Operation Manual

Edit Tracks 14•3
Edit Tracks 14•3
VELOCITY CURVE (F6)
Aanslaggevoeligheids curves. Velocity curves
passen de aanslaggevoeligheids data aan en
kunnen voor crossfade effecten zorgen tussen
twee tracks.
Bijvoorbeeld: het is mogelijk om aan twee tracks
tegenovergestelde dynamische curves toe te wij-
zen (bijvoorbeeld twee tegenovergestelde lineaire
curves [0 en 4] of twee tegenovergestelde
exponentieële curves [2 en 5]). Het resultaat is
dat u de klank van de tweede track geleidelijk
hoort opkomen wanneer u de toets steeds har-
der aanslaat terwijl de klank van de eerste track
geleidelijk afneemt. Zacht spelen stuurt de ene
klank aan, hard spelen de andere. Wanneer u
tussen hard en zacht speelt krijgt u een combi-
natie van de twee klanken.
VEL 0 1
2 3
4 5 6 7
EFF
VELOCITY RANGE (F7)
Stelt de aanslaggevoeligheids limieten in per
track waaronder en waarboven de klank niet zal
spelen. Met deze limieten kunt u cross-switching
effecten maken door verschillende
aanslaggevoeligheids waardes aan de tracks toe
te wijzen.
Bijvoorbeeld: wanneer u aan één track een piano
klank toewijst die wat “donkerder” klinkt door het
filter wat te sluiten en aan een andere track een
piano klank toewijst die wat helderder klinkt door
het filter wat te openen. Programmeer de eerste
track om op een lage aanslaggevoeligheid te rea-
geren en de tweede om op een hoge aanslag-
gevoeligheid te reageren. Het verkregen resul-
taat is een piano die van timbre veranderd, af-
hankelijk van de aanslaggevoeligheid.
Toewijsbare waardes: Low range 0…127 - High
range: 127…0.
Druk op de rechter knop om naar de tweede
pagina met opties te gaan
Edit Tracks - Dynamische Curve Edit Tracks - Velocity Range
VELOCITY CURVE (F6)
Aanslaggevoeligheids curves. Velocity curves
passen de aanslaggevoeligheids data aan en
kunnen voor crossfade effecten zorgen tussen
twee tracks.
Bijvoorbeeld: het is mogelijk om aan twee tracks
tegenovergestelde dynamische curves toe te wij-
zen (bijvoorbeeld twee tegenovergestelde lineaire
curves [0 en 4] of twee tegenovergestelde
exponentieële curves [2 en 5]). Het resultaat is
dat u de klank van de tweede track geleidelijk
hoort opkomen wanneer u de toets steeds har-
der aanslaat terwijl de klank van de eerste track
geleidelijk afneemt. Zacht spelen stuurt de ene
klank aan, hard spelen de andere. Wanneer u
tussen hard en zacht speelt krijgt u een combi-
natie van de twee klanken.
VEL
0
1
2
3
4
5
6
7
EFF
VELOCITY RANGE (F7)
Stelt de aanslaggevoeligheids limieten in per
track waaronder en waarboven de klank niet zal
spelen. Met deze limieten kunt u cross-switching
effecten maken door verschillende
aanslaggevoeligheids waardes aan de tracks toe
te wijzen.
Bijvoorbeeld: wanneer u aan één track een piano
klank toewijst die wat “donkerder” klinkt door het
filter wat te sluiten en aan een andere track een
piano klank toewijst die wat helderder klinkt door
het filter wat te openen. Programmeer de eerste
track om op een lage aanslaggevoeligheid te rea-
geren en de tweede om op een hoge aanslag-
gevoeligheid te reageren. Het verkregen resul-
taat is een piano die van timbre veranderd, af-
hankelijk van de aanslaggevoeligheid.
Toewijsbare waardes: Low range 0…127 - High
range: 127…0.
Druk op de rechter
knop om naar de tweede
pagina met opties te gaan
Edit Tracks - Dynamische Curve Edit Tracks - Velocity Range