Installation Instructions

CS875-575-375-275-175 Installeurshandleiding met CS5500-bediendeel B.2.17
2.1.3.1.1.5 In/Uitloop 1 Een zonetype waarvan de gebeurtenissen gedurende een zekere tijd kunnen
worden vertraagd alvorens een alarm wordt gegeven. Dit zonetype wordt
meestal gebruikt om het binnenkomen en verlaten van het pand mogelijk te
maken. De tijdsintervallen voor een zone van In/Uitloop 1 worden vastgelegd
in Inloop 1 en Uitloop 1.
2.1.3.1.1.6 In/Uitloop 2 Een zonetype waarvan de gebeurtenissen gedurende een zekere tijd kunnen
worden vertraagd alvorens een alarm wordt gegeven. Dit zonetype wordt
meestal gebruikt om het binnenkomen en verlaten van het pand mogelijk te
maken. De tijdsintervallen voor een zone van In/Uitloop 2 worden vastgelegd
in Inloop 2 en Uitloop 2.
2.1.3.1.1.7 Intern Een zonetype dat wordt overbrugd wanneer het systeem zich in de
Gedeeltelijk in mode bevindt.
2.1.3.1.1.8 Entry Guard Een zonetype dat valse alarmmeldingen beperkt. Als een zone met
activiteitsbewaking wordt geopend, wordt de bediendeelzoemer geactiveerd
en begint de inlooptijd te lopen alvorens een alarm wordt gecreëerd. Dit kan
worden geprogrammeerd als een zonetype.
2.1.3.1.1.9 Laatste deur instelling Een zonetype dat het systeem inschakelt zodra de uitloopzone (deur) wordt
gesloten. Deze zone verschilt van een exit terminator zone doordat ze
beschikbaar is op de standaard CSx75 en verbonden is met een zone die ook
alarmen kan geven, enzovoort.
2.1.3.1.1.10 Rolluik schakelaar Een zonetype dat met rolluiken wordt gebruikt. Deze zones kunnen alleen op
de centrale worden gebruikt. Ze kunnen niet worden gebruikt op een CS208/
CS216 Ingangenmodule.
2.1.3.1.1.11 B-alarm zone Een zonetype dat een B-alarm genereert. De gebeurtenis wordt aan de
meldbank gemeld met de codes die in het rapporteringscodemenu van de B-
alarm zone zijn ingesteld. Doorgaans zijn alle alarmen A-alarmen. Zowel A-
alarmen als B-alarmen activeren sirenes en zoemers. Toch reageert de
meldkamer anders op A- als B-alarmen. Wanneer een A-alarm wordt gemeld
(volwaardig alarm), wordt een politiepatrouille uitgestuurd, terwijl bij een B-
alarm (bijna-alarm) een bewaker van de beveiligingsfirma wordt uitgestuurd.
Wanneer twee B-alarm inschakelgebeurtenissen plaatsvinden binnen de
ingestelde B-alarm timertijd, wordt het tweede B-alarm beschouwd als een
Aalarm.
Opmerking :Rood aangegeven tekst dekt niet de lading voor alarm opvolging
in Nederland, hangen veel additionele afspraken omheen tussen meldkamer
en eindgebruiker wil hier eigenlijk niet suggereren dat het aan een A of B
alarm hangt. Graag aanpassen.
2.1.3.1.1.12 Storing Een zonetype dat een alarm verstuurt wanneer het systeem is ingeschakeld
en een storing verstuurt wanneer het systeem is uitgeschakeld.
2.1.3.1.2 Naam zonetype Een menu-optie die de naam van een gegeven zonetype aangeeft. De naam
kan met deze optie ook worden gewijzigd.
2.1.3.1.3 Attributen Een menu-optie waarin de bijkomende eigenschappen van het geselecteerde
zonetype zijn gegroepeerd.
2.1.3.1.3.1 EOL Weerstand Een kenmerk van een zonetype dat specificeert dat er één of twee 4K7 EOL
(End of Line) weerstanden worden gebruikt. Een EOL-weerstand is een
weerstand die op een lijn wordt geplaatst om tevoorkomen dat het signaal
wordt teruggekaatst.
Opmerking :EOL-weerstanden worden hier gebruikt om detectieniveau's te
onderscheiden, graag
tekst aanpassen.
Locatie Term Definitie