GEBRUIKERSHANDLEIDING GE digitale camera G-serie G2 A-serie A735 A835 E-serie E840s/E1035 E1235
ii
WAARSCHUWING Om het risico op brand of schokken te voorkomen, mag u dit apparaat niet blootstellen aan regen of vocht. Voor klanten in de V.S.A. Getest voor naleving van FCC-standaarden VOOR THUIS- EN KANTOORGEBRUIK FCC-verklaring Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCCvoorschriften.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN iv Opmerkingen over de camera: Bewaar of gebruik de camera niet op de volgende locaties: • O p plaatsen die zijn blootgesteld aan regen, hoge vochtigheid en stof. • Op een plaats waar de camera rechtstreeks kan worden blootgesteld aan het zonlicht of hoge temperaturen, zoals in een gesloten auto tijdens de zomer. • Op een plaats waar de camera wordt blootgesteld aan een sterk magnetisch veld, bijv. in de buurt van motoren, transformators of magneten.
VOORDAT U START Voorwoord Veiligheidsinformatie Hartelijk dank voor uw aankoop van de GE digitale camera. Lees deze handleiding aandachtig en bewaar deze op een veilige plaats zodat u de informatie later opnieuw kunt raadplegen. Lees de volgende belangrijke informatie aandachtig voordat u het product gebruikt. • Probeer de camera niet zelf te demonteren of te repareren. • Laat de camera niet vallen of stel het niet bloot aan schokken. Wanneer u het product verkeerd hanteert, kunt u het beschadigen.
• Stel de camera niet bloot aan vocht of extreme temperaturen. Extreme omgevingen kunnen de levensduur van uw camera verkorten of de batterijen beschadigen. • Gebruik of bewaar de camera niet op stoffige, vuile of zanderige locaties, omdat de onderdelen hierdoor schade kunnen oplopen. • Stel de lens niet gedurende langere tijd bloot aan direct zonlicht. • Download alle opnamen en verwijder de batterijen uit de camera als u de camera langere tijd zult opbergen.
INHOUD WAARSCHUWING VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOORDAT U START................................... 1 Voorwoord....................................................... 1 Copyright................................................... 1 Handelsmerken........................................ 1 Veiligheidsinformatie................................... 1 Over deze handleiding.................................. 2 Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt...................................... 2 INHOUD................
ISO.............................................................30 Kwaliteit..................................................31 Grootte.....................................................32 Kleur.........................................................33 DE STANDEN GEBRUIKEN.....................36 LCD-schermweergave................................36 Weergave opnamestand stilstaande beelden....................................................36 Weergave video-opnamestand..........
De knop Verwijderen gebruiken...............54 DE MENU’S GEBRUIKEN........................55 Menu Filmfoto..............................................55 AF-modus (Autofocus-modus)............56 AF-hulpstraal..........................................56 Belichtingsmeting.................................57 Onophoudelijk opnemen......................57 Raster.......................................................58 Snelcontrole............................................58 Digitaal in-/uitzoomen.............
aar kaart kopiëren (Intern geheugen N naar geheugenkaart kopiëren)..........76 Instellingen Resetten............................76 FW Vers. (Firmaware-versie)...............77 VERBINDINGEN......................................78 Op een TV aansluiten..................................78 Op een PC aansluiten..................................79 De UBS-modus instellen.......................79 Bestanden naar uw PC overdragen.............................................
VOORBEREIDEN Uitpakken Uw verpakking moet, naast het aangekochte cameramodel, ook de volgende items bevatten. Als er iets ontbreekt of beschadigd lijkt, moet u contact opnemen met uw leverancier. (De accessoires zullen verschillen afhankelijk van het aangeschafte model en worden hieronder aangegeven.
Camera-aanzichten: G2 Vooraanzicht 1 2 3 Achteraanzicht 6 5 4 7 8 9 10 Zijaanzicht rechts 15 16 14 11 12 13
Bovenaanzicht 17 Zijaanzicht links 23 Onderaanzicht 19 18 20 21 22 1 Mic 13 Knop zelfontspanner/omlaag 2 Flitser 14 Knop flitser / naar links 3 Lens 15 Knop functie/OK 4 AF-hulpstraal/Timerindicator 16 Luidspreker 5 LCD-scherm 17 Zoomscrollwieltje 6 Status-LED 18 Ontspanknop 7 Keuzeschakelaar 19 Voedingsknop 8 AF-knop gezichtsdetectie 20 Geheugenkaart/ Batterijvak 9 Knop Menu 21 Montagepunt statief 10 Knop Wissen 22 USB/AV-poort 11 Knop Belichtingscompensatie/Omhoog 23
Camera-aanzichten: A735/A835 Vooraanzicht 1 Achteraanzicht 2 5 6 8 7 9 10 4 3 Zijaanzicht rechts 14 15 11 12 13 16 10
Bovenaanzicht Onderaanzicht 17 20 19 21 22 1 Flitser 13 Knop zelfontspanner/omlaag 2 Lens 14 Knop functie/OK 3 Mic 15 Knop flitser / naar links 4 AF-hulpstraal/Timerindicator 16 USB/AV-poort 5 Status-LED 17 Voedingsknop LCD-scherm 18 Ontspanknop 7 AF-knop gezichtsdetectie 19 Keuzeschakelaar 8 Zoomscrollwieltje 20 Luidspreker 9 Knop Menu 21 Montagepunt statief 22 Geheugenkaart/Batterijvak Zijaanzicht links 6 23 18 10 Knop Wissen 11 Knop Belichtingscompensatie/O
Camera-aanzichten: E840s Vooraanzicht 1 Achteraanzicht 2 5 3 6 7 8 9 4 10 Zijaanzicht rechts 15 11 14 12 13 16 12
Bovenaanzicht Onderaanzicht 17 20 19 21 22 1 Mic 13 Knop zelfontspanner/omlaag 2 Flitser 14 Knop flitser / naar links 3 AF-hulpstraal/Timerindicator 15 Knop functie/OK 4 Lens 16 Luidspreker 5 LCD-scherm 17 Voedingsknop AF-knop gezichtsdetectie 18 Ontspanknop 7 Status-LED 19 Zoomscrollwieltje 8 Keuzeschakelaar 20 Montagepunt statief 9 Knop Menu 21 USB/AV-poort 22 Geheugenkaart/Batterijvak Zijaanzicht links 6 23 18 10 Knop Wissen 11 Knop Belichtingscompensatie/O
Camera-aanzichten: E1035/E1235 Vooraanzicht 1 2 Achteraanzicht 3 5 6 7 8 9 10.
Bovenaanzicht Onderaanzicht W 16 Zijaanzicht links 23 17 T 19 18 20 21 22 1 Flitser 13 Knop zelfontspanner/omlaag 2 AF-hulpstraal/Timerindicator 14 Knop functie/OK 3 Lens 15 Knop flitser / naar links 4 Mic 16 Voedingsknop 5 LCD-scherm 17 Ontspanknop 6 AF-knop gezichtsdetectie 18 Zoomscrollwieltje 7 Status-LED 19 Luidspreker 8 Keuzeschakelaar 20 Montagepunt statief 9 Knop Menu 21 USB/AV-poort 22 Geheugenkaart/Batterijvak 10 Knop Wissen 11 Knop Belichtingsco
De batterij opladen (behalve A735/835) 1. Stop de batterij in de lader zoals weergegeven. 2. Stop het ene uiteinde van de aansluitkabel in de voet van de lader. 3. Stop het andere uiteinde van de aansluitkabel in het stopcontact. 1 2 16 L aat de batterij opladen tot het laadlampje groen oplicht. ( voor een maximale levensduur, moet u de batterij de eerste keer minstens 4 uur laten opladen). I n de rest van de handleiding tonen de volgende afbeeldingen het E1035-model als voorbeeld.
De batterij plaatsen 1. Open het batterijvak. 2. Plaats de batterij en houd hierbij rekening met de correcte polariteit. Gebruik de zijkant van de batterij om de stopper zoals weergegeven omlaag te drukken. Hierdoor kan de batterij correct worden geplaatst.
3. Sluit het batterijvak. De batterij plaatsen (A735/A835) 1. Open het batterijvak. De capaciteit van de batterij neemt af met het gebruik.
2. Plaats de batterij en houd hierbij rekening met de correcte polariteit. Gebruik de zijkant van de batterij om de stopper zoals weergegeven omlaag te drukken. Hierdoor kan de batterij correct worden geplaatst. - + 3. Sluit het batterijvak.
Een optionele SD/SDHC-kaart invoegen 1. Open het batterijvak. 20 2. Plaats een optionele SD/SDHC-kaart in de geheugenkaartsleuf zoals weergegeven. Optionele SD/SDHC-kaarten zijn niet inbegrepen. Voor betrouwbare gegevensopslag is het aanbevolen geheugenkaarten van 64 MB tot 4 GB van erkende fabrikanten zoals SanDisk, Panasonic en Toshiba te gebruiken.
3. Sluit het batterijvak. In- en uitschakelen Druk op de voedingsknop om de camera in te schakelen. Druk opnieuw op de voedingsknop om de camera uit te schakelen. voedingsknop Power button W Om de SD/SDHC-kaart te verwijderen, opent u het batterijvak en duwt u voorzichtig op de kaart om deze te ontgrendelen. Trek de kaart voorzichtig uit de sleuf. T Wanneer de camera wordt ingeschakeld, gaat het toestel naar de stand die overeenkomt met de instelling van de keuzeschakelaar.
De keuzeschakelaar gebruiken De GE-camera is uitgerust met een handige keuzeschakelaar waarmee u gemakkelijk kunt schakelen tussen de verschillende standen. Alles beschikbare standen worden als volgt weergegeven. Naam stand Automatisch Afspelen Beschrijving Schakelen om stilstaande beelden op te nemen. (De camera gebruikt de standaard geprogrammeerde automatische instellingen.) Schakelen voor het weergeven van foto’s/video’s die op de geheugenkaart en het interne geheugen zijn opgeslagen.
Datum/tijd en taal instellen Om de taal, datum en tijd in te stellen, moet u de volgende instellingen configureren in het menu Instelling. • Datum/tijd • Weergavetaal Om het menu Instelling te openen, gaat u als volgt te werk: 1. Druk op de voedingsknop om de camera in te schakelen. 2. Druk op de knop en gebruik de knoppen Omhoog/Omlaag/Links/rechts om het menu Instelling te selecteren. De datum en tijd instellen 1. Gebruik de knop Omhoog/Omlaag om Datum/Tijd te selecteren.
2. Druk op de knop Links/Rechts om elk veld te markeren en gebruik de knop Omhoog/Omlaag om de waarde aan te passen. 3. Druk op de knop om de instelling te bevestigen. De taal instellen 1. Gebruik de knop Omhoog/Omlaag om Taal te selecteren. Druk vervolgens op de knop Rechts om de instelling in te voeren. 2. Gebruik de navigatieknoppen om de gewenste taal te selecteren. 3. Druk op de knop om de instelling te bevestigen.
Over het LCD-scherm Wanneer u de camera inschakelt, worden verschillende pictogrammen weergegeven op het LCD-scherm om de huidige camera-instellingen en -status aan te geven. Zie “LCD-schermweergave” op pagina 36 voor meer informatie over de weergegeven pictogrammen. Opmerkingen over het LCD-scherm Bij de productie van het LCD-scherm werd gebruik gemaakt van extreem hoge precisietechnologie, zodat de meeste pixels operationeel zijn voor het gebruik.
BASISGEBRUIK Opnemen in de Automatische stand De Automatisch stand is de gemakkelijkste stand om foto’s te maken. Wanneer u de camera in deze stand gebruikt, optimaliseert het toestel automatisch uw foto’s voor de beste resultaten. 26 Om het opnemen te starten, gaat u als volgt te werk: 1. Stel de keuzeschakelaar in op de Automatische stand ( ). 2. Druk op de voedingsknop om de camera in te schakelen. 3.
De flitser gebruiken De zelfontspanner gebruiken/ Meerdere opnamen Er zijn zes flitserstanden. Druk op de knop Links/ Flitser om de flitserstanden te schakelen. • Automatische flitser Op basis van bestaande lichtomstandigheden, schiet de flitser van de camera automatisch af. • Flitser rode ogen reductie De flitser gaat kort af voordat de foto wordt gemaakt om de rode ogeneffecten te beperken. • Geforceerde flitser De flitser gaat altijd af • Flitser uit De flitser is uitgeschakeld.
De macrostand gebruiken Belichtingscompensatie In de macrostand kunt u kleine details van het onderwerp op zeer korte afstand opnemen. Druk op de knop Rechts/macro om close-upfoto’s te maken. Met de belichtingscompensatie kunt u de achtergrondhelderheid aanpassen om de beste resultaten voor uw foto’s te behalen. Om de waarden voor de belichtingscompensatie te wijzigen, gaat u als volgt te werk: 1. Als u een foto maakt, drukt u op de knop Omhoog/belichting om het ingestelde belichtingscherm te activeren.
Het menu Geavanceerde functies (setup snelmenu) WB (Witbalans) Met de witbalans kan de gebruiker de kleurtemperatuur aanpassen onder een andere lichtbron zodat een natuurgetrouwe kleurreproductie wordt gegarandeerd. (De instelling WB is alleen beschikbaar wanneer de camera in de Handmatige stand is). Om de witbalans in te stellen, gaat u als volgt te werk: 1. Druk op de knop om het menu Functie te openen. Zorg dat de WB-functie is geselecteerd. 2.
ISO Met de functie ISO kunt u de lichtgevoeligheid van de camerasensor instellen. Om de prestaties in donkerdere omgevingen te verbeteren, is een hogere ISO-waarde vereist. Anderzijds is een lager ISO-waarde vereist in helderdere omstandigheden. ((De ISO-instelling is alleen beschikbaar wanneer de camera in de Handmatige stand is). Om de ISO-waarde in te stellen, gaat u als volgt te werk: om het menu Functie 1. Druk op de knop te openen. 2.
Kwaliteit Met de instelling Kwaliteit past u de compressieverhouding van de opnamen aan. Hogere kwaliteitsinstellingen geven betere foto’s, maar zullen meer geheugenruimte innemen. Om de beeldkwaliteit in te stellen, gaat u als volgt te werk: om naar het menu 1. Druk op de knop Functie te gaan. 2. Gebruik de navigatieknoppen Links/ Rechts om de functie Kwaliteit te markeren. 3. Gebruik de navigatieknoppen Omhoog/ Omlaag om de gewenste instelling te selecteren: Er zijn drie opties beschikbaar.
Grootte De grootte-instelling verwijst naar de beeldresolutie in pixels. Met een hogere beeldresolutie kunt u deze opname op een groter formaat afdrukken zonder aan kwaliteit in te boeten. Om de beeldgrootte in te stellen, gaat u als volgt te werk: om naar het menu 1. Druk op de knop Functie te gaan. 2. Gebruik de navigatieknoppen Links/ Rechts om de functie Grootte te markeren. 3. Gebruik de navigatieknoppen Omhoog/ Omlaag om een resolutie te selecteren. om uw instelling te 4. Druk op de knop bevestigen.
Kleur Met de instelling Kleur kunt u artistieke effecten onmiddellijk toevoegen wanneer u opnamen maakt. U kunt verschillende kleurtinten proberen om de stemming van uw foto’s te wijzigen. (De instelling Kleur is alleen beschikbaar wanneer de camera in de Handmatige stand is). Om de beeldkleur in te stellen, gaat u als volgt te werk: om naar het menu 1. Druk op de knop Functie te gaan. 2. Gebruik de navigatieknoppen Links/ Rechts om de functie Kleur te markeren. 3.
• Grootte-instellingen in de opnamestand.
Pictogram Bestandsgrootte (pixels) 7M: 3072×2304 7M(3:2): 3264×2176 7M(16:9): 3648×2052 8M: 3264×2448 9M(3:2): 3648×2432 9M(16:9): 4032×2268 10M: 3648×2736 10M(3:2): 4032×2688 12M: 4032×3024 G2 A735 Modelnaam : A835 E840s E1035 E1235 • • • • • • • • • • • • • 35
DE STANDEN GEBRUIKEN LCD-schermweergave Weergave opnamestand stilstaande beelden Modus: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 18 19 20 12 11 13 14 15 16 17 1 Pictogram opnamestand 36 Automatisch Panorama Scène Handmatig Portret Beeldstabilisatie 2 S cènepictogram (alleen beschikbaar voor de Scènestand) Sport Vuurwerk Kinderen Binnenshuis Glas Blad Landschap Sneeuw Nachtlandschap Zonsondergang Nachtportret Museum 3 Lichtmetingsmethode Punt AE Centraal gewicht Ai AE 4 EV-indicator 5 Indicat
6 Indicator Macrostand Macrostand 7 Indicator flitserstand Automatische flitser Flitser rode ogen reductie Geforceerde flitser Flitser uit Lange sluitertijd Rode ogenreductie+Lange sluitertijd 8 Batterijstatus 9 Indicator Gezichtsdetectie “aan” 10 Resterend aantal foto’s dat kan worden gemaakt.
Weergave video-opnamestand Modus: 1 2 3 4 5 6 8 13 7 10 9 11 12 1 Pictogram opnamestand 2 Lichtmetingsmethode Punt AE Centraal gewicht Ai AE 38 3 EV-indicator 4 Indicator zelfontspanner Zelfontspanner 10 seconden 5 Indicator Macrostand Macrostand 6 Batterijstatus 7 Indicator Filmopname “aan” 8 R esterende tijd voor video’s die nog kunnen worden opgenomen.
Weergave afspeelstand Modus: 1 2 3 4 5 6 7 8 11 9 12 13 14 10 15 18 17 16 1 Pictogram Afspeelstand 2 Pictogram DPOF-bestand 3 Pictogram bestandsbeveiliging 4 Pictogram audiobestand 5 Pictogram videobestand 6 Indicator Geheugenkaart/ intern geheugen 7 Foto-ID 8 Batterijstatus 9 Foto-audiostatus 11 Histogram 12 Diafragmawaarde 13 Sluitertijd 14 Belichtingswaarde 15 Geheugencapaciteit (huidige opname/ totaal aantal opnamen) 16 ISO-waarde 17 WB 18 B eeldformaat (Druk op de sluiterknop om g
Scène mode (SCN) In de Scènestand kunt u kiezen uit een totaal van 12 scènetypes volgens uw behoeften. U hoeft alleen de juiste scène voor de gelegenheid te selecteren en de camera zal automatisch de optimale instellingen voor u selecteren. Gebruik de knoppen Omhoog/Omlaag/ Links/Rechts om een scène te selecteren en druk vervolgens op de knop . Om de scènestand te openen, draait u de keuzeschakelaar naar de Scènestand. Het palet voor de scènestand wordt weergegeven.
Sneeuw Geschikt voor sneeuwlandschap. De belichtingswaarde (BW) wordt automatisch door de camera bijgesteld en gecorrigeerd. Zonsondergang Voor het opnemen van zonsondergangen. Levendige reproductie van rood en geel. Vuurwerk Voor het opnemen van nachtscènes en vuurwerk. De sluitertijd is trager dan normaal. (Gebruik van driepoot wordt aanbevolen) Landschap Voor het opnemen van landschappen. Levendige reproductie van groen en blauw. Nachtlandschap Voor het opnamen van nachtscènes.
Keert terug naar het palet van de Scènestand. 1. Druk in de Scènestand op de knop om het menu Functie te openen. 2. Selecteer de menuoptie “SCENE” en druk daarna op de knop om naar het menu Scèneselectie terug te keren. Met het hoofdfunctiemenu kunt u ook de afbeeldingkwaliteit en afbeeldingformaat configureren. Raadpleeg de sectie “Geavanceerde functiemenu” op pagina 42 29 voor gedetailleerde instructies. Panoramastand Met Panoramasfeer kunt u een panoramische foto maken.
2. Gebruik de knoppen Links/Rechts om de richting aan te geven dat de foto moet worden gemaakt. Binnen 2 seconden zal de panoramische volgorde automatisch doorgaan. 3. Stel uw eerste beeld samen op het LCDscherm en druk op de sluiterknop. 4. Gebruik dezelfde stappen van de eerste opname, voor de tweede en derde opnamen. Stel uw opnamen zo samen, dat de randen van de foto’s elkaar overlappen. De numerieke indicators op het LCD-scherm informeren u welke opname is gemaakt. 5.
Afbeeldingsstabilisatiestand De Afbeeldingstabilisatiestand vecht tegen het effect van trillende handen en laat u foto’ s maken die anders wazig zouden zijn. ). 1. Schakel de moduskeuze in op modus ( 2. Druk de Sluiter half in om op het onderwerp in te zoomen. 3. Druk de Sluiter volledig in om de afbeelding vast te leggen. 44 De Afbeeldingstabilisatiefunctie onder modus ( ) instellen. (Tijdens de modus Film is de stabilisatie alleen beschikbaar als de framesnelheid op 15 fps is ingesteld.) 1.
De stabilisatiefunctie wordt gebruikt voor m i n d e r v a g e a f b e e l d i n g e n d i e w o rd e n veroorzaakt door trillende handen in een donkere omgeving. De camera verhoogt het ISO-niveau in deze modus om een hogere sluitertijd te krijgen. D eze functie helpt niet om van een snel bewegend doel, zoals een auto die snel voorbij gaat, enz., een duidelijke foto te maken. Deze functie helpt niet altijd als u op een sterk schommelende auto, boot, enz. staat.
Gezichtsdetectie De fotografiemodus detecteert in een scène gezichten en stelt automatisch het beeld scherp en optimaliseert de belichting voor prachtige, scherpe resultaten. 1. Druk, terwijl in de fotografiemodus, op de knop om Gezichtsdetectie te activeren. Op het LCD verschijnt de -indicator. 2. Houd de camera stevig vast en richt het op het onderwerp om de procedure van gezichtsdetectie te starten. Zodra de camera een gezicht detecteert, wordt rondom het gezicht een witte rechthoek er omheen getekend.
Lachdetectie De camera is uitgerust met een "lachdetectie", er wordt automatisch een opname gemaakt als iemand lacht, zodat u nooit een leuk moment zult missen. 1. Druk in de opnamestand herhaaldelijk op de knop totdat op het lcd-scherm verschijnt. De camera is nu in de 2. Richt de camera op uw onderwerp tot het gezicht gedetecteerd wordt en in een vierkant kader verschijnt. Druk de ontspanknop zo ver mogelijk omlaag. De camera zal nu wachten tot er gelachen wordt. 3.
Knipperdetectie De knipperdetectie is standaardmatig in geschakeld. Steeds nadat er een foto is gemaakt, verschijnt er een waarschuwing als er iemand juist op dat moment met zijn ogen knipperde. 1. In de fotografeerstand drukt u op de knop om naar het fotomenu te gaan. 2. Druk op de navigatieknoppen Op en Neer om de "Knipperdetectie" te selecteren. 3. Druk op de rechternavigatieknop om naar het submenu te gaan en selecteer de optie "Aan". 4.
AFSPELEN Foto’s en video’s bekijken Om de vastgelegde foto’s en videoclips op het LCD-scherm weer te geven, gaat u als volgt te werk: 1. Zet uw camera in de modus Afspelen. De laatst opgenomen foto of videoclip wordt weergegeven. 2. Gebruik de navigatietoetsen Links/ Rechts om door de foto’s en videoclips te schuiven, die in het interne geheugen of op de geheugenkaart zijn opgeslagen. 3. Om een geselecteerde videoclip af te spelen, drukt u op de knop om naar de modus Film afspelen te gaan. 4.
Tijdens het afspelen van de video, verschijnt een besturingshandleiding op het scherm. U kunt het navigatiepanel gebruiken om overeenkomstig de functies uit te voeren. Tijdens het afspelen van de video kunt u de navigatietoetsen Omhoog/Omlaag gebruiken om het volume van het afspelen bij te stellen. 50 Tijdens het vertraagd afspelen kunt u de navigatietoetsen Links/Rechts gebruiken om de snelheid van het afspelen bij te stellen. Het volume wordt bij gebruik van het vertraagd afspelen, gedempt.
Video bewerken Druk op de programmaknop Bewerken om naar het volgende scherm te gaan en gebruik de knoppen aan de linkerkant om het afspelen te bewerken. Gebruik de navigatietoetsen Omhoog/Omlaag om een knop te selecteren. 1. Selecteer de knop en gebruik de navigatietoetsen Links/Rechts om het nieuwe begin van het afspelen aan te geven. 2. Selecteer de knop en gebruik de navigatietoetsen Links/Rechts om het nieuwe einde van het afspelen aan te geven. en druk erop 3.
Om het scherm Bewerken af te sluiten, drukt u op de knop , en druk op de knop . O m een bewerkte video op te slaan, moet deze minstens 1 seconde lang zijn. M et voldoende accuvermogen en minstens 1 GB beschikbaar geheugen, kunt u per film tot 30 minuten aan filmlengte opnemen. 52 Miniatuurweergave Wanneer u in de modus Afspelen bent, plaatst u het schuifwiel voor het in- en uitzoomen een keer op de positie Breed ( ) om op het scherm een miniatuur van de foto’s en videoclips weer te geven. 1.
Zoom afspelen gebruiken (alleen voor momentopnamen) Het schuifwiel voor het in-/uitzoomen kan ook tijdens het afspelen worden gebruikt. Hiermee kunt foto’s tot 8X vergroten. 1. Zet uw camera in de modus Afspelen. 2. Gebruik de navigatietoetsen Links/ Rechts om een foto voor het vergroten te selecteren. 3. verplaats het schuifwiel voor het in-/ uitzoomen een keer in de Tele-positie ( ). 4. Gebruik het schuifwiel voor het in-/ uitzoomen. De zoomindicator en panvak verschijnen op het scherm. 5.
De knop Verwijderen gebruiken De camera is voorzien met een sneltoets Verwijderen, , zodat u zonder naar het menu Afspelen te gaan, foto’s of videoclips kunt verwijderen. Om een foto of video te verwijderen: 1. Zet uw camera in de modus Afspelen. 2. Gebruik de navigatietoetsen om de te verwijderen foto/videoclip te selecteren. 3. Druk op de knop . Het scherm Verwijderen verschijnt. 54 4.
DE MENU’S GEBRUIKEN Menu Filmfoto Modus: In de modi voor het maken van filmfoto’s drukt u op de knop om naar het Menu Filmfoto te gaan. 2. Druk op de navigatietoets Rechts om naar het submenu te gaan. 3. Gebruik de navigatietoetsen Omhoog/ Omlaag om een optie te selecteren. om de instelling te 4. Druk op de knop bevestigen en het menu af te sluiten. Raadpleeg de volgende secties voor meer informatie over elke instelling. Om de instellingen te configureren: 1.
AF-modus (Autofocus-modus) Gebruik deze instelling om tijdens het maken van foto’s het mechanisme automatisch scherpstellen te besturen. 56 Er zijn twee opties beschikbaar: • Enkel autofocus: Midden op het LCDscherm verschijnt het focusframe om het onderwerp scherp te stellen. • Multi autofocus: De camera stelt in een breed gebied het onderwerp automatisch scherp om het focuspunt te vinden. AF-hulpstraal Gebruik deze instelling om onder donkere omstandigheden het scherpstellen te helpen.
Belichtingsmeting Gebruik deze instelling om een gebied te selecteren voor de vereiste belichting. Er zijn drie opties beschikbaar: • Punt AE (Automatische puntbelichting) • Centraal gewicht • AiAE (Kunstmatige intelligentie AE) Onophoudelijk opnemen Gebruik deze instelling om onophoudelijk opnames te maken. Zodra u in deze modus bent, moet u de sluiterknop ingedrukt houden om deze functie te kunnen gebruiken. Er zijn vier opties beschikbaar: • Uit: Maar één opname vastleggen.
• Tijdoverlapping: Afbeeldingen in vooraf gedefinieerde intervallen automatisch vastleggen. De flitser is ervoor ontworpen niet in deze modus te werken om zo snelle en succesvolle opnames mogelijk te maken. Om deze modus te activeren, moet op de camera al de zelftimer zijn ingeschakeld om meerdere opnames te maken (zoals op pagina 27 wordt beschreven). Raster Gebruik deze instelling om tijdens het foto’s maken de framerasters aan of uit te schakelen.
Digitaal in-/uitzoomen Gebruik deze instelling om de functie digitaal in-/uitzoomen in of uit te schakelen. Wanneer uitgeschakeld, is alleen het optisch in-/uitzoomen ingeschakeld. Indicator voor digitaal in/uitzoomen • Uit: grijze kleur. • Aan: roodachtige kleur. Histogram De histogram wordt gebruikt om tijdens het maken van foto’s, de scherpte te controleren. Gebruik deze instelling om op het LCDscherm de histogramweergave in of uit te schakelen.
Langzame sluiter In de modus Langzame sluiter blijft de sluiter open zolang de sluiterknop wordt ingedrukt. Dit geeft u volledige controle over de tijdsduur van de belichting. (De modus Langzame sluiter is alleen in de handmatige modus beschikbaar.) 60 •H andmatig: Om een lange belichtingstijd, tussen 2~3 sec. in te stellen. Bij langdurige belichting wordt het gebruik van een driepoot aanbevolen. Knipperdetectie De knipperdetectie is standaardmatig in geschakeld.
Datum afdrukken Voeg aan de fotoafbeelding een datum-/ tijdstempel toe.
Filmmenu Modus: In de opname modus voor films drukt u op de knop om naar het menu Film te gaan. Om de instellingen te configureren: 1. Gebruik de toetsen Omhoog/Omlaag om door de menuopties te schuiven en deze naar wens te selecteren. 62 2. Druk op de navigatietoets Rechts om naar het submenu te gaan. 3. Gebruik de navigatietoetsen Omhoog/ Omlaag om een optie te selecteren. 4. Druk op de knop om de instelling te bevestigen en het menu af te sluiten.
Belichtingsmeting Stel de meetmodus voor verschillende belichtingsomstandigheden in. Stabilisatie Raadpleeg pagina 44 voor instructies voor afbeeldingstabilisatie. Terwijl in de modus Film, kan via het opnamemenu de afbeeldingstabilisatie worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Menu Afspelen Modus: In de afspeelmodus drukt u op de knop om naar het menu Afspelen te gaan. Raadpleeg de volgende secties voor gedetailleerdere instructies over de verschillende menuopties. 64 Bescherming Om te voorkomen dat foto’s of video’s per ongeluk worden gewist, kunt u deze instelling gebruiken om één of alle bestanden te vergrendelen. Om voor een foto of video de bescherming in of uit te schakelen: 1. Ga via de moduskeuze naar de modus Afspelen.
2. Selecteer uit het menu Afspelen de instelling Bescherming, zoals eerder is beschreven. 3. Gebruik de navigatietoetsen Omhoog/ Omlaag om deze foto/video te beschermen, of selecteer Alles om alle foto’s/video’s op het interne geheugen of de geheugenkaart te beschermen. Druk daarna op de navigatietoets Rechts. 4. Gebruik de knop om Ja te selecteren om de weergegeven foto/video te vergrendelen, of druk op Ontgrendelen om het te ontgrendelen.
gebruikt u de toetsen Omhoog/Omlaag en daarna drukt u op de knop om te bevestigen. •Alles verwijderen: 1. Selecteer vanuit het menu Verwijderen de optie Alles Verwijderen en druk daarna op de knop Rechts. 2. Met behulp van de toetsen Links/Rechts selecteert u Ja (om alle bestanden te verwijderen) of Nee (om te annuleren en naar het vorige menu terug te keren). 66 •Geselecteerde verwijderen: 1. Selecteer vanuit het menu Verwijderen, Geselecteerde Bestanden Verwijderen en druk daarna op de knop Rechts. 2.
DPOF (Digital Print Order Format) Met DPOF (digitaal afdrukbestelformaat) kunt u uw selectie van afbeeldingen opnemen, die u wilt laten afdrukken. Uw selectie wordt op een geheugenkaart opgeslagen zodat u gewoon uw geheugenkaart kunt afgeven bij een fotokiosk, zonder ze persoonlijk te zeggen welke foto’s u wilt laten afdrukken. Infobox Gebruik deze instelling om voor het maken van afbeeldingen, de tekstweergave in of uit te schakelen.
Bijknippen Met knippen kunt u een gebied van de foto selecteren die u wilt behouden en het daarna als een foto opslaan. Om een afbeelding bij te knippen: 1. Selecteer vanuit het menu Afspelen de optie Bijknippen, zoals eerder is beschreven. 2. Gebruik de knoppen Links/Rechts om de foto te zoeken die u wilt bijknippen en zorg dat het op het LCD-scherm wordt weergegeven. 3.
3. Gebruik de navigatietoetsen Omhoog/ Omlaag om een resolutie te selecteren (1024X768 of 640X480) om het formaat van de afbeelding te wijzigen, of op Terug om te annuleren en naar het menu Afspelen terug te keren. 4. Druk op de knop om de instelling te bevestigen. D oor het formaat van een afbeelding te wijzigen, wordt een nieuw bestand gemaakt die de afbeelding in het door u geselecteerde formaat bevat. Het bestand met de originele afbeelding blijft ook in het geheugen.
1. Selecteer vanuit het menu Afspelen de instelling Diashow, zoals eerder is beschreven. 2. Gebruik de navigatietoetsen Omhoog/ Omlaag om Effecten, Intervaltijd of Herhalen te selecteren en gebruik de navigatietoetsen Links/Rechts om de instelling bij te stellen. 3. Gebruik de navigatietoetsen Omhoog/ Omlaag om Start te selecteren en de diashow te activeren, of selecteer Annuleren om naar het menu Afspelen terug te keren. om de instelling te 4. Druk op de knop 70 bevestigen.
Setup-menu Modus: Het menu Setup is in alle modi beschikbaar. Druk in elke willekeurige modus op de knop en gebruik dan de navigatietoetsen om het menu Setup te selecteren. Om de instellingen te configureren: 1. Gebruik de navigatietoetsen Omhoog/ Omlaag om door de menu-items te schuiven. 2. Druk op de navigatietoets Rechts om naar de instelling te gaan. Raadpleeg de volgende secties voor gedetailleerdere informatie over elke instelling.
2. Gebruik de navigatietoetsen Omhoog/ Omlaag om tussen de velden volume, sluitertoon, toetstoon, zelftimer-toon en vermogentoon te schakelen. 3. De huidige media wordt opgemaakt. 72 Pieptoon Gebruik deze instelling om het volume te stellen van de pieptoon als de knoppen worden ingedrukt en om de pieptonen voor de sluiter, knoppen, zelftimer en vermogen aan/uit te wijzigen. Om deze instelling te wijzigen: 1. Selecteer vanuit het menu Setup de instelling Pieptoon, zoals eerder is beschreven. 3.
LCD-helderheid Gebruik deze instelling om de helderheid van uw LCD-scherm bij te stellen. 1. Selecteer vanuit het menu Setup de instelling LCD-helderheid, zoals eerder is beschreven. 2. Gebruik de knoppen Omhoog/Omlaag om Automatisch of Handmatig voor de helderheidbijstelling te selecteren en druk dan op de knop om uw selectie te bevestigen. 3. Voor handmatige bijstelling gebruikt u de knoppen Links/Rechts om de helderheid bij te stellen.
3. Gebruik de navigatietoetsen Links/Rechts om de niet-actieve periode voor het automatisch uitschakelen aan te geven. De peilbalken komen met de volgende nietactieve periodes overeen. • LCD uit: 30 seconden, 1 minuut, 2 minuten en Altijd aan. • Camera uit: 3 minuten, 5 minuten, 10 minuten en Altijd aan. 4. Druk op de knop om te bevestigen. Datum/tijd Zie de sectie “De datum en tijd instellen” op pagina 23. 74 Wereldtijd De instelling Wereldtijd is een nuttige functie tijdens uw buitenlandse reizen.
Bestandsnummering Na het vastleggen van foto’s of video’s slaat de camera automatisch het bestand op met een numeriek achtervoegsel. Selecteer deze Er wordt als volgt een serienummer afgeleid en aan een instelling: nieuw bestand toegewezen: Doorgaan Reset Taal Zie de sectie “De taal instellen” op pagina 24. Videosysteem Gebruik deze instelling om in het huidige gebied uw videosysteem te bepalen. 1. Selecteer vanuit het menu Setup de instelling Videosysteem, zoals eerder is beschreven. 2.
Het video-uitgangsignaal kan naar NTSC of PAL worden gewisseld om aan de verschillende regionale standaarden te voldoen. De juiste instelling kan van regio tot regio verschillend zijn. NTSC: Amerika, Canada, Taiwan, Japan, enz. PAL : E uropa, Azië (exclusief Taiwan), Stille Zuidzee, enz. Opmerking: De TV-uitgang zal geen goed beeld weergeven als een onjuist videosysteem wordt geselecteerd.
druk op de knop om te bevestigen. FW Vers. (Firmaware-versie) Gebruik deze instelling om de huidige versie van de camera-firmware weer te geven. 1. Selecteer vanuit het menu Setup de instelling FW Ver., zoals eerder is beschreven. 2. Als de SD-kaart een nieuwe firmawareversie bevat, moet u, indien nodig, overeenkomstig upgraden.
VERBINDINGEN Op een TV aansluiten U kunt uw camera met uw televisie, computer of printer verbinden om de gemaakte foto te bekijken. Door de AV-kabel te gebruiken, kunt u de vastgelegde afbeeldingen op een TV weergeven. Volg de stappen hieronder om de meegeleverde AV-kabel met een TV te verbinden. 1. Kies [NTSC] of [PAL] om uw TVVideostandaard aan te passen (zie pagina 74) en schakel de camera dan uit. 2. Verbind één uiteinde van de AV-kabel met de USB/AV UIT-poort van uw camera. 3.
Op een PC aansluiten Gebruik de USB-kabel en ArcSoft-software (cdrom) die met uw camera wordt meegeleverd, om foto’s naar een computer te kopiëren (over te dragen). De UBS-modus instellen Gezien de USB-poort van de camera kan worden ingesteld om of op een PC of op een printer te worden aangesloten, volgt u de volgende stappen om te verzekeren dat de camera juist is geconfigureerd om op een PC te worden aangesloten. 1.
Door de USB-kabel te gebruiken, kunt u de vastgelegde foto’s en video’s naar een PC overdragen. Volg de stappen hieronder om de camera op een PC aan te sluiten. 1. Start een computer waarop de ArcSoftsoftware is geïnstalleerd. 2. Zorg dat zowel de camera als ook de PC zijn ingeschakeld. 3. Verbind één uiteinde van de meegeleverde USB-kabel met de USB/AV UIT-poort op uw camera. 4. Verbind het andere uiteinde van de kabel met een beschikbare USB-poort op uw PC. 80 5.
Window 2000 Professional Klik in de taakbalk op [Hardware loskoppelen of uitwerpen] ( ) en selecteer vanuit het weergegeven menu [USB-apparaat voor massaopslag stoppen]. Macintosh Sleep de naamloze pictogram naar de Prullenbak.
Op een PictBridge compatibel printer aansluiten Met PictBridge kunt u vanaf een geheugenkaart in een digitale camera, rechtstreeks naar een printer, ongeacht het merk, afbeeldingen afdrukken. Om uit te zoeken of een printer compatibel is met PictBridge, zoekt u op de verpakking naar het PictBridge-logo of u controleert de specificaties in de handleiding.
De camera en printer aansluiten 1. Zorg dat zowel de camera als ook de printer aanstaan. 2. Verbind één uiteinde van de meegeleverde USB-kabel met de USB-poort op uw camera. 3. Verbind het andere uiteinde van de kabel met de USB-poort op de printer. Als de camera niet met een PictBridge compatibel printer wordt verbonden, verschijnt op het LCD-scherm het volgende foutbericht. Het hierboven genoemde foutbericht verschijnt ook als de USB-modus onjuist is ingesteld.
Het PictBridge-menu gebruiken Nadat u op de printer de USB-modus hebt ingesteld, verschijnt het PictBridge-menu. Gebruik de navigatietoetsen Omhoog/Omlaag om een menu-item te selecteren en druk voor toegang op de navigatietoets Rechts. Raadpleeg de volgende secties voor gedetailleerdere informatie over elke instelling. 84 Met datum afdrukken Als u de datum en tijd van uw camera hebt ingesteld, wordt de datumopname met de gemaakte foto’s opgeslagen.
2. Gebruik de navigatietoetsen Links/ Rechts om door de foto’s te schuiven. 3. Gebruik de navigatietoetsen Omhoog/ Omlaag om het aantal afdrukken voor de huidig weergegeven foto te selecteren. 4. Druk op de knop en het volgende scherm verschijnt: 5. Selecteer Ja om het afdrukken te bevestigen, of Nee om te annuleren. Druk daarna op de knop . Zonder datum afdrukken Gebruik deze instelling om de foto’s zonder de datum erop, af te drukken. 1.
Omlaag om het aantal afdrukken voor de huidig weergegeven foto te selecteren. 4. Druk op de knop en het volgende scherm verschijnt: Index afdrukken U kunt deze instelling gebruiken om alle indexen af te drukken, zodat alle foto’s die momenteel in uw camera zitten, worden weergegeven. 1. Selecteer vanuit het menu PictBridge de instelling Index afdrukken. Het volgende scherm verschijnt: 5. Selecteer Ja om het afdrukken te bevestigen, of Nee om te annuleren. Druk daarna op de knop . 86 2.
DPOF (Digital Print Order Format) afdrukken Om DPOF afdrukken te gebruiken, moet u vooraf, met gebruik van de DPOF-instellingen, de foto’s selecteren die u wilt afdrukken. Zie de sectie “DPOF” op pagina 66. 1. Selecteer vanuit het menu PictBridge de instelling DPOF afdrukken. Het volgende scherm verschijnt: of Nee om te annuleren. Druk daarna op de knop . Afsluiten Om het menu PictBridge af te sluiten, selecteert u Afsluiten. Het bericht “USBkabel verwijderen” verschijnt.
Appendices Specificaties : G2 “Ontwerp en specificaties zijn zonder verdere melding, onderwerp van wijzigingen.
DCF, DPOF (Ver1.1) Ondersteuning Bestandsindeling Ja Momentopname Exif 2.2 (JPEG) Film Afbeeldingscompressie: MPEG4, Audio: G.
AF-methode Enkele autofocus Multi-autofocus (TTL 9 punten), Gezichtsdetectie, Hulplicht autofocus (Aan/uit) Belichtingsmeetmethode Kunstmatige intelligentie AE (AIAE), Gemiddeld centraal gewicht, Punt (vast op centrum van frame) Belichtingsbesturingsmethode Programma -AE (AE-slot beschikbaar) Belichtingscompensatie ±2 EV in 1/3 stappen Sluitersnelheid 4 ~ 1/2000 seconden (Handmatig 30 seconden) Onophoudelijk opnemen Gemiddeld 1,8 (Groot/Fijn-modus) Afspeelmodi Enkele foto, Index (4/9/16 miniatu
Opnamemedia Intern geheugen: 26 MB SD-kaart/SDHC-kaart (tot 4 GB ondersteuning) Andere functies PictBridge, Exif-afdrukondersteuning, Ondersteuning voor meerdere talen (23 talen) Bussen USB2.
Appendices Specificaties : A735/A835 “Ontwerp en specificaties zijn, zonder verdere melding, onderwerp aan veranderingen.
Aantal opnamepixels Momentopname A735: 7MP, (3:2)6MP, (16:9)5MP, 3MP, 2MP, 1MP, 0,3MP A835: 8MP, (3:2)7MP, (16:9)6MP, 5MP, 3MP, 2MP, 1MP, 0,3MP Film 640x480pixels: 30fps/15fps, 320x240pixels: 30fps/15fps Afbeeldingscompressie Best, Fijn, Normaal DCf, DPOF (Ver 1.1) ondersteuning Ja Bestandsindeling Momentopname Exif 2.21 (JPEG) Film Afbeeldingscompressie: JPEG (AVI), Audio: G.
94 LCD-scherm 2,5 inch LTPS (low-temperature Polycrystalline silicon) TFT kleurenLCD (153.
Interne flitser (opnamebereik) Opnamemedia Automatisch/Rode ogen-verwijdering/Geforceerde flits/Geen flits/Langzame synchronisatie/Rode ogen-verwijdering+langzame synchronisatie.
Appendices Specificaties : E840s/E1035/E1235 “Ontwerp en specificaties zijn, zonder verdere melding, onderwerp aan veranderingen.
Modelnaam Tegen trillende handen E840s E1035 Elektronische afbeeldingstabilisatie E1235 Digitale zoom 4,5 digitale zoom 4,5 digitale zoom 4,5 digitale zoom (gecombineerde zoom: 18X) (gecombineerde zoom: 13,5X) (gecombineerde zoom: 13.
Modelnaam E840s E1035 E1235 Bestandsindeling: Afbeeldingscompressie: MPEG4, Audio: G.
Modelnaam ISO-gevoeligheid AF-methode Belichtingsmeetmethode Belichtingsbesturingsmethode Belichtingscompensatie Sluitersnelheid Onophoudelijke opname E840s Automatisch, ISO80/ 100/200/400/800/ 1600 E1035 E1235 Automatisch, ISO 64/100/ Automatisch, ISO 64/100/ 200/400/800/1600/3200 200/400/800/1600/3200 (3M) Enkele AF, Multi AF (TTL 9 punten), Gezichtsdetectie, Hulplicht AF (aan/uit) Kunstmatige intelligentie (Ai AE) Gemiddelde centraal gewicht, Punt (Vast op centrum van frame) ProgramAE (AE-slot beschik
Modelnaam E840s E1035 E1235 Automatisch/Rode ogen-verwijdering/Geforceerde flits/ Geen flits/Langzame synchronisatie/Rode ogen-verwijdering+langzame synchronisatie. Gno. 5,9 (ISO 100) Gno. 5.7±0,5EV (ISO 100) Interne flitser (opnamebereik) (Opnamebereik) (Breed): ongeveer 0,3m~3.3m (Tele) : ongeveer 0,3m~2.
Modelnaam E840s E1035 Ongeveer 200 opnames Ongeveer 210 opnames Opnamecapaciteit (gebaseerd op CIPA(gebaseerd op CIPA(Accuprestatie) normen) normen) o Besturingsomgeving Temperatuur: 0~40 C, Vochtigheid: 0~90% Afmetingen 95.7mm x 56mm x 103mm x 56mm x (B x H x D) 19.
Foutberichten Berichten Geen kaart Kaart fout Kaart vol Beschermd tegen schrijven Afbeelding fout Geen afbeelding Lens fout Systeemfout Geen geluidsbestand 102 Afbeelding kan niet worden opgeslagen Uitleg • De geheugenkaart is niet ingevoerd. • De geheugenkaart is niet geformatteerd. • De geheugenkaart is vol en kan geen nieuwe afbeeldingen opslaan. • De geheugenkaart is tegen schrijven beschermd. • De afbeelding is niet juist vastgelegd. • De afbeelding is beschadigd.
Berichten Kaart is niet geformatteerd. Wilt u formatteren? Deze afbeelding kan niet worden verwijderd. Het is onmogelijk om de film op te nemen Het geluidsbestand kan niet worden opgeslagen Waarschuwing!! De camera is aan het opnemen. Even wachten a.u.b. Waarschuwing!! De batterij is leeg. Dit bestand kan niet worden afgespeeld Geen verbinding Afdrukfout Kan niet afdrukken Uitleg • Bevestig of de geheugenkaart moet worden geformatteerd.
Probleemoplossen Probleem 104 Mogelijke oorzaken Oplossing Camera gaat niet aan. • De batterij is leeg. • De batterij is niet juist geplaatst. • Laad de batterij op of vervang het met een volgeladen batterij. • Plaats de batterij opnieuw en let op de juiste polariteit. Camera gaat tijdens de handeling plotseling uit. • De batterij is leeg. • Laad de batterij op of vervang het met een volgeladen batterij. De afbeelding is wazig. • De lens is vies.
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing • De geheugenkaart is vol. • Er is geen ruimte beschikbaar om de bestanden op te slaan. • De moduskeuze is in de modus Afspelen. • Vervang de geheugenkaart met een nieuwe of reinig de huidige geheugenkaart. • Verwijder ongewenste afbeeldingen. • De geheugenkaart is vergrendeld. • Zet de moduskeuze in een modus voor momentopnames. Afbeeldingen kunnen niet • De camera is niet juist op via de aangesloten printer de printer aangesloten. worden afgedrukt.
http://www.ge.