Operation Manual

14
Speciale secties
In aanvulling op de Upper en Lower secties neemt de Song de
volgende speciale secties op: Chord, Common Channel, Tempo,
Pads. Het is niet nodig op om knoppen te drukken voor het
opnemen van deze secties, zij worden altijd opgenomen.
Speciale secties
Chord: De Arrangement akkoorden. Be-
stuurt de volgende secties: Drum,
Bass, Acc1 and Acc2.
Dit Spoor kan
geen gebruik maken van de Over-
dub functie.
Common Channel: Style “besturing”: Keuze van de Sty-
le, aan/uitzetten van de Style con-
trol knoppen.
Dit Spoor kan geen
gebruik maken van de Overdub
functie.
Tempo: Metronoom tempo.
Dit Spoor kan
geen gebruik maken van de Over-
dub fucntie.
Pads: De noten die op de [DRUMS &
SAMPLES PADS] gespeeld worden.
Dit Spoor kan wel gebruik maken
van de Overdub functie.
Opname
Voorbereiding (voor de opname)
1. Druk op [REC] om in de “record” mode te komen. De Led
van de [STYLES] of [SOUNDS] knop knippert.
2. De LED van de [LOWER] en [UPPER] knop knippert: U
kunt beide sporen opnemen.
Wanneer u geen spoor wilt opnemen drukt u op de knop
om de LED uit te zetten.
De twee klank banken
De Song
De CD10 heeft een meer-sporen Sequencer die gebruikt kan
worden om een Song in real-time op te nemen of om de data
die via MIDI IN wordt ontvangen op te nemen.
De sequencer knoppen
[PLAY/DEL]
(1) PLAY laat de Song afspelen.
(2) DEL aktiveert de “delete” functies in “record” mode.
[REC]
Voor het opnemen van de Song.
[LOWER]
Het spoor van de Lower sectie. De status van deze knop kan
drie verschillende situaties weergeven. LED uit: Het Spoor is
leeg. LED knippert: Het Spoor wordt opgenomen. LED aan:
Het Spoor is opgenomen.
[UPPER]
Het Spoor van de Upper sectie. De status van deze knop kan
drie verschillende situaties weergeven.
LED uit: Het Spoor is
leeg. LED knippert: Het Spoor wordt opgenomen. LED aan:
Het Spoor is opgenomen.
[START/STOP]
Start of stopt de weergave van de Song.
[TOUCH START/CONTINUE]
De CONTINUE functie “herstart” de Song weer vanaf het punt
waar hij gestopt was met [START/STOP].
De CD10 heeft twee klank banken die aan de Upper en Lower
secties kunnen worden toegewezen. De klanken van de eerste
bank staan op het bedieningspaneel afgebeeld. De tweede bank
vindt u achter in deze handleiding.
Bank 1 en Bank 2 hebben verschillende versies van dezelfde
klank. Als, bijvoorbeeld, klank 00 in Bank 1 een Grandpiano
is, zal klank 00 in Bank 2 ook een piano klank zijn.
Bank 2 is compatibel met de klanken van de General MIDI
standaard (zie MIDI Hoofdstuk). In Bank 1 wordt de “Drums”
groep echter vervangen door de “Percussion” groep, zodat de
Drumkits op het keyboard gespeeld kunnen worden.
Een klank bank kiezen
1. Druk op de twee [BANK 1/2] knoppen van het Keypad.
2. De naam van de gekozen bank (“Sound Bank 1” of “Sound
Bank 2”) verschijnt in het display.
3. Wanneer u de bank heeft gekozen kiest u de klank. De
gekozen bank blijft aktief totdat u de andere bank kiest (ge-
volgd door het kiezen van een klank).