Operation Manual

14•2 Referentie Handleiding
14•2 Referentie Handleiding
Edit Tracks - Detune
(Tracks fijnstemmen)
DETUNE (F3)
Voor het fijnstemmen van de tracks. Elke stap is
gelijk aan 1/64e van een halve toon.
Toewijsbare waardes: -63...0...+63.
Edit Tracks - Random pitch
RANDOM PITCH (F4)
Zorgt voor kleine, willekeurige, toonhoogte va-
riaties die bruikbaar zijn om de typische toon-
hoogte instabiliteit van akoestische instrumenten
te simuleren. Voor blaasinstrumenten is een
waarde van 1 of 2 aan te raden.
Toewijsbare waardes: 0 (geen effect)...7 (maxi-
male willekeurigheid).
MODE/PRIORITY (F5)
(1)
Kiest de polyfone/monofone mode per track.
(2)
Aan/uitzetten van de Priority (gegarandeerde
minimum polyfonie voor de track).
Mode
Elke track kan monofoon (speelt dan één noot
per keer) of polyfoon (twee noten of meer tegelij-
kertijd) zijn. Mono R geeft voorrang aan de meest
rechtse noot, Mono L aan de meest linkse noot
en Mono T aan de laatst gespeelde noot.
Opties: Poly, Mono L, Mono R, Mono T.
Priority
Priority garandeert een minimum polyfonie aan
een track in verhouding tot andere tracks en voor-
komt dat er noten “wegvallen”. In complexe ar-
rangementen kunnen er noten wegvallen van een
track waarvan de Priority op Off staat, terwijl de-
genen waarbij de Priority op On staan niet weg-
vallen.
Opties: On, Off.
©
Opmerking:Vermijd het toewijzen van de
Priority aan te veel tracks waardoor deze functie
vervalt vanwege het conflict tussen de toegewezen
tracks.
Edit Tracks - Mode/Priority
(polyfone/monofone Mode en Priority)
Edit Tracks - Detune
(Tracks fijnstemmen)
DETUNE (F3)
Voor het fijnstemmen van de tracks. Elke stap is
gelijk aan 1/64e van een halve toon.
Toewijsbare waardes: -63...0...+63.
Edit Tracks - Random pitch
RANDOM PITCH (F4)
Zorgt voor kleine, willekeurige, toonhoogte va-
riaties die bruikbaar zijn om de typische toon-
hoogte instabiliteit van akoestische instrumenten
te simuleren. Voor blaasinstrumenten is een
waarde van 1 of 2 aan te raden.
Toewijsbare waardes: 0 (geen effect)...7 (maxi-
male willekeurigheid).
MODE/PRIORITY (F5)
(1)
Kiest de polyfone/monofone mode per track.
(2)
Aan/uitzetten van de Priority (gegarandeerde
minimum polyfonie voor de track).
Mode
Elke track kan monofoon (speelt dan één noot
per keer) of polyfoon (twee noten of meer tegelij-
kertijd) zijn. Mono R geeft voorrang aan de meest
rechtse noot, Mono L aan de meest linkse noot
en Mono T aan de laatst gespeelde noot.
Opties: Poly, Mono L, Mono R, Mono T.
Priority
Priority garandeert een minimum polyfonie aan
een track in verhouding tot andere tracks en voor-
komt dat er noten “wegvallen”. In complexe ar-
rangementen kunnen er noten wegvallen van een
track waarvan de Priority op Off staat, terwijl de-
genen waarbij de Priority op On staan niet weg-
vallen.
Opties: On, Off.
©
Opmerking:Vermijd het toewijzen van de
Priority aan te veel tracks waardoor deze functie
vervalt vanwege het conflict tussen de toegewezen
tracks.
Edit Tracks - Mode/Priority
(polyfone/monofone Mode en Priority)