Operation Manual

7•24 Referentie Handleiding
7•24 Referentie Handleiding
Druk op functie toets D («Next event») of E
(«Previous event») om naar een andere
event te gaan.
7. U kunt het gekozen symbool veranderen door
een ander akkoord te spelen.
8. U kunt bijvoorbeeld van een majeur akkoord
een mineur of septiem akkoord maken. Druk
herhaaldelijk op F7 («Root») om te kiezen
tussen de bas van het akkoord (de grond-
toon: A, B, C etc.) en de toevoeging van het
akkoord (min, 7th, dim, aug...).
Het gehele symbool is gekozen.
Druk op F7 («Root»).
De grondtoon is gekozen.
Druk op F7 («Root»).
De akkoord toevoeging is gekozen.
Druk op F7 («Root»).
Het gehele akkoord wordt weer gekozen.
Draai aan de DIAL of speel een ander ak-
koord om het gekozen element te verande-
ren (de grondtoon of de toevoeging).
LYRICS INVOEGEN
Lyrics komen overeen met de MIDI Lyrics event.
Dit type event wordt met MIDI files geladen en
weggeschreven. U kunt zelf Lyrics maken op de
volgende manier:
1. Druk op F6 («Lyrics») om de cursor naar de
lyrics lijn te verplaatsen (onder de notenbalk).
2. Druk op de Functie toets G («Go to loc...»)
om naar een bepaalde maat te gaan:
Bepaal het nummer van de maat met de DIAL. Druk op ENTER
om te bevestigen of op ESCAPE om te annuleren.
3. Verplaats de cursor naar de volgende of vo-
rige noot met de functie toetsen D («Next
event») of E («Previous event»).
4. Elke noot is onderverdeeld in 1/16e noten. U
kunt een lettergreep invoegen op de eerste,
tweede, derde of vierde 16e van de noot.
Druk op F8 om de invoeg zone van de sym-
bolen te openen:
Invoegen van de lettergreep op de tweede 16e
Invoegen van de lettergreep op de derde 16e
Invoegen van de lettergreep op de vierde 16e
Het nummer links van de invoeg zone geeft
de huidige 16e aan. Om de cursor naar één
van de andere 16e te verplaatsen gebruikt u
functie toets H ( «<<1/16») en F8 («>>1/16»).
Om deze zone te verlaten en terug te gaan
naar de noot drukt u op functie toets D («Next
event») of E («Previous event»).
5. In deze gebruikers mode werkt het toetsen-
bord als “typemachine” en kunt u letters en
cijfers met het toetsenbord invoegen (zie het
hoofdstuk «Data invoeren»). Typ de letter-
greep in met de toetsen.
6. Druk op functietoets F («End line») om een
zin te beëindigen. Het einde van een zin wordt
aangegeven met het “end phrase” symbool ‘l’.
Druk op functie toets D («Next event») of E
(«Previous event») om naar een andere
event te gaan.
7. U kunt het gekozen symbool veranderen door
een ander akkoord te spelen.
8. U kunt bijvoorbeeld van een majeur akkoord
een mineur of septiem akkoord maken. Druk
herhaaldelijk op F7 («Root») om te kiezen
tussen de bas van het akkoord (de grond-
toon: A, B, C etc.) en de toevoeging van het
akkoord (min, 7th, dim, aug...).
Het gehele symbool is gekozen.
Druk op F7 («Root»).
De grondtoon is gekozen.
Druk op F7 («Root»).
De akkoord toevoeging is gekozen.
Druk op F7 («Root»).
Het gehele akkoord wordt weer gekozen.
Draai aan de DIAL of speel een ander ak-
koord om het gekozen element te verande-
ren (de grondtoon of de toevoeging).
LYRICS INVOEGEN
Lyrics komen overeen met de MIDI Lyrics event.
Dit type event wordt met MIDI files geladen en
weggeschreven. U kunt zelf Lyrics maken op de
volgende manier:
1. Druk op F6 («Lyrics») om de cursor naar de
lyrics lijn te verplaatsen (onder de notenbalk).
2. Druk op de Functie toets G («Go to loc...»)
om naar een bepaalde maat te gaan:
Bepaal het nummer van de maat met de DIAL. Druk op ENTER
om te bevestigen of op ESCAPE om te annuleren.
3. Verplaats de cursor naar de volgende of vo-
rige noot met de functie toetsen D («Next
event») of E («Previous event»).
4. Elke noot is onderverdeeld in 1/16e noten. U
kunt een lettergreep invoegen op de eerste,
tweede, derde of vierde 16e van de noot.
Druk op F8 om de invoeg zone van de sym-
bolen te openen:
Invoegen van de lettergreep op de tweede 16e
Invoegen van de lettergreep op de derde 16e
Invoegen van de lettergreep op de vierde 16e
Het nummer links van de invoeg zone geeft
de huidige 16e aan. Om de cursor naar één
van de andere 16e te verplaatsen gebruikt u
functie toets H ( «<<1/16») en F8 («>>1/16»).
Om deze zone te verlaten en terug te gaan
naar de noot drukt u op functie toets D («Next
event») of E («Previous event»).
5. In deze gebruikers mode werkt het toetsen-
bord als “typemachine” en kunt u letters en
cijfers met het toetsenbord invoegen (zie het
hoofdstuk «Data invoeren»). Typ de letter-
greep in met de toetsen.
6. Druk op functietoets F («End line») om een
zin te beëindigen. Het einde van een zin wordt
aangegeven met het “end phrase” symbool ‘l’.