie is het belangrijk om precies te weten in welke ingang zich een probleem voordoet, zodat het snel kan worden opgelost.
Bekijken van een alarm Nadat het alarm is uitgeschakeld, worden alle alarmen op het scherm weergegeven. Alarm In behandelin>0< 1>Zone 2 In behandelin>0< In het eerste scherm wordt het type alarm weergegeven. In het tweede scherm wordt de locatie van het alarm weergegeven. De tweede regel geeft aan of er meer alarmen zijn. Een alarm herstellen Als u de sirenes of het flitslicht wilt uitzetten, moet u het desbetreffende gebied uitschakelen.
• Of de geprogrammeerde ingangen geactiveerd zijn geweest binnen de afgelopen 4 uur zijn U kunt de looptest handmatig uitvoeren met behulp van het menu “7.2 Looptest” (zie pagina 24). Mogelijke problemen Er is een storing in een ingang Deze blijft een alarm veroorzaken totdat deze wordt overbrugd in het systeem. De hoofdgebruiker mag eventueel de defecte ingang overbruggen. Zodra de defecte ingang is overbrugd of het probleem is opgelost, wordt het alarm automatisch hersteld.
Ingang overbruggen/overbrugging opheffen Als u ingangen wilt overbruggen of de overbrugging wilt opheffen, gebruikt u het menu “1 Ingangen overbruggen” zoals beschreven op pagina 21. Status centrale bekijken Als u de status van de centrale wilt weergeven, gebruikt u het menu “4 Paneel status”, zoals wordt beschreven op pagina 22. Uw eigen PIN-code wijzigen Als u uw eigen PIN-code wilt wijzigen, gebruikt u het menu “5 PIN wijzigen”, zoals beschreven op pagina 23.
Het Advisor Advanced menu Het Advisor Advanced-menu beschikt over opties voor het uitvoeren van verschillende taken en handelingen Sommige van deze opties gelden specifiek voor bepaalde installaties, terwijl u voor anderen geen rechten heeft. Het is daarom onwaarschijnlijk dat u alle menu-opties zult zien wanneer u het menu opent, maar alleen de opties die voor u zijn geprogrammeerd wanneer uw PIN-code wordt gebruikt.
Met een kaart Met een PIN-code Met een kaart en PIN-code Bied uw kaart aan op de lezer Voer uw PIN-code in Bied uw kaart aan op de lezer Druk op ENTER Voer uw PIN-code in Druk op ENTER In dit scherm kunt u nu het volgende doen: Optie Actie Resultaat Selectie wijzigen Druk op OMHOOG of OMLAAG De vorige of volgende menuoptie wordt geselecteerd Open de menu-optie Geef het nummer van de menu- U gaat naar een bepaalde optie op menu-optie —of— Druk op ENTER of RECHTS om het geselecteerde menu te op
1 Ingangen overbruggen Met de “overbruggings”functie kunt u ingangen overbruggen en uitsluiten van het beveiligingssysteem totdat het systeem opnieuw wordt uitgeschakeld. In sommige situaties kan het van pas komen om een ingang te overbruggen. Bijvoorbeeld, als u een raam open wilt laten wanneer het systeem opnieuw wordt ingeschakeld. Door de ingang waarin het raam zich bevindt te overbruggen, zal het alarm niet worden geactiveerd wanneer u het systeem inschakelt.
4 Paneel status Deze functie toont alle ingangen in alarm, sabotage-alarm, overbrugd of geactiveerd, en eventuele systeemalarmen. Er zijn menu-opties beschikbaar waarmee u deze condities apart kunt weergeven. De optie kan echter worden gebruikt om alle ingangen te controleren die aandacht behoeven. Als u daartoe rechten heeft, kunt u de huidige status van de centrale weergeven met behulp van menu 4. U kunt dan de volgende gegevens weergeven: 1.
5 PIN wijzigen 1>PIN-code ********** Indien u daartoe rechten heeft, kunt u uw eigen PIN-code wijzigen met menu 5. De PIN-code methode van het Advisor Advanced-systeem kan op een van de volgende manieren worden geconfigureerd: • PIN-codes worden door het systeem gegenereerd. De gebruiker kan alleen een nieuwe PIN-code aanvragen, PIN-codes kunnen niet handmatig worden ingevoerd. De PIN-code wordt gegenereerd na het selecteren van JA en het indrukken van ENTER in dit menu.
7 Service Met dit menu kunt u een aantal service opties uitvoeren, die hieronder worden beschreven. 7.2 Looptest Looptest Bezig Met een looptest kan de gebruiker alle detectoren in de geselecteerde gebieden testen. U voert als volgt de looptest uit: 1. Open het menu. Op het scherm worden alle te testen ingangen weergegeven. 1>Ingang 1 Activatie nodig 2. Loop langs alle detectiepunten om ervoor te zorgen dat de ingang wordt geactiveerd door er voor langs te lopen, of door een deur of raam te openen.