Operation Manual

16
Instrumentale secties en Midi kanalen
Elk van de zes secties van de CD10 heeft een Midi kanaal (1-
16). De standaard fabrieks-instelling is als volgt:
Instrumental section Midi channel
Drum 10
Bass 2
Acc1 3
Acc2 6
Lower 4
Upper 5
De overeenkomende secties van een Midi instrument dat met
de CD10 is aangesloten moeten met dezelfde Midi kanalen
worden ingesteld. Hieronder ziet u een aantal praktische voor-
beelden met de CD10 met de hierboven afgebeelde instellin-
gen:
- Wanneer de CD10 een expander bestuurt met alleen de
Upper sectie over het gehele keyboard bereik, moet de
expander ontvangen op Midi kanaal 5.
- Wanneer de CD10 een multi-timbrale expander bestuurt
(m.a.w. met meerdere instrument secties), moeten de sec-
ties van de expander op dezelfde kanalen ingesteld wor-
den als die van de CD10 zoals in de tabel hierboven.
- Wanneer de CD10 door een ander instrument wordt be-
stuurd moeten de secties van het andere instrument op de-
zelfde manier worden ingesteld als die van de CD10,
of
de
secties van de CD10 als de secties van het Master instru-
ment.
Common Channel
Als aanvulling op de zes secties verstuurt en ontvangt de CD10
Style “besturings” gegevens (Style nummer, tempo, bediening
van de Style control knoppen) over een speciaal kanaal. Dit
kanaal noemen we het Common Channel (“Gemeenschappe-
lijk Kanaal”) en moet ook aan een Midi kanaal worden toege-
wezen. In het algemeen is dat kanaal 1 of 16. In de standaard
fabrieksinstelling is het MIDI Common kanaal van de CD10
op 16 ingesteld. Een instrument dat Style control gegevens van
de CD10 ontvangt/verstuurd, moet deze gegevens op het
Common kanaal verzenden of ontvangen.
De Midi kanalen van de CD10 instellen
1. Druk gelijktijdig op de twee [MIDI] knoppen om in de MIDI
Mode te komen.
2. De eerste drie MIDI pagina’s bevatten de parameters voor
de kanalen van de instrument secties. Elke pagina is in twee
secties verdeeld. De eerste pagina bevat de Lower en Upper
secties, de tweede de Drum en Bass en de derde, Acc1 en
Acc2. Het Common kanaal staat op pagina vier.
3. Met de [PAGE<] en [PAGE>] knoppen kunt u van de ene
sectie naar de volgende gaan of van de ene pagina naar de
andere.
4. Verander het MIDI kanaal van de betreffende secties met
de [TEMPO-DATA] knoppen.
5. Druk op de twee [ESC] knoppen om de MIDI Mode te ver-
laten.
General Midi
Klank compatibiliteit
General Midi (GM) standaard zorgt voor gelijke klank indeling
en klank keuze methodes voor verschillende instrumenten.
Wanneer de CD10 door een externe sequencer wordt bestuurd,
zullen de juiste klanken worden gekozen.
De CD10 heeft twee klank banken; Bank 2 is General MIDI
compatible terwijl bank 1 een klein beetje anders is (de “Drums”
groep in plaats van “Percussive” groep). Wanneer de GENERAL
MIDI functie aanstaat (ON) zal er altijd een drumkit van de
“Drums” groep worden gekozen op Midi kanaal 10, terwijl de
klanken van de andere groepen (inclusief “Percussive”) op alle
andere kanalen mogen worden gekozen.
De zestien General Midi secties
Zes instrument secties kunnen direct door de CD10 worden
bestuurd, maar de General Midi standaard verlangt dat een
multi-timbrale expander op 16 verschillende kanalen kan ont-
vangen. Wanneer de GENERAL MIDI functie (in MIDI edit) op
ON wordt gezet ontvangt de CD10 op 16 secties, inclusief de
zes standaard CD10 secties. Hieronder ziet u een tabel van de
secties en hun MIDI kanalen:
MIDI channel Part
1 GM 01
2
Bass
3
Acc1
4
Lower
5
Upper
6
Acc2
7 GM 07
8 GM 08
9 GM 09
10
Drum
11 GM 11
1 2 GM 12
1 3 GM 13
1 4 GM 14
1 5 GM 15
16
(Common Channel)
Wanneer u een ander MIDI kanaal toewijst aan een instrument
sectie van de CD10, zal het kanaal dat dan “over blijft” niet
kunnen ontvangen.
De CD10 als slave
De Klank veranderen
1. Wanneer u een klank uit bank 2 wilt gebruiken moet u de
volgende boodschap naar de CD10 sectie versturen:
Control Change 0, waarde 01