Operation Manual

M ASTER T UNING , 13
Transposer, 13
Tune, 13
Drums & Samples Pads, 13
Klanken & Styles met de [PAGE] knoppen kiezen, 13
Een Klank kiezen, 13
Een Style kiezen, 13
De twee klank banken, 14
Een klank bank kiezen, 14
De Song, 14
D E SEQUENCER KNOPPEN , 14
[PLAY/DEL], 14
[REC], 14
[LOWER], 14
[UPPER], 14
[START/STOP], 14
[TOUCH START/CONTINUE], 14
S PECIALE SECTIES , 14
O PNAME , 14
Voorbereiding (voor de opname), 14
Opname, 15
“Record” mode verlaten, 15
“O VERDUBBING ”, 15
MIDI, 15
Wat is Midi, 15
Midi Verbindingen, 15
D ELETE , 15
D E S ONG EEN NAAM GEVEN , 15
I NSTRUMENTALE SECTIES EN M IDI KANALEN , 16
Common Channel, 16
De Midi kanalen van de CD10 instellen, 16
G ENERAL M IDI , 16
Klank compatibiliteit, 16
De zestien General Midi secties, 16
D E CD10 ALS SLAVE , 16
De Klank veranderen, 16
Een Style veranderen, 17
Een Style besturen, 17
D E CD10 ALS M ASTER , 17
De Klank veranderen, 17
De Style veranderen, 17
De Style besturen, 17
S PECIALE MIDI FUNCTIES , 17
Local ON/OFF, 17
Slave: Tracks, 18
MIDI Clock, 18
Start/Stop ON/OFF, 18
MIDI Filters, 18
MIDI Dump, 19
D YNAMICS ( AANSLAGGEVOELIGHEID ), 19
Technische Specificaties, 20